Groot internationaal experiment in het Zwarte Woud
Ontstaan van regen beter in kaart
Weersmodellen zijn niet goed in het voorspellen van neerslag. In het bijzonder in heuvelachtig terrein kan dit leiden tot grote schade als gevolg van een te late, of zelfs helemaal geen, waarschuwing voor overstromingen. Van 1 juni tot 1 september 2007 doet de TU Delft mee aan een groot internationaal experiment in Duisland, in het Zwarte Woud, om meer te weten te komen over het ontstaan van regen. Naast observatoria op de grond worden vliegtuigen en een zeppelin ingezet. Satellieten worden gebruikt om de grootschalige informatie te vergaren.
Het ontstaan van regen is een gevolg van verschillende fysische processen. Deze processen beïnvloedend elkaar en spelen zich af zowel op een heel kleine schaal (enkele micrometer) als een heel grote schaal (100 kilometer). De ruimtelijke schaal van weersmodellen is enkele kilometers, en fysische processen die zich afspelen op een kleinere schaal moeten worden benaderd. Wolkenvorming is hier een voorbeeld van. De complexiteit en schaalverschillen maken weersmodellen onnauwkeurig in het voorspellen van tijdstip en plaats van de regenbui, en de hoeveelheid neerslag die uiteindelijk zal vallen.
Zwarte Woud
In het Zwarte Woud is 's zomers veel onweer en de verschillen tussen voorspellingen en werkelijke regenval zijn erg groot. Het is daarmee een ideaal natuurlijk 'laboratorium'. Verspreid over een gebied van 100 bij 100 km worden vijf tijdelijke observatoria ingericht met state-of-the-art remote sensing apparatuur om continu de atmosfeer te meten. In juli zullen er ook negen vliegtuigen en een zeppelin worden ingezet om gedetailleerde metingen boven, onder en in de bewolking te verrichten. Satellieten worden gebruikt om de grootschalige informatie te vergaren.
TU Delft
De TU Delft brengt op 4 juni de atmosfeerradar TARA (Transportable Atmospheric RAdar) naar Duitsland. Het instrument wordt op de top van de Hornisgrinde (een van de hoogste toppen in het Zwarte Woud) gezet. Het zal daar samen met andere instrumenten (lidars, radiometers, wolkenradars) de atmosfeer meten. Bovendien krijgt de TU de beschikking over twee onderzoeksvliegtuigen (een Frans en een Duits toestel) die door de wolken zullen vliegen om fysische eigenschappen van de wolken te meten. Deze vliegtuigen zijn speciaal toegewezen aan twee Delftse promovendi.
Binnen deze internationale Convective and Orographically-induced Precipitation Study (COPS) houdt de TU Delft zich vooral bezig met de vraag hoe wolken- en regenvorming beïnvloedt worden door stofdeeltjes in de atmosfeer.
Klimaatmodellen
De invloed van de aerosol-wolkeninteractie op de stralingsbalans van de aarde is bovendien een van de grootste onzekerheden in klimaatmodellen. De data die tijdens COPS worden verzameld, zullen geschikt zijn voor de verbetering van modellen die de relatie tussen atmosferische dynamica en wolkenvorming beschrijven.
Planning
- 4 juni wordt Tara naar Duitsland gebracht;
- 11 juni is Tara operationeel;
- van 24 juni tot 1 augustus zullen er intensieve metingen plaatsvinden, met coördinatie tussen metingen op de grond en vanuit de vliegtuigen;
- vanaf 1 augustus wordt Tara gebruikt in de standaardmode om routinematig een voldoende statistisch-representatieve dataset op te bouwen.
Meer informatie
Dr.ir. Herman Russchenberg, Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, International Centre for Telecommunication-Transmission and Radar, 015-2786292, H.W.J.Russchenberg@tudelft.nl
Zie ook www.cops2007.de
Roy Meijer, Wetenschapsvoorlichting TU Delft, 015-2781751, r.e.t.meijer@tudelft.nl
Technische Universiteit Delft