Gemeente Borsele

Onderzoek Borsele: Leefbaarheid door nieuwbouw

Heinkenszand, 4 juni 2007

Waar moet de gemeente Borsele voor kiezen: nieuwbouw of renovatie? Onderzoek van een hbo-student levert een combinatie op. Vooral bouwen in de grote kernen en investeren in bestaande huizen op de kleinere dorpen.

De gemeente Borsele is een gemeente met vijftien kernen en een divers woningaanbod. Hoe zorgt de gemeente dat het huizenaanbod in alle kernen zo goed mogelijk aansluit op de wensen van haar inwoners? De gemeente heeft daar afgelopen maanden een onderzoek naar laten uitvoeren door afstudeerstudent Tim Kramer van de Hogeschool Zeeland. Kramer onderzocht - met onder meer interviews en studie - de woningvoorraad, het gemeentebeleid en de beweegredenen van nieuwkomers en vertrekkers. Daar rolde opvallende conclusies uit. De hoofdconclusie is dat de gemeente zich vooral moet inzetten voor nieuwbouw in de grotere dorpen Heinkenszand en s-Gravenpolder. Zo zorgt Borsele ervoor dat er aanbod is voor mensen die door willen stromen. Tegelijkertijd zal Borsele moeten investeren in de bestaande huizen op de dorpen, om ook daar in de behoefte te voorzien. Deze aanbeveling wordt onderbouwd door het feit dat het percentage leegstand in de kleinere kernen hoger is dan in de grotere. Maar de pijlen kunnen zich niet alleen richten op bestaande huizen zo luidt de aanbeveling - want dan gaan de bewoners op zoek naar een nieuwbouwavontuur buiten de Borselse gemeentegrenzen. Het onderzoek bevestigt het groene en leefbare karakter van Borsele. Want zowel vertrekkers en nieuwkomers zijn vrijwel allemaal (95%) tevreden over de leefomgeving in de Zuid-Bevelandse gemeente. Vertrek heeft meestal te maken met de zoektocht naar een ander huis. Verder komt uit het onderzoek dat Borsele zich in vergelijking met omringende gemeente meer inspant voor starters, zo is er zowel voor huurders en kopers regelmatig nieuw aanbod.
De hbo-student deed eigenhandig veldonderzoek. Letterlijk, zoals door op de fiets na te gaan welke huizen er wel en niet leegstaan in de gemeente. Dit werd vergeleken met de administratieve lijst. Dit leverde nogal wat verschillen op. Aanbeveling is dan ook om dit vaker en scherper in de gaten te houden. Andere aanbevelingen zijn om woningbouw in de toekomst nog beter af te stemmen op de verschillende doelgroepen en om de huizenvoorraad voor te bereiden op de vergrijzing die de komende jaren verwacht wordt.
Het onderzoeksrapport wordt 14 juni aan de gemeenteraad gepresenteerd door wethouder M. de Bruijne. De gemeenteraad zal dan bespreken hoe de resultaten kunnen worden gebruikt bij de gemeentelijke plannen op woninggebied.