Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Op 5 maart en 5 april van dit jaar heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over
de Stichting Islamitische Basisscholen Amsterdam (SIBA) (Tweede Kamer, 2006
- 2007, 30 800, nr. 102 en nr. 110). In deze brieven kon ik u een hoopvol
perspectief schetsen: de Onderwijsstichting Esprit wilde de mogelijkheid
onderzoeken om de SIBA-scholen over te nemen. Esprit heeft SIBA vervolgens
een overnamevoorstel gedaan, dat op 31 mei echter door de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr) van SIBA is afgewezen. Er
zijn geen geschikte andere overnamekandidaten. Het spijt me zeer u te
moeten berichten dat als gevolg daarvan de sluiting van de SIBA-scholen per
1 augustus 2007 onafwendbaar is. In deze brief informeer ik u over de
ontwikkelingen.
Korte geschiedenis
Het interim-bestuur van SIBA is medio 2006 aangetreden met het doel orde op
zaken te stellen en een nieuw bestuur voor SIBA te zoeken. In mijn brief
van 5 maart jl. schreef ik u dat het interim-bestuur een kandidaat-bestuur
had gevonden dat eind februari 2007 het stokje zou moeten overnemen. Op het
laatste moment besloot het kandidaat-bestuur echter niet aan te treden
vanwege de financiële, kwalitatieve en bestuurlijke situatie. Dat plaatste
mij voor een dilemma: OCW kan niet voor onbepaalde tijd een interim-bestuur
subsidiëren, maar SIBA kan ook niet verder zonder bestuur. Ik heb het
interim-bestuur vervolgens subsidie verstrekt onder de voorwaarde dat het
bestuur een ander bestuur zou zoeken dat de SIBA-scholen wilde overnemen en
om, als de overname onverhoopt niet mocht lukken, de SIBA-scholen op een
verantwoorde wijze te sluiten.
Tot mijn genoegen kon ik u op 5 april jl. berichten dat het interim-bestuur
in Esprit een geschikte overnamekandidaat had gevonden. In de brief van 5
april heb ik ook aangegeven dat, voor het geval de overdracht niet zou
slagen, het interim-bestuur voorbereidingen zou treffen om de SIBA-scholen
te sluiten per 1 augustus 2007.
Resultaat onderzoek Esprit
Esprit is begin april aan de slag gegaan om de mogelijkheid van overdracht
van de SIBA-scholen aan Esprit te onderzoeken, met steun van OCW, de
gemeente Amsterdam, de Islamitische Scholen Besturen Organisatie (ISBO) en
de AOb. Dit heeft in de tweede helft van mei geresulteerd in een aanbod van
Esprit, met draagvlak bij het bestuur, de raad van toezicht en de gmr van
Esprit. Het voorstel biedt een goed perspectief ten aanzien van de
kwaliteit en continuïteit van de SIBA-scholen, en waarborgt de islamitische
identiteit van de scholen.
Afwijzing gmr van SIBA
Op 24 april liet de voorzitter van de gmr van SIBA in een brief aan Esprit
nog weten positief te staan tegenover het initiatief. Op 29 mei heeft de
oudergeleding van de gmr aan Esprit echter per brief te kennen gegeven dat
het voorstel niet acceptabel is. Zij vinden dat in verband met de
identiteit de SIBA-scholen onder een islamitisch bestuur moeten
ressorteren. De oudergeleding gaat daarbij niet op de inhoud van het
voorstel in. Op 31 mei hebben Esprit, het interim-bestuur van SIBA, de
gemeente Amsterdam, OCW en de ISBO geprobeerd de gmr van SIBA te bewegen
het voorstel van Esprit alsnog in overweging te nemen. In dit gesprek is de
gmr indringend gewezen op de consequenties van zijn opstelling. Helaas
heeft de gmr opnieuw aangegeven het voorstel van Esprit niet te willen
overwegen. Esprit heeft hierop aangegeven dat hiermee de weg naar een
bestuurlijke overname van de SIBA-scholen is geblokkeerd.
Geen alternatieven
In de brief van 5 maart jl. heb ik de randvoorwaarden genoemd waaraan een
overnamekandidaat moet voldoen om de aanzienlijke problemen rond de SIBA-
scholen op te kunnen lossen:
Het overnemende bestuur moet een serieuze overnamekandidaat zijn waarvan op
korte termijn de reële verwachting kan worden gekoesterd dat het de scholen
overneemt per 1 augustus 2007.
Bij de overnamekandidaat is in alle opzichten sprake van 'goed bestuur'.
Dit betekent onder meer dat de medezeggenschap bij de overnamekandidaat een
volwaardige rol heeft en dat de horizontale verantwoording op orde is.
De overnamekandidaat mag nú of in de afgelopen vijf jaar niet in opspraak
zijn (geweest) in verband met onregelmatigheden op bestuurlijk, financieel
of onderwijskwalitatief vlak.
Het bestuur moet kennis van zaken hebben op zowel financieel, bestuurlijk
als onderwijskundig gebied en voldoende bestuurskracht om de ernstige
problemen op financieel en kwalitatief gebied het hoofd te bieden.
De overnamekandidaat moet voldoende financiële reserves hebben om de
financiële problemen van SIBA op te kunnen vangen zonder zelf in de
probleem te komen. De overnamekandidaat moet de benodigde middelen hebben
om te investeren in de kwaliteit van de SIBA-scholen en ook toezeggen deze
middelen in te willen zetten.
De gmr van SIBA ziet in de Stichting Islamitische Scholen Amsterdam (ISA)
een geschikte overnamekandidaat. ISA heeft zich ook bij het interim-bestuur
van SIBA gemeld als overnamekandidaat. ISA voldoet echter niet aan de
bovengenoemde voorwaarden. De enige school van ISA (As Siddieq) is in 2005
in opspraak geraakt, omdat het onderwijs op het gebied van actief
burgerschap en sociale integratie niet aan de eisen voldeed. De school
staat op dit vlak nog steeds onder geïntensiveerd toezicht van de
inspectie. Tijdens een recente monitoring heeft de inspectie geconstateerd
dat de leraren hun opdracht op het gebied van burgerschap en integratie
onvoldoende uitvoeren en dat bestuur en directie hen daar onvoldoende op
aanspreken. Bovendien heeft de inspectie medio 2005 geconstateerd dat er
problemen zijn binnen het team en tussen het team en het bestuur.
Medio 2006 heeft de inspectie bij een periodiek kwaliteitsonderzoek
vastgesteld dat de onderwijskwaliteit op de As Siddieq zwak is. De
kwaliteitszorg en de leerlingenzorg zijn niet op orde en ook de recente
tussenresultaten van de leeropbrengsten zijn niet goed. In de problemen
binnen het team en tussen team en bestuur zit wel verbetering, maar de
problemen zijn nog steeds niet opgelost.
Al met al hebben ISA en de As Siddieq de handen vol aan zichzelf. Het
interim-bestuur en ik kunnen daarom niet aannemen dat ISA de kinderen van
de SIBA-scholen een goed toekomstperspectief kan bieden. Om dezelfde
redenen vind ik het zorgelijk dat veel ouders hun kinderen willen
inschrijven op de As Siddieq. Ik heb de inspectie gevraagd erop toe te zien
dat een eventuele forse groei van het aantal kinderen op de As Siddieq niet
ten koste gaat van de toch al zwakke kwaliteit.
In het gesprek van 31 mei met de gmr van SIBA, stelde de gmr dat ook andere
partijen bereid zouden zijn de SIBA-scholen te helpen. Het interim-bestuur
heeft dit jaar met 13 organisaties gesproken over de overdracht van de
scholen. Esprit was de enige kandidaat die voldeed aan de voorwaarden. Tot
op heden zijn er geen andere schoolbesturen die zich concreet hebben gewend
tot het interim-bestuur van SIBA. Maar zelfs als er nu een concreet aanbod
komt, is de tijd tot 1 augustus 2007 zó kort dat een verantwoorde
overdracht van de scholen per 1 augustus 2007 niet meer mogelijk is.
Sluiting van de scholen
Het is nu helaas onafwendbaar dat het interim-bestuur de SIBA-scholen per 1
augustus 2007 gaat sluiten. Dit is des te meer te betreuren, omdat uit
recent onderzoek van de inspectie blijkt dat de kwaliteit van de El Faroeq
Omar, een van de SIBA-scholen, in het afgelopen jaar verbeterd is.
Zoals ik in mijn brief van 5 april heb aangegeven, heeft het interim-
bestuur van SIBA, met het oog op het mogelijke afketsen van de overdracht
van de SIBA-scholen aan Esprit, al de noodzakelijke voorbereidingen
getroffen om de SIBA-scholen per 1 augustus 2007 te sluiten. De gemeente
Amsterdam heeft met de Amsterdamse schoolbesturen afspraken gemaakt over
een zo soepel mogelijke overgang van SIBA-leerlingen naar andere scholen.
Deze afspraken worden nu in gang gezet. Hiermee wordt gewaarborgd dat voor
iedere leerling een plaats beschikbaar is op een andere school. De vrije
keuze van ouders voor een school is niet in het geding. Het interim-bestuur
van SIBA heeft, conform de daarvoor geldende procedures, het personeel
ontslag aangezegd. De Amsterdamse schoolbesturen zullen, via de
gebruikelijke kanalen, bemiddelen bij het zoeken naar een nieuwe plek voor
de personeelsleden.
Met het voorgaande hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma