FNV Vrouwenbond wil betere regeling voor alleenstaande ouder met studerend kind.
De FNV Vrouwenbond heeft de 2e Kamer deze week een brief gestuurd waarin aandacht wordt gevraagd voor de problemen die ontstaan bij alleenstaande ouders met een WWB-uitkering als het jongste kind 18 jaar wordt.
Als het jongste kind van een alleenstaande ouder met een bijstandsuitkering 18 wordt, gaat de ouder er zo'n twintig procent in inkomen op achteruit. Zij wordt dan beschouwd als alleenstaande, ook als het kind thuis blijft wonen en geen eigen inkomsten heeft. De FNV Vrouwenbond vindt dit onrechtvaardig en pleit voor een landelijke regeling om dit probleem op te lossen. De bond heeft een brief met een voorstel voor zo'n regeling naar de Tweede Kamer gestuurd. PvdA, CDA en SP hebben al toegezegd hierover vragen te stellen aan staatssecretaris Aboutaleb in een overleg over de Wet Werk en Bijstand (WWB) op 14 juni.
Op dit moment is het zo dat als het jongste kind van een alleenstaande ouder in de bijstand 18 wordt, hij of zij wordt geacht mee te betalen in de kosten van levensonderhoud, ook al heeft hij/zij alleen studiefinanciering. Ook worden bijverdiensten van de studerende zoon of dochter vaak geheel of gedeeltelijk gekort op de uitkering van de ouder (meestal de moeder) terwijl andere studenten rond ^ 10.000 per jaar mogen bijverdienen. Zo krijgen kinderen uit een gezin waar de alleenstaande ouder een uitkering heeft, minder kansen.
De FNV Vrouwenbond heeft een voorstel gemaakt waarbij de bijverdiensten van het studerende kind buiten beschouwing worden gelaten bij het bepalen van de hoogte van de (bijstands)uitkering van de ouder. De bond pleit ervoor dat zo'n regeling landelijk wordt ingevoerd.
FNV