Partij voor de Dieren


03-06-2007
Kamervragen over invasie varkensflats in Overijssel

Den Haag, 3 juni 2007 - Marianne Thieme heeft Kamervragen gesteld aan de ministers van LNV en VROM over de invasie van varkensflats in Overijssel.
Aanleiding vormen berichten van vorige week over de voorgenomen vestiging van Family Farmers van varkensflats van 10 meter hoog, 90 meter breed en 145 meter lang in het Overijsselse Marle. De bevolking van Marle loopt tegen de plannen te hoop, maar de gemeente wijst naar de provincie en omgekeerd.

Thieme wil van de minister weten of ze een ontwikkeling als deze van bovengemeentelijk en bovenprovinciaal belang acht en of ze bereid is landelijk beleid te ontwikkelen om de vestiging in beschermd agrarisch gebied van megastallen als deze te voorkomen.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu over de uitbreiding van varkensschuren in Marle
1. Kent u het bericht `Varkensflats op stapel' (1) en de uitzending "weerstand tegen varkensflats" (2) ?

2. Kent u de plannen van `Family Farmers' om `varkensflats' te plaatsen met een capaciteit van 19.000 varkens?
3. Klopt het dat de schuren 10 meter hoog, 90 meter breed en 145 meter lang worden volgens de plannen en twee verdiepingen gaan tellen? Zo ja, vindt u deze schaalgrootte wenselijk in het kader van duurzame ontwikkeling en waarom? Zo neen, van welke afmetingen is dan sprake en is deze schaalgrootte gewenst in het kader van een duurzame ontwikkeling?

4. Hoe verhoudt zich uw antwoord tot de wens van de regering om het landschap in stand te houden (3) en op welke wijze wilt u garanderen dat een dergelijke varkensflat de landschappelijke kwaliteit van het gebied niet aantast?

5. Klopt het dat gemeentelijke en provinciale overheden zich overrompeld voelen door aanvragen als deze en dat er onduidelijkheid leeft over waar de bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt voor dit soort plannen? Zo ja, op welke wijze wilt u als nationale overheid bijdragen aan het oplossen van de maatschappelijke onrust die is ontstaan na de bekendmaking van de vestigingsplannen van dit varkensbedrijf? Zo neen, waar ligt volgens u de beslissingsbevoegdheid voor de vergunningverlening voor dit soort megabedrijven, acht u dit goed geregeld en waarom?
6. Bent u van mening dat bedrijfsvestigingen van een schaalgrootte zoals hier aan de orde is, als nieuwe ontwikkeling moeten worden aangemerkt en daarmee een bovengemeentelijk en bovenprovinciaal belang vertegenwoordigen? Zo ja, bent u bereid hierover met de kamer van gedachten te wisselen om te komen tot een uitspraak of deze schaalgrootte in Nederland wel of niet gewenst is? Zo neen, waarom niet en op welke wijze wilt u dan rekening houden met de bezwaren van burgers en maatschappelijke organisaties die dit soort ontwikkelingen willen tegenhouden?

7. Deelt u de mening dat megabedrijven zoals die waarvan hier sprake is, niet passen in agrarische gebieden met grote landschappelijke waarde, en om die reden verboden zouden moeten worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze zou u aan een dergelijk verbod invulling willen geven?

8. Deelt u de mening dat de met dergelijke megabedrijven samenhangende vervoersstromen niet passen op smalle, provinciale wegen zoals in de omgeving van Marle? Zo ja, welke oplossing voorziet u en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
9. Deelt u de mening dat de maatschappelijke onrust over de vestigingsplannen van grootschalige intensieve varkensbedrijven, zoals de varkensflat bij Marle, laat zien dat er steeds minder draagvlak is voor de ontwikkeling van grootschalige intensieve houderijsystemen? Zo ja, op welke wijze wilt u gehoor geven aan deze onrust en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?

(1) Agrarisch Dagblad d.d. 31-05-07
(2) Een Vandaag d.d. 31-05-07
(3) Coalitieakkoord, pag 21.