Ministerie van Buitenlandse Zaken
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
070-3484494
23 mei 2007
Algemeen Ambtsbericht Rwanda
mei 2007
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
2
Inhoudsopgave Pagina
1 Inleiding 4
2 Landeninformatie 5
2.1 Land en volk 5
2.1.1 Ligging en klimaat 5
2.1.2 Bestuurlijke indeling 5
2.1.3 Bevolking 6
2.1.4 Taal 6
2.1.5 Godsdienst 7
2.1.6 Munteenheid 7
2.2 Staatsinrichting 7
2.2.1 Uitvoerende macht 7
2.2.2 Wetgevende macht 8
2.2.3 Rechterlijke macht 8
2.3 Geschiedenis 9
2.3.1 Genocide 1994 9
2.3.2 Periode 1994-1999 10
2.3.3 Lusaka-vredesakkoord 1999 11
2.3.4 Pretoria-akkoord 2002 11
2.3.5 Verkiezingen 12
2.4 Politieke ontwikkelingen 12
2.4.1 FDLR 13
2.4.2 Verstoorde relatie met Frankrijk 13
2.5 Veiligheidssituatie 14
2.5.1 Veiligheidsmacht 14
2.5.2 Demobilisatie, ontwapening en reïntegratie 16
2.6 Regionale context 18
2.6.1 Burundi 18
2.6.2 Democratische Republiek Congo (DRC) 19
2.6.3 Tanzania 20
2.6.4 Uganda 20
2.6.5 Grote Meren-gebied 20
2.7 Sociaal-economische situatie 21
3 Mensenrechten 25
3.1 Internationale verdragen en protocollen 25
3.2 Nationale wetgeving 27
3.3 Toezicht 27
3.3.1 Ideologie van de genocide / divisionisme 28
3.4 Naleving en schendingen 28
3.4.1 Vrijheid van meningsuiting 29
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
3
3.4.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 30
3.4.3 Vrijheid van godsdienst 31
3.4.4 Bewegingsvrijheid 31
3.4.5 Rechtsgang 34
3.4.6 Arrestaties en detenties 41
3.4.7 Mishandeling en foltering 42
3.4.8 Verdwijningen 42
3.4.9 Moorden en buitengerechtelijke executies 43
3.4.10 Doodstraf 43
3.5 Specifieke groepen 43
3.5.1 Vrouwen 44
3.5.2 Homoseksuelen 46
3.5.3 Minderjarigen 46
3.5.4 Dienstplichtigen 49
3.5.5 Etnische groepen 49
3.5.6 (Vermeende) tegenstanders van de regering 51
4 Migratie 53
4.1 Migratiestromen 53
4.2 Opvang van minderjarigen 54
4.2.1 Zelfstandigheid 54
4.2.2 Opvangmogelijkheden 55
4.3 Activiteiten van internationale organisaties 55
5 Bijlagen 56
5.1 Overzicht politieke partijen 56
5.1.1 De voornaamste politieke partijen in Rwanda 56
5.1.2 Verboden partijen in Rwanda 56
5.1.3 Rwandese oppositiepartijen in het buitenland 56
5.2 Literatuurlijst 58
5.2.1 Naslagwerken en rapporten 58
5.2.2 Websites 59
5.3 Lijst van afkortingen 60
5.4 Kaart van Rwanda 63
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
4
1 Inleiding
In dit algemene ambtsbericht wordt de situatie in Rwanda beschreven voor
zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van
personen die afkomstig zijn uit dat land en voor besluitvorming over de
terugkeer van afgewezen Rwandese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een
actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Rwanda
(laatstelijk 5 juli 2006) en beslaat de periode van juli 2006 tot en met april
2007.
Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van
verschillende organisaties van de Verenigde Naties, (niet-)gouvernementele
organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van
de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst.
Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van
de Nederlandse vertegenwoordigingen in de regio aan dit algemeen
ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig
verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare
bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door
informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt
voorafgegaan door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van
Rwanda. Ook is een korte passage over de geografie, de bevolking en de
staatsinrichting van Rwanda opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Rwanda geschetst. Na
een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen,
waarbij Rwanda partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op naleving
van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de
naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Tenslotte
wordt de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk vier komen migratie en opvang van ontheemden, activiteiten
van internationale organisaties en de positie van de UNHCR, aan de orde.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
5
2 Landeninformatie
2.1 Land en volk
2.1.1 Ligging en klimaat
De Republiek Rwanda ligt in de Grote Meren-regio in Centraal-Afrika,
grenzend aan Burundi, de Democratische Republiek Congo (DRC),
Tanzania en Uganda. Het grootste gedeelte van Rwanda is heuvelachtig.
Het land ligt ten zuiden van de evenaar en heeft een tropisch klimaat. De
gemiddelde jaartemperatuur is 19ºC. Het regenseizoen valt in de perioden
februari tot april en november tot januari.1
2.1.2 Bestuurlijke indeling
Vanaf 1 januari 2006 is Rwanda herverdeeld in vijf provincies: Noord,
Oost, West, Zuid en Kigali (voorheen 12). Deze zijn weer onderverdeeld in
30 districten (voorheen 106), 416 sectoren (secteurs) (voorheen 1546) en
2.147 cellen (cellules: een beperkt aantal huishoudens) (voorheen 9.000).
Het voornaamste doel van de regering met deze herverdeling is om de
efficiëntie van het bestuur te vergroten en de bevolking meer zeggenschap
te geven over lokale aangelegenheden.2
1 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
2 EIU, Rwanda: Country Profile, p. 11 en p. 12 (2 mei 2006), www.wikipedia.org 'Provincies
van Rwanda' (29 november 2006) en CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007). Zie
ook § 2.3.5 'Verkiezingen / Lokale verkiezingen' (Geschiedenis).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
6
2.1.3 Bevolking
Rwanda is het dichtst bevolkte land van Afrika (375 personen per km²). Het
land heeft een totale oppervlakte van 26.338 km² en telt circa 9,9 miljoen
inwoners, van wie bijna één miljoen woonachtig is in en om de hoofdstad
Kigali. Naar schatting bestaat de bevolking voor 84% uit Hutu, 15% uit
Tutsi en 1% uit Batwa of Twa (Pygmeeën). Het overgrote deel van de
bevolking (90%) is werkzaam in de landbouw.3
2.1.4 Taal
De officiële talen in Rwanda zijn het Kinyarwanda (een Bantu-taal verwant
aan het Kirundi, de taal van Burundi), het Frans en het Engels
(geïntroduceerd door Tutsi, die sinds 1994 zijn teruggekeerd uit het
Engelstalige Uganda).4
Op de lagere school wordt les gegeven in het Kinyarwanda. Het komt voor
dat Rwandese Tutsi-vluchtelingen die in het buitenland geboren zijn, het
Kinyarwanda niet volledig machtig zijn in die zin dat zij de taal niet perfect
kunnen schrijven. Het is evenwel onwaarschijnlijk dat zij de taal in het
geheel niet zouden spreken.5
Frans en in mindere mate Engels zijn twee andere hoofdtalen, die in het
middelbaar en hoger onderwijs worden gebruikt, hoewel dit in de praktijk
afhangt van de beschikbaarheid van leerkrachten. In Rwanda wordt ook
Swahili gesproken in met name Kigali, maar ook wel in andere steden. Vele
nà 1994 teruggekeerde Tutsi spreken eveneens Swahili, naast het
Kinyarwanda. Swahili wordt vooral in de handel gebruikt.6
In het oosten van de DRC leven sinds generaties diverse van oorsprong
Rwandese bevolkingsgroepen, waaronder de Banyamulenge, die
Kinyarwanda spreken. Tussen het Kinyarwanda van deze groepen en dat
van Rwandezen in Rwanda bestaan accentverschillen, die makkelijk zijn te
onderscheiden.
3 EIU, Rwanda: Country Report, p. 5 (februari 2007), Reuters, Rwanda hopes to limit family
size to three children (14 februari 2007) en CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april
2007). Zie ook § 2.7 'Sociaal-economische situatie'.
4 Zie ook § 3.5.5 'Etnische groepen / Hutu en Tutsi' (Mensenrechten).
5 www.ethnologue.com 'Languages of Rwanda' (2 januari 2007) en CIA, The World Factbook,
Rwanda (17 april 2007).
6 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
7
2.1.5 Godsdienst
Het merendeel van de Rwandese bevolking is christen (93,6%: 49,7%
rooms-katholiek, 43,9% protestant). Daarnaast is 4,6% moslim, hangt 0,1%
inheemse godsdiensten aan en is 1,7% niet gelovig.7
2.1.6 Munteenheid
De Rwandese munteenheid is de Rwandese franc (internationale monetaire
afkorting: RWF). Eind april 2007 was ¤ 1 circa RWF 743 en US$ 1 circa
RWF 547.8
2.2 Staatsinrichting
De staatsinrichting van de Republiek Rwanda is gebaseerd op de grondwet
van 4 juni 2003, waarin het mandaat en het functioneren van de
verschillende staatsorganen zijn opgenomen.9 Formeel is in Rwanda sprake
van een scheiding van de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke
macht. De uitvoerende macht is echter dominant. In de grondwet is bepaald
dat alle burgers gelijk zijn voor de wet, zonder discriminatie op basis van
ras, kleur, afkomst, etniciteit, clan, geslacht, opinie, religie of sociale
status.10
2.2.1 Uitvoerende macht
Na de verkiezingen van 2003 werd Paul Kagame van het Rwandan
Patriotic Front, RPF (Front Patriotique Rwandais, FPR)11 tot president
van Rwanda benoemd. Volgens de grondwet kan de president tweemaal
voor een periode van zeven jaar worden gekozen. Premier is Bernard
Makuza (ex-Mouvement Démocratique Républicain, MDR). Zes partijen
maken deel uit van de Rwandese regering, waarvan het RPF veruit de
7 US Department of State, Rwanda: International Religious Freedom Report 2006
(15 september 2006) en CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
8 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007) en www.coinmill.com / the currency
converter (20 april 2007).
9 EIU, Rwanda: Country Report, p. 4 (februari 2007) en CIA, The World Factbook, Rwanda
(17 april 2007).
10 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Artikel 33 van de grondwet stelt: 'propagation of ethnic, regional, racial or
discrimination or any other form of division is punishable by law'.
11 Binnen de overheid is de Engelse benaming meer in zwang dan de Franse. Naar ideologie is
het RPF een etnisch neutrale partij, maar bestaat voor een groot deel uit en wordt
gedomineerd door Engelstalige Tutsi. Zie ook § 6.1 'Overzicht politieke partijen' (Bijlagen).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
8
belangrijkste is. Het kabinet telt 18 ministers en draagt een multi-etnisch
karakter. In 2008 vinden de volgende parlementsverkiezingen plaats en in
2010 nieuwe presidentsverkiezingen.12
2.2.2 Wetgevende macht
De grondwet van 2003 voorziet in een parlement, dat bestaat uit twee
kamers: de Nationale Vergadering (Assemblée Nationale) en de Senaat
(Sénat), met elk een mandaat voor vijf jaar. De Nationale Vergadering telt
80 leden, van wie 53 direct en 27 indirect worden gekozen uit
vertegenwoordigers van diverse belangengroeperingen.13 De Senaat telt 24
leden, van wie 16 indirect gekozen en 8 benoemd door de president.14
2.2.3 Rechterlijke macht
De rechtspraak is georganiseerd op vier niveaus:
· Cour Suprème (Hoge Raad);
· Haute Cour (Hooggerechtshof);
· Tribunaux de Grande Instance (12 rechtbanken van hoge instantie), te
vergelijken met een arrondissementsrechtbank, en
· Tribunaux de Base (60 rechtbanken van eerste instantie), te vergelijken
met een kantongerecht.
Naast de burgerlijke en strafrechtbanken bestaan er ook militaire
rechtbanken.15
In 2002 is een begin gemaakt met een nieuw, tijdelijk en aanvullend
rechtssysteem (herzien in juni 2004 en maart 2007), als antwoord op de
noodzaak om berechting van daders van de genocide in 1994 te versnellen
(nog steeds zitten enorme aantallen verdachten in overvolle
gevangenissen).16 Deze zogenaamde dorpsrechtbanken, gacaca17, worden
voorgezeten door lekenrechters (gekozen door de lokale bevolking). De
fase van informatievergaring (januari 2005 - juli 2006) is afgerond en heeft
12 EIU, Rwanda: Country Report, p. 4 (februari 2007) en CIA, The World Factbook, Rwanda
(17 april 2007).
13 Voor vrouwen zijn dat 24 zetels, voor de jeugd twee zetels en voor gehandicapten één.
14 EIU, Rwanda: Country Report, p. 4 (februari 2007) en CIA, The World Factbook, Rwanda
(17 april 2007).
15 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007) en CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007). Zie ook § 3.4.5
'Rechtsgang' (Mensenrechten).
16 Zie ook § 2.3.1 'Genocide van 1994' (Geschiedenis).
17 Gacaca betekent letterlijk 'gras', en verwijst naar de traditionele rechtspraak van Rwanda,
waarbij een gemeenschap gezamenlijk conflicten behandelde op een grasveld.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
9
geresulteerd in een lijst van 818.000 aangeklaagden die in 2007/2008
moeten worden berecht.18
2.3 Geschiedenis
In deze paragraaf wordt een beknopt overzicht gegeven van de recente
geschiedenis van Rwanda. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de
vroegere geschiedenis wordt verwezen naar de eerder verschenen
ambtsberichten over Rwanda van oktober 2002 en december 2003.
Anders dan de meeste Afrikaanse landen was een groot deel van het
huidige Rwanda ook vóór de koloniale periode (vanaf eind 19e eeuw) al een
staatkundige eenheid, waar de elite grotendeels uit leden van de Tutsiminderheid
bestond. Door de mogelijkheden van sociaal-economische groei
voor zowel Tutsi als Hutu waren de spanningen tussen de beide groepen tot
de kolonisatie (eerst door Duitsland en vervolgens door België) beperkt.
Nadien namen de spanningen echter sterk toe, hetgeen uiteindelijk
culmineerde in de genocide van 1994.19
2.3.1 Genocide 1994
Tijdens de genocide, die op de avond van 6 april 1994 begon (direct na de
nooit opgehelderde moordaanslag op voormalig Hutu-president Juvénal
Habyarimana), werden in ongeveer honderd dagen 700.000 Tutsi (circa
tweederde van de in Rwanda aanwezige Tutsi-bevolking) en 200.000
gematigde Hutu door extremistische Hutu op systematische wijze
omgebracht.20 De aanwezige VN-vredesmacht (UN-Assistance Mission to
Rwanda, UNAMIR) greep niet in en werd zelfs grotendeels
teruggetrokken.21
18 ANP, Traditionele genocide rechtspraak Rwanda in stroomversnelling (17 januari 2005) en
US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' en § 3.4.6 'Arrestaties en detenties /
Situatie in gevangenissen' (Mensenrechten).
19 Zie ook § 3.5.5 'Etnische groepen / Hutu en Tutsi' (Mensenrechten).
20 Betreft officiële opgave van de Rwandese regering. De meeste schattingen in de media lagen
dichter bij de 500.000, terwijl internationale ngo's die in Rwanda onderzoek hebben gedaan,
rond de één miljoen aanhouden.
21 In december 1999 kwam in opdracht van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties
(SGVN) een onafhankelijk rapport uit over de gebeurtenissen in de aanloop naar de genocide.
De conclusie van dit rapport was dat de VN onvoldoende had gedaan om de genocide te
voorkomen en te stoppen. De Secretaris-Generaal erkende namens de VN deze conclusie en
betuigde spijt (SG/SM/7263 AFR/196).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
10
De VN was niet in staat voldoende troepen te mobiliseren voor de
bescherming van vluchtelingen, waarop de Franse regering in juni 1994
Opération Turquoise lanceerde. Terwijl het Rwandan Patriotic Front
(RPF), de groepering waarin zich veel Tutsi-vluchtelingen uit de
buurlanden hadden verenigd, het land veroverde, creëerden de Fransen in
de zuidwestelijke driehoek van het land een tijdelijke 'veilige zone' voor de
opvang van ontheemden. Hierdoor kregen zo'n twee miljoen Hutu de kans
om te vluchten naar Burundi, Tanzania en Zaïre (sinds mei 1997 de
Democratische Republiek Congo, DRC), onder wie veel daders van de
genocide inclusief het toenmalige regime en het grootste deel van het leger
en de verschillende milities, die op deze wijze aan berechting wisten te
ontkomen.22
2.3.2 Periode 1994-1999
Op 19 juli 1994 nam het RPF de macht over in Kigali, waarmee een einde
kwam aan de genocide. Pasteur Bizimungu, een Hutu en vooraanstaand lid
van het RPF23, werd benoemd tot president van een regering van nationale
eenheid. De regering gaf aan dat zij zich zou houden aan het Akkoord van
Arusha (1993)24 en beschouwde zichzelf als overgangsregering.25 Zij zag
zich echter voor enorme problemen gesteld vanwege de welhaast totale
ineenstorting van het overheidsapparaat, de geruïneerde economie en het
schijnbaar onoplosbare probleem van de vele van genocide verdachte
personen. De autoriteiten riepen alle vluchtelingen op terug te keren naar
Rwanda en te helpen de economie weer op te bouwen. In de periode 1994
tot eind 1996 gaf een groot aantal vluchtelingen hieraan gehoor, onder wie
Rwandezen die vóór 1994 het land ontvlucht waren (met name Tutsi uit de
buurlanden, in het bijzonder Uganda), alsook het grootste deel van de in
1994 gevluchte Rwandese Hutu-burgers.
22 EIU, Rwanda: Country Profile (augustus 2005), Reuters, Rwanda questions new U.N. antigenocide
pledge (18 september 2005) AFP, Génocide au Rwanda: le rôle de la France n'est
plus "tabou" (26 september 2006), EIU, Rwanda: Country Report, p. 14 (februari 2007) en
AFP, Génocide au Rwanda: Paul Kagame accuse les Français d'être "venus tuer" (7 april
2007).
23 Naar ideologie is het RPF een etnisch neutrale partij, waarbij het belang van nationale
eenheid en het recht van alle Rwandezen om naar hun land van oorsprong terug te keren
centraal staan.
24 Dit akkoord van vóór de genocide voorzag in terugkeer van Tutsi-vluchtelingen, deling van
de macht tussen Hutu en Tutsi in een nog te vormen overgangsregering en integratie van het
RPF in de Rwandese strijdkrachten.
25 De overgangsperiode zou oorspronkelijk in 1999 aflopen, maar werd verlengd tot 2003
vanwege de onveiligheid in het noordwesten van het land en de onrust door terugkeer van
vluchtelingen uit de DRCongo.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
11
Onder de teruggekeerde Hutu bevonden zich ook veel leden van de Forces
Armées Rwandaises (FAR) en de Interahamwe-milities,26 die in noordwest-
Rwanda een opstand ontketenden en gericht tegenstanders (Tutsi en
gematigde Hutu) begonnen te doden om zo de genocide alsnog te voltooien.
Een keiharde aanpak van het Rwandese regeringsleger Rwandan Patriotic
Army (RPA) was het gevolg, waarbij de burgerbevolking niet werd ontzien.
De opstand werd onderdrukt en de meeste ex-FAR/Interahamwe werden
verdreven, met name naar Oost-Congo. In de jaren die volgden,
hergroepeerden de ex-FAR/Interahamwe zich in de vluchtelingenkampen
en voerden zij regelmatig aanvallen uit op Rwandees grondgebied, die weer
werden beantwoord met tegenaanvallen van het RPA.27 Het grensoverschrijdende
conflict leidde tot confrontaties met het Congolese leger. Een
breuk tussen Rwanda en de DRC was het gevolg en leidde tot een invasie
door Rwanda.
2.3.3 Lusaka-vredesakkoord 1999
Internationale bemiddeling om het conflict tussen beide landen te
beëindigen, leidde in juli 1999 tot het Lusaka-vredesakkoord, waarbij onder
meer een staakt-het-vuren, ontwapening en demobilisatie van de ex-
FAR/Interahamwe en terugtrekking van RPA-eenheden uit de DRC werden
overeengekomen.28 Het akkoord werd slechts ten dele uitgevoerd; Rwanda
begon met terugtrekking van zijn troepen, maar ontwapening van ex-
FAR/Interahamwe door de DRC vond niet plaats. Een fundamenteel
veiligheidsprobleem voor Rwanda bleef hiermee onopgelost. Dat bleek
eens te meer, toen medio 2001 ongeveer 5.000 ex-FAR/Interahamwe het
noordwesten van Rwanda binnenvielen. De aanval kon echter door het
Rwandese regeringsleger worden afgeslagen, mede omdat de overwegend
Hutu-bevolking in dat gebied voor het eerst geen steun gaf aan de
infiltranten.
2.3.4 Pretoria-akkoord 2002
Op initiatief van Zuid-Afrika vonden vervolgens in Pretoria nieuwe
onderhandelingen plaats tussen Rwanda en de DRC, hetgeen in juli 2002
leidde tot het zogeheten Memorandum of Understanding (MoU), waarbij de
afspraken uit het Lusaka-vredesakkoord betreffende de ontwapening van de
ex-FAR/Interahamwe en de terugtrekking door Rwanda van zijn troepen
26 Voormalige Rwandese legereenheden en volksmilities die verantwoordelijk worden
gehouden voor de genocide in 1994 (Interahamwe betekent: 'Zij die samen vechten').
27 Zie ook § 2.4.1 'FDLR' (Politieke ontwikkelingen).
28 IRIN, DRC-Rwanda: Kigali requests third party verification mechanism (16 juni 2004). Zie
ook § 2.5.2 'Demobilisatie, ontwapening en reïntegratie' (Veiligheidssituatie).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
12
werden bevestigd.29 In oktober 2002 begon Rwanda onder toezicht van
derden (VN, Zuid-Afrika) met de terugtrekking van zijn troepenmacht uit
de DRC. De afspraken over de ontwapening van de ex-FAR/Interahamwe
werden evenwel niet nageleefd.30
2.3.5 Verkiezingen
In mei 2003 werd door middel van een referendum een nieuwe grondwet
aangenomen, in augustus en september van dat jaar gevolgd door
presidents- en parlementsverkiezingen. Grote overwinnaar van de
verkiezingen werd het RPF. Op 20 oktober 2003 maakte president Kagame
zijn kabinet bekend.31
Lokale verkiezingen
In de periode februari-maart 2006 vonden achtereenvolgens verkiezingen
op cel-, sector- en districtsniveau plaats. Deze verkiezingen waren mede
belangrijk vanwege de nieuwe administratieve indeling per 1 januari 2006,
waarbij op alle niveaus cellen, sectoren, districten en provincies werden
samengevoegd en tegelijkertijd bevoegdheden naar lagere administratieve
niveaus werden verschoven.
Het verkiezingsproces was goed georganiseerd en verliep over het
algemeen rustig. De kandidaten mochten geen campagne voeren op basis
van affiniteit met een politieke partij. Op alle niveaus is een adequate
vertegenwoordiging van verschillende groepen geregeld via een
ingewikkeld systeem van directe en getrapte verkiezingen en benoemingen.
Het gaat daarbij om groepen als vrouwen, de jeugd, het forum voor
politieke partijen, gehandicapten en academici, waarvan de kandidaten
strikt persoonlijk voor specifieke functies zijn gekozen.32
2.4 Politieke ontwikkelingen
Gedurende de verslagperiode hebben zich geen noemenswaardige
binnenlandse politieke ontwikkelingen voorgedaan. Het regeringsbeleid
29 Reuters, Congo wants direct talks with Rwanda (5 juli 2002).
30 IRIN, Rwanda: Kigali integrates four ex-rebel commanders into national army (7 juli 2004)
en Reuters, Rwandan rebels reluctant to return home from Congo (31 mei 2005). Zie ook
§ 2.6.2 'DRCongo' (Regionale context).
31 Zie ook § 2.2 'Staatsinrichting'.
32 Reuters, Rwandans vote in grass-roots elections (6 februari 2006) en AFP, Victoire du FPR
aux élections locales au Rwanda (8 maart 2006). Zie ook § 2.1.2 'Bestuurlijke indeling'
(Land en volk) en § 5.1 'Overzicht politieke partijen' (Bijlagen).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
13
blijft gericht op het voeren van een beleid van eenheid en verzoening en
ontwikkeling van het land, waarbij etnische verdeeldheid niet langer wordt
getolereerd. Referenties naar etniciteit zijn verdwenen (bijvoorbeeld in het
paspoort).
2.4.1 FDLR
Eind maart 2005 kondigde de laatst overgebleven rebellenbeweging Forces
Démocratiques pour la Libération du Rwanda (FDLR)33 tijdens een
tweedaags overleg met Congolese regeringsfunctionarissen in Rome aan de
gewapende strijd tegen de Rwandese regering te willen staken en deze om
te zetten in een politieke strijd. De Rwandese autoriteiten reageerden
afwachtend. Rwanda weigert om politieke onderhandelingen met de FDLR
aan te gaan, omdat zij de groepering beschouwt als medeplichtig aan het
regime dat de genocide heeft gepleegd. Er heeft zich nog geen doorbraak
voorgedaan.34
2.4.2 Verstoorde relatie met Frankrijk
Gedurende de verslagperiode ontstond een diplomatiek conflict tussen
Rwanda en Frankrijk naar aanleiding van het uitkomen van een
onderzoeksrapport van de Franse rechter Bruguière. In het rapport worden
president Kagame en negen van zijn naaste medewerkers verantwoordelijk
gehouden voor het neerschieten van het presidentiële vliegtuig op 6 april
1994, waarbij oud-president Habyarimana om het leven kwam (het startsein
van de genocide door radicale Hutu). Op basis van dit rapport werd
vervolgens een internationaal arrestatiebevel tegen de negen medewerkers
uitgevaardigd (president Kagame zelf geniet gedurende zijn ambtstermijn
immuniteit). Dit alles was voor de Rwandese regering reden genoeg om
eind november 2006 de diplomatieke betrekkingen met Frankrijk te
verbreken.35 Vervolgens diende Rwanda eind april 2007 een klacht in bij
33 In de FDLR zijn voormalige Rwandese legereenheden en volksmilities verenigd die
verantwoordelijk worden gehouden voor de genocide in 1994. Zie ook § 2.3.2 'Periode 1994-
1999' (Geschiedenis).
34 EIU, Rwanda: Country Report, p. 8 (februari 2007). Zie ook § 2.5.2 'Demobilisatie,
ontwapening en reïntegratie' (Veiligheidssituatie) en § 2.6.2 'Democratische Republiek
Congo' (Regionale context).
35 Reuters, Rwanda's Kagame should face court-French judge (21 november 2006), BBCNews,
Rwanda cuts relations with France (24 november 2006), Reuters, Rwandans united in anger
at France (28 november 2006), AFP, Rwandais: le président Kagame pour une coalition
contre les "anti-africains" (5 januari 2007), EIU, Rwanda: Country Report, p. 12 / 13
(februari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights
Practices 2006 (6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
14
het International Gerechtshof (International Court of Justice, ICJ) in Den
Haag om de arrestatiebevelen nietig te doen verklaren.36
Rwanda op zijn beurt beschuldigde Frankrijk van betrokkenheid bij de
genocide; Franse militairen zouden radicale Hutu-milities hebben opgeleid
en bewapend.37 Eind maart 2007 besloot de Rwandese regering zelf een
onderzoekscommissie in te stellen naar de oorzaak van de aanslag.38 Tot op
heden is de relatie tussen beide landen nog niet hersteld.
2.5 Veiligheidssituatie
De veiligheidssituatie in Rwanda was gedurende de verslagperiode stabiel.
Hoewel de dreiging van de FDLR vanuit de DRC nog steeds bestaat,
werden geen noemenswaardige grensincidenten of infiltraties gemeld. Wel
zijn begin maart 2007 twee mortierinslagen uit Oost-Congo geregistreerd,
waarbij echter geen schade werd aangericht. Vooralsnog is dit
schietincident geen reden om aan te nemen dat er een trendmatige
verslechtering van de veiligheidssituatie zou zijn. De criminaliteit in het
land is vrij laag in vergelijking met die in de regio.39
2.5.1 Veiligheidsmacht
Ter bescherming van de veiligheid beschikt Rwanda over een beroepsleger
(Rwanda Defence Forces, RDF), een politiemacht (Rwanda National
Police, RNP) en vrijwillige burgerwachten (Local Defense Forces, LDF).
De verantwoordelijkheid voor de externe veiligheid en de verdediging van
het land ligt bij het ministerie van Defensie (leger), terwijl de binnenlandse
veiligheid onder de minister van Binnenlandse Zaken (politiemacht) en de
minister voor Lokaal Bestuur (vrijwillige burgerwachten) valt.40
Leger
In 2002 is de naam van het Rwandese leger bij wet gewijzigd van Rwandan
36 AFP, Le Rwanda tente de placer son différend avec la France devant la CIJ (18 april 2007)
en BBCNews, Rwanda takes France to UN court (20 april 2007).
37 AFP, Génocide au Rwanda: nouvelles audiences publiques sur le rôle de la France
(21 november 2006), AFP, Génocide rwandais: des soldats français accuses de viols
collectifs (13 december 2006), AFP, Génocide au Rwanda: Paul Kagame accuse les
Français d'être "venus tuer" (7 april 2007), AFP, Un ex-officier belge accuse des soldats
français d'avoir entraîné des milices (agence officielle rwandaise) (24 april 2007) en
Reuters, French troops advised on Rwanda genocide (3 mei 2007).
38 AFP, Rwanda: commission d'enquête sur l'attentat contre l'avion d'Habyarimana (29 maart
2007).
39 Zie ook § 2.6.2 'DRCongo' (Regionale context).
40 Zie ook § 3.5.4 'Dienstplichtigen' (Mensenrechten).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
15
Patriotic Army (RPA) in Rwanda Defence Forces (RDF). Het RPA was de
militaire vleugel van het Rwandan Patriotic Front (RPF) en viel in 1990
vanuit Uganda Rwanda binnen. Na de machtsovername in 1994 in Kigali
door het RPF verving het RPA onmiddellijk het regeringsleger van het
voorgaande regime van vóór en tijdens de genocide, de Forces Armées du
Rwanda (FAR). De RDF is een sterk en gedisciplineerd beroepsleger, dat
via het demobilisatieproces inmiddels is teruggebracht van ongeveer 40.000
militairen in 2003 tot het beoogde aantal van 25.000.41 Rwanda oogst veel
lof voor zijn deelname aan diverse vredesmissies, zoals in Sudan.42
Politie
In 2000 nam de Rwanda National Police (RNP) de plaats in van de
gendarmerie. Het betreft een politiemacht van ongeveer 6.000 agenten, die
vroeger deel hebben uitgemaakt van de gendarmerie en de gemeentelijke
politie. Crimineel onderzoek wordt verricht door het Criminal Investigation
Department (CID).43
De RNP valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, terwijl de
vroegere gendarmerie onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van
Defensie viel. De belangrijkste taak van de politiemacht is de binnenlandse
veiligheid van de bevolking te waarborgen. Alleen de veiligheid van de
bevolking in de grensgebieden met de DRC is in eerste instantie de taak van
het leger, en pas daarna van de politie en de LDF (zie hieronder).
Aangezien het aantal politieagenten niet toereikend is om hun taak naar
behoren te vervullen, wordt vaak ook elders de hulp van het leger of de
LDF ingeroepen.44
Burgerwachten
De Local Defense Forces (LDF) zijn burgerwachten die oorspronkelijk
werden opgericht onder de regering-Habyiramana om het leger bij te staan
tegen invallen van het RPF. Na de genocide van 1994 was er aanvankelijk
geen politie, waarop de RPF-autoriteiten nieuwe burgerwachten oprichtten
om de bevolking tegen de resterende genocidale krachten in het land te
beschermen. Tussen 1995 en 1997 werd de LDF tijdelijk opgeheven als
gevolg van berichten over machtsmisbruik jegens burgers. Na een opstand
in het noordwesten van Rwanda in 1996 werden zij echter opnieuw
ingesteld.45
41 EIU, Rwanda: Country Profile, p. 15 (2 mei 2006).
42 Zie ook § 2.6 'Regionale context'.
43 EIU, Rwanda: Country Profile, p. 15 (2 mei 2006).
44 EIU, Rwanda: Country Profile, p. 15 (2 mei 2006).
45 Zie ook § 2.3.2 'Periode 1994-1999' (Geschiedenis).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
16
In januari 2005 is de LDF bij wet geïnstitutionaliseerd. Zij vallen onder
supervisie van de politie. De meeste LDF-leden zijn werkloze jonge
mannen en ook vrouwen tussen de 18 en 30 jaar oud, die eerst twee à drie
maanden training krijgen. Zij worden door de raad van de cellule op
vrijwillige basis gekozen, krijgen een uniform en mogen misdadigers
arresteren, maar alleen wanneer die op heterdaad worden betrapt. Zij
worden slechts voorzien van wapens als zij in actie moeten komen. In de
wet is bepaald dat het wapen louter mag worden gebruikt voor
zelfbescherming en dat minderjarigen geen deel mogen uitmaken van de
LDF.46
Mensenrechtenorganisaties melden regelmatig gevallen van geweld tegen
burgers door LDF-leden. Daar zij niet betaald worden voor hun diensten,
gebruiken sommigen hun positie om mensen te beroven, af te persen of bij
geval te doden.47 LDF-leden die misbruik maken van hun macht, worden
snel tot de orde geroepen, soms door ontslag uit de LDF en in de ernstigste
gevallen door arrestatie en detentie.48
Veiligheidsdiensten
In Rwanda zijn meerdere veiligheidsdiensten actief, waaronder de
Department of Military Intelligence (DMI). Over de structuur en werkwijze
van deze diensten is weinig bekend.
2.5.2 Demobilisatie, ontwapening en reïntegratie
In het akkoord van Lusaka (1999) werden de eerste afspraken gemaakt over
demobilisatie, ontwapening en reïntegratie van de gewapende groeperingen
(leger en rebellen).49 De Rwandese autoriteiten waren wel al sinds 1997
bezig met een eerste fase van afslanking van het Rwandese regeringsleger,
maar hadden door gebrek aan middelen nog geen aandacht kunnen besteden
aan ex-FAR militairen die Rwanda nooit hadden verlaten of krijgsgevangen
waren gemaakt. De demobilisatiefase voor uitvoering van het Lusakaakkoord
begon in 2001 en betreft naast de RDF ook de ex-FAR en de exrebellen
die uit de DRC terugkeren. In 2006 is de demobilisatie van 20.000
RDF-manschappen voltooid. Daarnaast is de programmacomponent voor
46 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
47 HRW, World Report 2007 (11 januari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country
Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007).
48 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 3.4 'Naleving en schendingen' (Mensenrechten).
49 Zie ook § 2.3.3 'Lusaka-vredesakkoord 1999' (Geschiedenis).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
17
toelages voor in Rwanda verblijvende ex-FAR afgesloten; circa 15.000
manschappen hebben hun uitkering ontvangen.50
Rwanda heeft een programma voor opvang en reïntegratie van FDLRmanschappen
na terugkeer uit de DRC. Dit programma wordt ondersteund
via het Multi-country Demobilization and Reintegration Program (MDRP)
van de Wereldbank en loopt al in verschillende vormen sinds het eind van
de jaren negentig. Het wordt geleid en uitgevoerd door de Rwanda
Demobilisation and Reintegration Commission (RDRC). Gedurende de
verslagperiode is in het kader van dit programma extra geïnvesteerd in een
communicatiestrategie, gericht op het tegengaan van desinformatie door de
FDLR-leiding en op de mogelijkheden voor sociaal-economische
reïntegratie.51
De demobilisatie van rebellen, die zich ophouden in de DRC, verloopt nog
traag. MONUC52 zet alle middelen in om het terugkeerproces te
bevorderen, waaronder scouts om FDLR-strijders over te halen terug te
keren naar Rwanda. Ook wordt er gebruik gemaakt van speciale
radiozenders, die uitleg geven over de mogelijkheden tot terugkeer. Voor
zover bekend wil de meerderheid van de manschappen demobiliseren, maar
zij worden veelal door hardliners binnen de FDLR-leiding gedwongen te
blijven. Naar verluidt zouden FDLR-manschappen min of meer gijzelaars
zijn van de leiders van de FDLR, die hen gebruiken als kordon voor hun
eigen bescherming. De discipline binnen de FDLR wordt vaak met grove
dwang bewaakt; manschappen die verklaren terug te willen keren, zouden
worden geëxecuteerd. Diegenen die de strijd willen staken en willen
terugkeren naar Rwanda, lopen dus een aanzienlijk risico.53
Wel lijkt de positie van de FDLR in Oost-Congo, waar zich naar schatting
nog zo'n 7 à 8.000 FDLR-milities ophouden, te verzwakken. Het
Congolese regeringsleger en MONUC proberen met militaire acties de
FDLR-troepen dieper het binnenland in te drijven, waardoor invallen in
Rwanda onmogelijk worden.54 In de loop van 2006 kwam een bescheiden,
maar gestage stroom van meestal individuele FDLR-manschappen richting
50 Zie voor meer gedetailleerde informatie over programma en uitkeringen eerder verschenen
algemene ambtsberichten over Rwanda, laatstelijk 5 juli 2006.
51 UNSC, S/2006/759, Twenty-second report of the Secretary-General on the United Nations
Organization Mission in the Democratic Republic of the Congo, § 57 (21 september 2006).
Zie ook § 2.4.1 'FDLR' (Politieke ontwikkelingen).
52 MONUC (Mission de l'Organisation des Nations Unies en République Démocratique du
Congo) is de VN-vredesmissie in de DRC.
53 EIU, Rwanda, Country Report, p. 8 (november 2006). Zie ook § 2.4.1 'FDLR' (Politieke
ontwikkelingen).
54 AFP, Opération d'envergure de l'armée congolaise dans le Nord-Kivu (25 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
18
Rwanda op gang om te worden gedemobiliseerd en geïntegreerd in de
maatschappij. Dit proces blijft echter moeizaam vanwege de onwil van
hardliners binnen de FDLR-leiding om de wapens neer te leggen. Toch zijn
er steeds meer tekenen dat de beweging sterk onder druk staat en verdeeld
raakt.55
2.6 Regionale context
De ontwikkelingen in Rwanda en de veiligheidssituatie in het land hangen
nauw samen met de bredere problematiek in het Grote-Merengebied.
Rwanda neemt momenteel deel aan diverse regionale vredesinitiatieven,
waaronder die ten aanzien van Darfur, Zuid-Sudan en Somalië.56 Hieronder
worden de bilaterale betrekkingen van Rwanda met de buurlanden Burundi,
de Democratische Republiek Congo (DRC), Tanzania en Uganda belicht.
2.6.1 Burundi
De betrekkingen tussen Burundi en Rwanda zijn over het algemeen goed.
Er bestaan nauwe contacten tussen beide landen.57 Gevoed door sociaaleconomische
malaise en honger, maar ook vanwege angst voor berechting
door gacaca-rechtbanken58 zijn in 2005 en begin 2006 duizenden
Rwandezen de grens overgestoken naar Burundi.59 In de loop van maart
2006 normaliseerde de situatie zich in en om Butare, waar de meeste
vluchtelingen vandaan kwamen. Dit kwam mede, omdat de plaatselijke
overheid op een effectievere manier met de bevolking over gacaca
communiceerde. Hierdoor werd de uittocht grotendeels tot staan gebracht
en kwam een gestage stroom van terugkeer, gefaciliteerd door UNHCR, op
55 EIU, Rwanda, Country Report, p. 8 (februari 2007), US Department of State, Rwanda:
Country Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007) en AFP, RDC: reddition de
370 miliciens locaux dans l'est (ONU) (7 maart 2007). Zie ook § 2.5.2 'Demobilisatie,
ontwapening en reïntegratie' (Veiligheidssituatie) en § 2.6.2 'Democratische Republiek
Congo' (Regionale context).
56 IRIN, Rwanda-Somalia: President seeks Kigali's help to foster reconciliation (24 januari
2007), Reuters, Rwanda asks UN council to remove arms proviso (7 maart 2007) en Reuters,
Rwanda president 'ringing an alarm bell' on Darfur (2 mei 2007).
57 EIU, Burundi: Country Report, p. 7 (augustus 2006), EIU, Burundi: Country Profile, p. 15
(20 september 2006) en EIU, Rwanda: Country Report, p. 8 (februari 2007).
58 Medio januari 2005 werd een begin gemaakt met de voorbereidende hoorzittingen van
vermeende verdachten voor hun aandeel in de genocide door gacaca-rechters. Al snel deden
geruchten de ronde over arbitraire arrestaties en detentie van Hutu. Zie ook § 2.2.3
'Rechterlijke macht' (Staatsinrichting) en § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' (Mensenrechten).
59 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
19
gang. Andersom verblijven er nauwelijks meer Burundese vluchtelingen in
Rwanda.60
2.6.2 Democratische Republiek Congo (DRC)
Gedurende de verslagperiode was de veiligheidssituatie in Oost-Congo
(vooral in de provincie Noord-Kivu) slecht.61 In grote gebieden ontbreekt
het aan staatsgezag, waardoor rebellengroeperingen, waaronder Mayi-Mayi
en FDLR, ruimte krijgen om te opereren.62 Deze verzetten zich tegen
herstel van het centrale overheidsgezag, terroriseren de lokale bevolking en
exploiteren een deel van de aanwezige natuurlijke rijkdommen. De
opbrengst wordt onder meer gebruikt voor de aanschaf van wapens en
munitie.
Als gevolg van schermutselingen tussen het Congolese regeringsleger en
plaatselijke milities zoeken Congolese vluchtelingen in het grensgebied nog
geregeld hun heil in Rwanda. Volgens UNHCR zouden zich nog zo'n
43.000 Congolese vluchtelingen in Rwanda bevinden.63 Rwanda zoekt
samenwerking met de DRC om het gemeenschappelijk probleem, dat de
FDLR vormt voor de bevolking in de regio, te helpen oplossen.64
De bilaterale betrekkingen tussen Rwanda en de DRC zijn zodanig
verbeterd, dat de Rwandese regering verklaard heeft bereid te zijn haar
ambassade in Kinshasa te heropenen. Tot uitwisseling van ambassadeurs is
het echter nog niet gekomen.65 Rwanda laat zich steeds vaker voorzichtig
positief of begripvol uit over de inspanningen van de internationale
gemeenschap in de DRC, en in het bijzonder die van MONUC.66
60 Reuters, No reason for Rwandans to seek Burundi asylum-Rwanda (10 mei 2006), EIU,
Rwanda: Country Report, p. 16 (mei 2006), IRIN, Burundi-Rwanda: Thousands more asylum
seekers repatriated (13 juni 2006), HRW, World Report 2007 (11 januari 2007) en CIA, The
World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
61 IRIN, DRC-Rwanda: Mediation to ease tension in North Kivu (8 januari 2007) en AFP,
Offensive de l'armée au Nord-Kivu (RDC) (2 mei 2007).
62 AFP, RDC: reddition de 370 miliciens locaux dans l'est (ONU) (7 maart 2007).
63 UNHCR, Rwanda: Country Information Brief , p. 11 (september-december 2006).
64 IRIN, DRC-Rwanda: Mediation te ease tension in North Kivu (8 januari 2007) en EIU,
Rwanda: Country Report, p. 16 (februari 2007). Zie ook eerder verschenen algemene
ambtsberichten over Rwanda, laatstelijk 5 juli 2006.
65 Reuters, Rwanda hails neighbour Congo's peaceful elections (1 augustus 2006), UNSC,
S/2006/759, Twenty-second report of the Secretary-General on the United Nations
Organization Mission in the Democratic Republic of the Congo, § 39 (21 september 2006),
EIU, Rwanda: Country Report, p. 16 (november 2006) en EIU, Rwanda: Country Report,
p. 8 (februari 2007).
66 IRIN, Rwanda-DRC: Kagame seeks co-operation on rebels (7 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
20
2.6.3 Tanzania
De betrekkingen tussen Tanzania en Rwanda zijn goed, maar niet intensief.
Het voornaamste geschilpunt was jarenlang het vluchtelingenprobleem.
Sinds 2006 bestaat tussen beide landen een akkoord betreffende repatriëring
van nog in Tanzania verblijvende Rwandezen. Tanzania begon in dat jaar
met de gedwongen uitzetting van circa 60.000 Rwandezen, die daar soms al
generaties lang verblijven. Inmiddels zijn ongeveer 18.000 Rwandezen
teruggekeerd.67
2.6.4 Uganda
Uganda is Rwanda's belangrijkste handelspartner. De bilaterale relatie is
goed, maar wordt af en toe op de proef gesteld. Een voorbeeld was het
doorreizen naar Europa in april 2006 van de politieke leider van de FDLR,
Ignace Murwanashyaka, vanuit de DRC via Uganda. Dit in weerwil van een
opgelegde VN-sanctie die reizen van rebellenleiders vanuit Oost-Congo
verbood. Tot een conflict tussen beide landen is het uiteindelijk niet
gekomen, maar deze aangelegenheid illustreerde in de optiek van Rwanda
dat Uganda een 'vrijhaven' zou zijn voor een grote groep dissidenten en
rebellen.68
In 2006 hebben Rwanda en Uganda ter inperking van grensoverschrijdende
incidenten (drugshandel, smokkel, berovingen) afspraken gemaakt inzake
joint security operations langs de gemeenschappelijke grens.69 Voorts zijn
beide landen samen met UNHCR overeengekomen dat de komende jaren
de in Uganda aanwezige Rwandese vluchtelingen (volgens UNHCR nog
zo'n 16.000) op vrijwillige basis naar hun land zullen terugkeren.70 In
februari 2007 zijn afspraken gemaakt over het uitleveren van een aantal in
Uganda verblijvende genocide-verdachten aan Rwanda.
2.6.5 Grote Meren-gebied
Onder auspiciën van de Afrikaanse Unie (AU) en de VN vond in Dar es
Salaam op 19 en 20 november 2004 de eerste International Conference on
the Great Lakes Region (ICGLR) plaats, met als doel het beëindigen van het
67 EIU, Rwanda: Country Profile 2006, p. 14 (2 mei 2006), EIU, Rwanda: Country Report,
p. 17 (augustus 2006) en www.rodekruis.be (7 december 2006). Zie ook § 4 'Migratie'.
68 ANP, België liet gezochte Hutu-leider toch EU binnen (11 april 2006), IRIN, Rwanda: Rebel
leader released after three-week detention (27 april 2006), EIU, Rwanda: Country Report,
p. 15 en p. 16 (mei 2006), AFP, Sanctions américaines "injustes et inutiles" (rebelles
rwandais) (2 november 2006) en EIU, Rwanda: Country Report, p. 8 (februari 2007).
69 EIU, Rwanda: Country Report, p. 17 (november 2006).
70 UNHCR, Rwanda: Country Information Brief (september-december 2006).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
21
geweld, de opbouw van functionele staatsstructuren en herstel van de
relaties tussen de landen onderling. Eerbiediging van de territoriale
integriteit, het niet dulden van buitenlandse rebellengroepen en herstel van
de rechtstaat werden daarbij expliciet genoemd. Concretisering van deze
doelstellingen hebben uiteindelijk geleid tot een pact voor regionale
veiligheid, stabiliteit en ontwikkeling, dat tijdens de tweede Grote Merenconferentie
in Nairobi op 14 en 15 december 2006 is aangenomen. De
volgende conferenties zullen worden gehouden in de DRC in 2008 en in
Uganda in 2010.71
Voorts werd eind oktober 2004 onder auspiciën van de Verenigde Staten
een tripartiete overeenkomst getekend tussen Rwanda, de DRC en Uganda.
Het tripartiete overleg heeft tot doel het verbeteren van de regionale
verhoudingen en het oplossen van bestaande (grens)conflicten. Binnen het
tripartiete overleg is voorzien dat de ministers van Buitenlandse Zaken en
van Defensie regelmatig bijeen komen.72 Inmiddels vonden in oktober 2005
in Kampala, alwaar de toetreding van Burundi werd geformaliseerd
(tripartiete plus), en in april en mei 2006 in respectievelijk Bujumbura en
Kigali vervolgbesprekingen plaats over diverse onderwerpen. Onder meer
werd overeengekomen aan illegaal bewapende groeperingen, die de vrede
en veiligheid in de regio destabiliseren, sancties op te leggen (reisrestricties
van leiders, verboden toegang tot de media, verbod op politieke
bijeenkomsten, etc.).73
2.7 Sociaal-economische situatie
De genocide van 1994 heeft duidelijke sporen achtergelaten op de
levensstandaard en de sociaal-economische situatie in Rwanda. Met een
inkomen van circa US$ 272 (¤ 204) per hoofd van de bevolking behoort
Rwanda tot de armere landen van Afrika. Rwanda staat op plaats 159 van
177 op de Human Development Index (HDI), de VN-index voor sociale
ontwikkeling.74
71 IRIN, Great Lakes: Regional pact highlights humanitarian issues (15 december 2006) en
AFP, Rwanda: l'ONU lève les derniers éléments d'un embargo sur les armes (28 maart
2007).
72 RNA, Rwanda, Uganda, DRCongo sign agreement on security mechanism (26 oktober
2004).
73 UNSC, S/2006/163, Sixth report of the Secretary-General on the United Nations Operation
in Burundi, § 15 (21 maart 2006), AFP, Les Grands Lacs vont à l'Onu des sanctions contre
les rebelles (21 april 2006) en IRIN, Great Lakes: Ministers want illegal armed groups
sanctioned (21 april 2006).
74 EIU, Rwanda: Country Report (februari 2007) en www.hdr.undp.org/statistics (15 maart
2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
22
Circa 60% van de Rwandese bevolking leeft van minder dan US$ 1 per
dag. De kindersterfte is één van de hoogste ter wereld (85 per 1000).
Ongeveer 5,1% van de bevolking is HIV-positief; naar schatting zijn
inmiddels meer dan 30.000 personen overleden aan AIDS. De gemiddelde
levensverwachting bedraagt 49 jaar. Het grootste deel van de bevolking
(circa 90%) is voor haar bestaan direct of indirect afhankelijk van de
landbouw.75
Van het Rwandese grondgebied is ongeveer 75% geschikt voor landbouw.
Om de productiviteit van deze sector te verhogen moet opdeling van land
worden tegengegaan en daarvoor is op 15 september 2005 een nieuwe
landwet (Land Law) in werking getreden. De wet verbiedt verdere
fragmentatie van land door erfenis of verkoop. De implementatie moet nog
in andere wetten worden uitgewerkt. Naar verwachting zullen lokale
landcommissies vóór eind 2007 grondbezit gaan registreren en monitoren
op productiviteit en milieuvriendelijkheid. Belangrijk is daarbij dat de
landbezitters niet het slachtoffer worden van machtsmisbruik en
discriminatie bij herverdeling van land, voorts betrokken worden bij de
besluitvorming van de landcommissies en toegang hebben tot de rechter
indien onheus bejegend.76
Economische activiteit buiten de landbouwsector is nog sterk
onderontwikkeld. Externe investeringen bleven na 1994 beperkt; het
investeringsklimaat was om verschillende redenen (onveiligheid, geringe
beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel, inadequate wetgeving en
tenuitvoerlegging daarvan) onaantrekkelijk. De Rwandese overheid zet zich
in om het investeringsklimaat te verbeteren middels aanpassing van
bestaande en invoering van nieuwe wetgeving op dat gebied, waarvoor zij
lof ontving in de Doing Business Index van 2006.77 Op 30 november 2006
werd Rwanda, samen met Burundi, toegelaten tot de East African
Community (EAC).78 Voorts heeft Rwanda in december 2006 aangegeven
lid te willen worden van de Commonwealth of Nations; het land hoopt te
worden toegelaten tijdens de topbijeenkomst in Kampala in november
2007.79
75 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
76 EIU, Rwanda: Country Report, p. 9 (februari 2007).
77 Doing Business Index 2006, p. 4 (november 2005).
78 African Business, jrg. 41, nr. 330, p. 88-89, Rwanda, Burundi to join East African
Community (april 2007).
79 EIU, Rwanda: Country Report, p. 8 en p. 15 (februari 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
23
Het afgelopen jaar vertoonde de economie een groei van bijna 6% als
gevolg van onder meer een gunstige ontwikkeling van de koffie-export en
de bouwsector. Dit positieve effect werd teniet gedaan door een inflatie van
circa 8% als gevolg van prijsstijgingen van met name benzine, elektriciteit
en voedsel (mede als gevolg van de aanhoudende droogte begin 2006 en de
overdadige regenval later dat jaar).80 In de dienstensector zorgden toerisme
en transport voor enige groei. De potentie van toerisme in Rwanda is
relatief groot. In de jaren vóór de genocide leverden alleen al het bezoek
aan de nationale parken circa 30% van de buitenlandse deviezen. Zowel
toerisme als transport zijn echter bij uitstek kwetsbaar in een instabiele
regio.81
In vervolg op kwijtschelding van de schulden in 2005 verleenden de
Wereldbank en het IMF in 2006 opnieuw financiële steun aan Rwanda.82
Volgens deze instellingen heeft het land sinds de genocide weer een zekere
economische stabiliteit bereikt. Hierdoor is ruimte ontstaan voor onder
meer verbetering van onderwijs en gezondheidszorg en kan de Rwandese
regering de komende jaren werken aan het verder terugdringen van de
armoede in het land. De regering richt zich daarbij op een groei van
gemiddeld 6 à 7% per jaar.83
In 2011 wil Rwanda op basis van 7% groei per jaar komen tot een stijging
van het inkomen per hoofd van de bevolking naar US$ 336 (¤ 252) en de
armoede met ruim 10% hebben teruggedrongen naar 46%. Om dit te
bereiken moeten economische groei en werkgelegenheid worden
gestimuleerd door investeringen in infrastructuur, in een meer op de markt
georiënteerde landbouwsector, in een exportstrategie gericht op
waardevermeerdering, in meer en betere ambachtelijke opleidingen en in de
ontwikkeling van de private sector. Gekoppeld aan investeringen in sociale
vangnetten, betere sociale diensten en uitgebreidere verzekeringsmechanismen
moet dit pakket maatregelen een positieve impact krijgen op
de bestrijding van armoede. Een belangrijk aspect hierbij is het
80 Reuters, Rwanda coffee exporters form quality control group (16 februari 2006), EIU,
Rwanda: Country Report, p. 18 en p. 19 (november 2006), Reuters, Rwanda to up spending
by 22 pct in 2007 budget (2 november 2006) en EIU, Rwanda: Country Report, p. 11
(februari 2007).
81 Reuters, Rwanda plans to import rhinos to boost tourism (26 september 2006).
82 ANP, IMF en Wereldbank schelden Rwanda schulden kwijt (13 april 2005), EIU, Rwanda:
Country Report, p. 3 en p. 11 (november 2006) en EIU, Rwanda: Country Report, p. 18
(februari 2007).
83 Reuters, Central bank sees Rwanda 2006 GDP growth easing (11 oktober 2006), EIU,
Rwanda: Country Report, p. 10 (november 2006), Reuters, Rwanda seeking more donor aid
to spur growth (21 november 2006) en Reuters, Rwanda economy to expand by 6.5 pct in
2007 (7 mei 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
24
terugdringen van het geboortecijfer van gemiddeld zes naar circa drie
kinderen door middel van voorlichting en het beschikbaar stellen van
voorbehoedsmiddelen en dergelijke, evenals verdere investeringen in de
sociale sectoren als gezondheidszorg en onderwijs.
Gedurende de verslagperiode had Rwanda behoefte aan meer megawatt
energie dan er geleverd kon worden. De meest acute energietekorten
werden tijdelijk deels opgelost door peperdure diesel in te voeren en idem
generatoren te huren. De energieprijs steeg enorm en behoorde tot de
hoogste in de wereld: 22 dollarcent per kWh. Daar komt nog bij dat meer
dan 90% van de bevolking geheel geen toegang heeft tot moderne
energiediensten en aangewezen is op energie die ongezond is
(houtskoolvuurtjes in huis) en bovendien het milieu aantast (houtkap). Op
de lange termijn zijn er goede mogelijkheden (bijvoorbeeld waterkracht)
voor een verbetering van de situatie, maar dat vergt grote investeringen die
moeilijk zijn gebleken in een niet zo stabiele regio. Voorts heeft meer dan
50% van de bevolking geen toegang tot schoon drinkwater.
Al enige tijd bestaan er uitgebreide plannen voor stadsverbetering van de
hoofdstad Kigali (Kigali Master Plan), die inmiddels stap voor stap in
verschillende delen van de stad worden doorgevoerd. In veel gevallen
worden bij onteigening grondbezitters en huiseigenaren voldoende
gecompenseerd. Over het algemeen zijn betrokkenen tevreden met de
compensatie die zij krijgen en die hun in staat stelt om elders een (vaak
beter) huis te bouwen. Wel komen gevallen voor van late uitbetaling, te
lage compensatie of te snelle uitzetting door lokale overheden. Dit gebeurt
echter niet op grote schaal.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
25
3 Mensenrechten
Op het gebied van de mensenrechten waren er tijdens de verslagperiode
positieve en negatieve ontwikkelingen. De persvrijheid is geleidelijk
vergroot en het gacaca-proces vindt vanaf begin 2005 voortgang. Na lange
tijd nauwelijks gefunctioneerd te hebben, is er sinds 2005 sprake van een
aanzienlijke verbetering binnen het justitieel apparaat.84 Wel lopen
personen en organisaties nog steeds het risico beschuldigd te worden van
divisionisme (het zaaien van verdeeldheid in de maatschappij) of het
aanhangen van de ideologie van de genocide.85
3.1 Internationale verdragen en protocollen
Rwanda is partij bij de belangrijkste verdragen op het terrein van de
mensenrechten, te weten:
· de Conventies van Genève inzake behandeling van gewonde en zieke
militairen in oorlogssituaties te land en ter zee, inzake behandeling van
krijgsgevangenen, inzake bescherming van burgers in oorlogstijd (sinds
1964), alsmede de twee additionele protocollen van 1949 inzake
bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten
en binnenlandse gewapende conflicten (sinds 1984);
· het Internationale Verdrag inzake Uitbanning van Alle Vormen van
Rassendiscriminatie (sinds 1975);
· het Verdrag inzake Voorkomen en Bestraffing van Genocide (sinds
1975);
· het Internationale Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele
Rechten (sinds 1976);
· het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (sinds
1976), maar niet het daarop betrekking hebbende eerste optionele
protocol betreffende het individueel klachtenrecht en het tweede
optionele protocol betreffende afschaffing van de doodstraf;
· het Verdrag met betrekking tot de Status van Vluchtelingen, alsmede
het bijbehorende protocol van 1967 (sinds 1980);
84 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 3.2 'Nationale wetgeving' en § 3.4.5 'Rechtsgang'
(Mensenrechten).
85 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 3.3.1 'Ideologie van de genocide / divisionisme' (Toezicht /
Mensenrechten).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
26
· het Internationale Verdrag inzake Onderdrukking en Bestraffing van
Apartheid (sinds 1981);
· het Verdrag inzake Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie
tegen Vrouwen (sinds 1981), maar niet het optionele protocol
betreffende alle in het verdrag genoemde vormen van discriminatie;
· het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (sinds 1991), alsmede het
optionele protocol betreffende kinderhandel, kinderprostitutie en
kinderpornografie (sinds 2002) en het optionele protocol betreffende
kinderen in gewapende conflicten (sinds 2002);
· het Verdrag inzake politieke rechten van de vrouw (sinds 2002).
Hoewel Rwanda al geruime tijd zegt tot ratificatie over te gaan van het
Internationaal Verdrag tegen Marteling en Andere Wrede en Onmenselijke
Behandeling of Bestraffing, is dit nog niet gebeurd.86 Rwanda voldoet
nauwelijks aan de rapportageverplichtingen aan de organen van toezicht.87
Tot nu toe heeft Rwanda alleen gerapporteerd over het Internationale
Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten, het Internationale Verdrag
inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, het Verdrag inzake
Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie tegen Vrouwen, het
Verdrag inzake de rechten van het Kind en het Internationale Verdrag
inzake Uitbanning van Alle Vormen van Rassendiscriminatie.88
Rwanda is voorts partij bij het Verdrag van de Organisatie van Afrikaanse
Eenheid met betrekking tot Vluchtelingen (sinds 1980), het Afrikaanse
Handvest voor de Rechten van Mensen en Volkeren (sinds 1983), alsmede
de bijbehorende protocollen betreffende de oprichting van een Afrikaans
Hof (sinds 2003) en vrouwenrechten (sinds 2004), het Afrikaanse Handvest
voor de rechten en het welzijn van het kind (sinds 2000) en het Afrikaans
Verdrag ter voorkoming en bestrijding van corruptie (sinds 2004).
Met de Verenigde Staten heeft Rwanda een artikel-98-overeenkomst
gesloten inzake niet-uitlevering van Amerikaanse onderdanen aan het
Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) in Den Haag,
86 www.unhchr.ch/treaties / www.un.org / www.ohchr.org/countries/ractification /
www.hri.ca/uninfo/treaties (12 december 2006).
87 Die organen van toezicht zijn: Human Rights Committee (HRC), Committee on Economic,
Social and Cultural Rights (CESCR), Committee on the Elimination of Racial Discrimination
(CERD), Committee on the Elimination of Discrimination Against Women (CEDAW) en
Committee on the Rights of the Child (CRC).
88 Zie voor meer gedetailleerde informatie voorgaande algemene ambtsberichten over de
situatie in Rwanda, laatstelijk 5 juli 2006.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
27
dat misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden moet berechten.
Rwanda is geen partij bij het ICC.89
3.2 Nationale wetgeving
De grondwet beschermt alle internationaal erkende fundamentele rechten.
Begin februari 2007 heeft het parlement een nieuwe wet goedgekeurd voor
speciale behandeling van Rwandezen die uit het buitenland aan Rwanda
worden uitgeleverd, met als belangrijkste element afschaffing van de
doodstraf voor deze groep. De wet heeft vooral als doel overdracht van
zaken van het International Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR) aan
Rwanda mogelijk te maken.90
3.3 Toezicht
In Rwanda houden zowel overheid als niet-gouvernementele
mensenrechtenorganisaties zich bezig met het toezicht op de naleving van
de mensenrechten.
De Rwandese grondwet voorziet sinds 1999 in een Nationale
Mensenrechten Commissie (Commission Nationale des Droits de l'Homme,
CNDH), die onder meer bevoegd is onderzoek te doen naar schendingen
van de mensenrechten en het openbaar ministerie te adviseren een
rechterlijk proces in gang te zetten tegen vermeende mensenrechtenschenders.
Sinds 2003 zijn de bevoegdheden van de commissie uitgebreid
en kan zij zelf klachten indienen bij de bevoegde gerechtshoven, wanneer
mensenrechtenschendingen worden geconstateerd. Het hoofdkantoor is
gevestigd in Kigali en daarnaast werken verschillende krachten verspreid
over het land. De commissie is samengesteld uit zeven leden, die bekend
staan om hun moraliteit, integriteit en bekwaamheid. Zij worden door de
Nationale Vergadering voor drie jaar gekozen uit tien kandidaten, die weer
worden genomineerd door de regering. Elk jaar brengt de commissie een
rapport uit waarin zij haar activiteiten van het afgelopen jaar toelicht en
aanbevelingen doet.
Mensenrechtenorganisaties in Rwanda worden door de autoriteiten in de
gaten gehouden en zijn aan regels gebonden voor hun functioneren. Door
middel van vergunningen (certificats), die jaarlijks moeten worden
89 www.isc-icc.org (12 december 2006).
90 Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Rwanda Tribunaal' (Mensenrechten).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
28
vernieuwd, en gedetailleerde verplichte rapportages houdt de overheid grip
op de organisaties uit het maatschappelijk middenveld.
In Rwanda bestaan twee koepelorganisaties op het gebied van de
mensenrechten: de Ligue des Droits de la Personne dans la Région de
Grands Lacs (LDGL) en het Collectif des Ligues et Associations de Défense
des Droits de l'Homme au Rwanda (CLADHO). De eerste stelt zich iets
kritischer en onafhankelijker op van de Rwandese overheid dan de tweede.
Andere mensenrechtenorganisaties zijn Haguruka en Pro-Femmes (beide
vrouwenrechten), het Forum des Activistes Contre la Torture (FACT) en
Liprodhor. Naast de verschillende mensenrechtenorganisaties in Rwanda
zijn ook enkele belangenorganisaties van genocide-overlevenden actief,
waaronder Ibuka, de grootste Rwandese ngo, en Avega Agahozo, een
vrouwenorganisatie die voornamelijk uit weduwen bestaat.
Internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International (AI),
Human Rights Watch (HRW) en de International Crisis Group (ICG)
publiceren regelmatig rapporten over Rwanda, gebaseerd op bezoeken en
op bijdragen van lokale ngo's. Human Rights Watch heeft daarnaast een
eigen kantoor in Kigali.
3.3.1 Ideologie van de genocide / divisionisme
Referenties aan etnische identiteit zijn problematisch in een land waar
etniciteit officieel geen rol meer mag spelen. De Rwandese regering heeft
er na de genocide bewust voor gekozen om iedereen in de eerste plaats als
Rwandese burger te beschouwen en niet als Hutu of Tutsi. Desondanks
speelt etniciteit nog een grote rol in de samenleving. Aanklachten jegens
'divisionisme', 'aanzetten tot haat' en 'sektarisme' komen nog steeds voor.
Met enige regelmaat worden journalisten beschuldigd van uitlatingen met
referenties aan etniciteit. Veelal leidt dit tot een berisping van de Hoge
Raad voor de Pers, maar in een enkel geval ook tot een formele aanklacht.91
3.4 Naleving en schendingen
Hoewel in de grondwet diverse fundamentele rechten en vrijheden zijn
opgenomen, worden deze door de Rwandese autoriteiten niet altijd
gerespecteerd.
91 HRW, World Report 2007 (11 januari 2007), EIU, Rwanda: Country Report, p. 7 (februari
2007) en US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices
2006 (6 maart 2007). Zie ook § 3.4.1 'Vrijheid van meningsuiting' en § 3.5.5 'Etnische
groepen'.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
29
3.4.1 Vrijheid van meningsuiting
De grondwet voorziet in persvrijheid, met de beperking dat het verboden is
om via de media aan te zetten tot haat of verdeeldheid. De vrijheid van
meningsuiting blijft echter een gevoelige kwestie als gevolg van de rol van
de media tijdens de genocide. Vrijwel alle media passen in meerdere of
mindere mate zelfcensuur toe.92 Gedurende 2005 en 2006 was echter een
toename te bemerken van artikelen, waarin kritiek geuit werd op de
regering. Ook op de radio lijkt de politieke discussie toe te nemen.
Gedrukte media
Volgens de grondwet moeten de gedrukte media onafhankelijk zijn in hun
berichtgeving. Journalisten kunnen hun beroep over het algemeen vrij
uitoefenen. Wel worden zij door de autoriteiten in de gaten gehouden. Een
regulerende rol is weggelegd voor de in 2003 ingestelde Hoge Raad voor de
Pers (High Council of the Press, HCP).93
Doorgaans hebben Rwandese journalisten geen gedegen journalistieke
opleiding en geen kennis van de ethiek, verbonden aan het vak, en zijn zij
vrij makkelijk te manipuleren. Een aantal aanklachten inzake divisionisme
in de media is terug te voeren op de gebrekkige journalistieke kwaliteit van
de artikelen.
Af en toe wordt melding gemaakt van bedreiging en ondervraging door de
politie van journalisten. Zo werd in september 2005 Jean Léonard
Rugambage, een journalist van het onafhankelijke blad Umuco,
gearresteerd op beschuldiging van betrokkenheid bij de genocide in 1994
nadat hij een kritisch artikel had gepubliceerd over mismanagement en
getuigenvervalsing bij gacaca-processen in de Gitarama-regio. Hij werd
veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf voor belediging van het gezag,
maar is inmiddels vrijgelaten.94 Begin januari 2007 werd Agnès Uwimana
Nkusi, journaliste van het blad Umurabyo, gearresteerd en aangeklaagd
voor 'sektarisme en discriminatie' (gelijk aan 'divisionisme'). Haar zaak is
nog in behandeling. Vervolgens werd op 9 februari 2007 de journalist Jean
92 EIU, Rwanda: Country Report, p. 15 (november 2006) en HRW, World Report 2007
(11 januari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights
Practices 2006 (6 maart 2007).
93 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
94 HRW, World Report 2007 (11 januari 2007), IPS, Rwandese journalisten slachtoffer van
intimidatie (15 januari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country Reports on
Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
30
Bosco Gasasira, hoofdredacteur van het onafhankelijke blad Umuvugizi, in
elkaar geslagen. Er loopt een onderzoek naar de toedracht van de aanval.
De daders zijn vooralsnog onbekend.95
Radio, televisie en internet
Particuliere radiostations kunnen onafhankelijk opereren mits zij een
zendvergunning (licentie) hebben verkregen. De vergunningen worden
afgegeven door het ministerie van Informatie na advies van de Hoge Raad
voor de Pers. Naast Radio Rwanda (staatsradio) zenden nog zo'n elf andere
Rwandese radiostations uit. In toenemende mate is er sprake van politieke
discussie op de radio. De internationale radiostations Radio France
International (RFI), British Broadcasting Corporation (BBC), Voice of
America en Deutsche Welle kunnen in principe ongehinderd uitzenden. In
vervolg op de diplomatieke rel met Frankrijk verboden de Rwandese
autoriteiten echter eind november 2006 de uitzendingen van het Franse
radiostation RFI.96 Hoewel de overheid commerciële televisie toestaat,
beheert zij tot nu toe het enige televisiestation in Rwanda. Naast het
nationale TV-station zijn er twee organisaties die een uitzendvergunning
voor televisie hebben aangevraagd en verkregen. Het betreft hier twee
religieuze kanalen, waarvan er slechts één per satelliet te ontvangen is.
Voorts heeft de eigenaar van 'Radio 10' enige tijd geleden via de media
laten weten eveneens een TV-station te willen beginnen. Hij heeft echter
nog geen poging ondernomen om een vergunning hiervoor aan te vragen.97
Ten aanzien van de toegang tot of het hebben van een website op internet
worden, voor zover bekend, geen beperkingen opgelegd. Daarbij moet
worden opgemerkt, dat de meeste Rwandezen niet beschikken over de
hiertoe benodigde apparatuur.98
3.4.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
Hoewel de grondwet voorziet in vrijheid van vereniging en vergadering,
zijn oprichting en functioneren van organisaties in Rwanda aan
gedetailleerde regelgeving onderhevig. De vorming van maatschappelijke
organisaties, waaronder mensenrechtenorganisaties en vakbonden, moet
95 Reuters, Rwandan journalist beaten into coma (14 februari 2007).
96 AFP, Le gouvernement rwandais ordonne l'arrêt de la diffusion de RFI (27 november 2006)
en US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 2.4.3 'Verstoorde relatie met Frankrijk' (Politieke ontwikkelingen).
97 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007) en www.tvz.tv/newsfile/2006/march/rwanda.html (19 april 2007).
98 Reuters, Rwanda points and clicks its way to growth (27 november 2006), US Department of
State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007) en CIA,
The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
31
eerst door de overheid worden goedgekeurd en geregistreerd. Voor
openbare bijeenkomsten en demonstraties is vooraf goedkeuring van de
autoriteiten nodig. Ook internationale ngo's zijn verplicht de overheid te
informeren over zaken als personeel, te voeren acties, etc. Voor zover
bekend, zijn in de verslagperiode geen politieke partijen of
maatschappelijke organisaties verboden.99
3.4.3 Vrijheid van godsdienst
De vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd in de grondwet. Religieuze
organisaties moeten zich, net als andere ngo's, laten registreren en een
vergunning aanvragen. Dit is over het algemeen een routinezaak. Voor
zover bekend hebben gedurende de verslagperiode geen structurele
discriminatie en vervolging van individuen vanwege hun godsdienst
plaatsgevonden. Jehova's getuigen ondervinden af en toe problemen, maar
die hebben vooral te maken met hun principiële weigering
gemeenschapstaken te verrichten.100
3.4.4 Bewegingsvrijheid
De grondwet garandeert vrijheid van beweging, die over het algemeen ook
door de overheid wordt gerespecteerd. Op de grote wegen zijn wel
checkpoints, maar deze worden met name gebruikt om deserteurs uit het
leger en infiltrerende rebellen op te sporen. Burgers moeten zich kunnen
identificeren, wanneer dit gevraagd wordt. Wanneer zij geen
identiteitsbewijs of een attest van verlies kunnen overhandigen, lopen zij
het risico te worden gedetineerd, totdat zij kunnen bewijzen wie zij zijn en
waar zij vandaan komen.101
Toestemming om te reizen is niet nodig, en tijdelijk verblijf buiten de eigen
woonplaats is toegestaan. Personen die permanent willen verhuizen naar
een andere cellule, moeten een verklaring van goed gedrag meenemen
vanuit de oude cellule en tevens een nieuwe identiteitskaart aanvragen.102
99 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
100 US Department of State, Rwanda: International Religious Freedom Report 2006
(15 september 2006) en US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights
Practices 2006 (6 maart 2007).
101 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
102 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
32
Identificatie
Zowel mannen als vrouwen in Rwanda zijn handelingsbekwaam vanaf de
leeftijd van 21 jaar en mogen vanaf die leeftijd zelfstandig documenten
aanvragen. Sinds 1997 wordt de etnische achtergrond niet meer vermeld op
identiteitskaarten of paspoorten. Identiteitskaarten zijn voor onbepaalde tijd
geldig; paspoorten hebben een geldigheidsduur van vijf jaar.
Een persoon krijgt de Rwandese nationaliteit, wanneer de Rwandese
nationaliteit van de vader bewezen kan worden. Indien de vader niet bekend
is, staatloos is of zijn nationaliteit onbekend is, dan kan een kind de
Rwandese nationaliteit via de lijn van de moeder krijgen.103
Elke Rwandese burger van 16 jaar en ouder wordt geacht een
identiteitskaart te hebben en deze te allen tijde bij zich te dragen. Aanschaf
van een identiteitskaart kost gemiddeld RWF 1.200 (¤ 1,64 / US$ 2,19).
Identiteitskaarten worden afgegeven door het district waar betrokkene
woont, met een verklaring van de cellule dat de persoon daar bekend is en
er geen strafrechterlijk onderzoek tegen hem of haar loopt. Over het
algemeen zijn er geen problemen bij de afgifte van documenten.
Teruggekeerde vluchtelingen en asielzoekers kunnen echter wel eens te
maken krijgen met weigering van de lokale autoriteiten om mee te werken.
Hiertegen kan men in beroep gaan, wat doorgaans tot genoegdoening
leidt.104
Kinderen jonger dan 16 jaar krijgen geen eigen identiteitskaart, maar
worden bijgeschreven op de kaart van één van de ouders. Volgens
wetgeving van vóór de genocide kan een kind alleen bijgeschreven worden
op de kaart van de vader, maar in de praktijk kan dit ook op de kaart van de
moeder. Ook wezen tot 16 jaar krijgen geen eigen identiteitskaart. Daardoor
is het mogelijk dat minderjarigen jonger dan 16 jaar in Rwanda rondreizen
zonder identiteitsdocumenten.
Militairen moeten wanneer zij in dienst treden, hun burgerlijk
identiteitsbewijs inleveren. Zij krijgen daarvoor in de plaats een militair
identiteitsbewijs. Op deze wijze zijn zij herkenbaar bij checkpoints.
Wanneer militairen afzwaaien, krijgen zij hun burgerlijke identiteitskaart
weer terug, met een bewijs van geoorloofde uittreding uit het leger.
Paspoort
In 2004 werden alle paspoorten in Rwanda vernieuwd. Vanaf 1 januari
103 In Rwanda is dubbele nationaliteit toegestaan.
104 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
33
2004 bestaan normale (blauwe), officiële (zwarte) en diplomatieke (rode)
paspoorten. Alle oude paspoorten verliepen op 31 augustus 2004.
Paspoorten worden afgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Een paspoort is duur en kost circa RWF 50.000 (¤ 68 / US$ 91).105 Voor
een paspoortaanvraag heeft men een verklaring van goed gedrag nodig van
de cellule, die men bij de burgemeester van het desbetreffende district
samen met een identiteitskaart overlegt. Het ministerie houdt bij welke
paspoortaanvragen zijn ingediend en welke zijn gehonoreerd. Binnen een
maand behoort men antwoord te krijgen of de paspoortaanvraag wordt
gehonoreerd of niet. Een weigering door het ministerie om een paspoort af
te geven moet worden gemotiveerd in een brief.
Kinderen worden tegenwoordig niet meer bijgeschreven in het paspoort van
de ouders; iedereen moet een eigen paspoort aanvragen. Boven de 16 jaar
kunnen minderjarigen alleen reizen, beneden de 16 jaar is dit alleen
toegestaan indien officiële papieren bewijzen dat het kind door een
volwassene op het vliegveld van bestemming wordt opgevangen.
Laissez-passer
Om Rwanda te verlaten is geen uitreisvisum nodig. Indien een Rwandese
burger niet over een paspoort beschikt, kan hij een laissez-passer aanvragen
voor het bezoeken van Burundi, de DRC, Uganda, Tanzania en/of Kenia.
Voor het verkrijgen van een dergelijk laissez-passer volstaan een
identiteitskaart, een verklaring van goed gedrag, een aanvraagformulier en
twee pasfoto's. Het laissez-passer kost circa RWF 3.000 (¤ 4,10 / US$
5,48) en is één jaar geldig.
Reizen naar het buitenland
Het wordt steeds minder eenvoudig om met vervalste documenten het land
te verlaten. Bij een toenemend aantal grensovergangen beschikt men
inmiddels over faciliteiten om valse documenten te herkennen. De controle
op de luchthaven in Kigali is zeer streng, zowel door de
luchtvaartmaatschappijen als door de politie. De kans om ongecontroleerd
of met een vals paspoort in of uit te kunnen reizen via het vliegveld van
Kigali is dan ook zeer gering.
105 Ter vergelijking: meer dan 55% van de Rwandese bevolking leeft van gemiddeld
RWF 64.000 (= circa ¤ 88 / US$ 117) per jaar.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
34
3.4.5 Rechtsgang
De huidige rechtsgang in Rwanda is gebaseerd op de in 2004 aangenomen
wetgeving betreffende de nieuwe structuur en het functioneren van het
rechtssysteem. Kern van de hervorming is de onafhankelijkheid van de
rechterlijke macht en de openbaar aanklager, een efficiëntere en meer
gedecentraliseerde organisatie en het instellen van verzoeningscommissies
(Comités de Réconciliateurs / Mediation Committees) op sectorniveau. In
juli 2004 werden nieuwe rechters en aanklagers beëdigd.106 Slechts 30 %
van de rechters van het oude systeem is gehandhaafd. De nieuwe rechters
worden voor het leven benoemd en kunnen alleen worden voorgedragen en
ontslagen door de Superior Council for Judiciary, een onafhankelijk
orgaan.
In 2005 konden de rechtbanken voor het eerst echt gaan functioneren met
als gevolg dat er in dat jaar meer rechterlijke uitspraken werden gedaan dan
in de jaren 2003 en 2004 tezamen. Het jaarrapport van de rechterlijke macht
meldt een totaal van meer dan 20.000 rechterlijke uitspraken in 2005 en
30.000 in 2006. Tussen december 2005 en april 2006 hebben de
rechtbanken stilgelegen, omdat de justitiestructuur moest worden aangepast
aan de nieuwe administratieve indeling.107
Reguliere rechtspraak
De reguliere rechtspraak is gehandhaafd op vier niveaus. De Hoge Raad
(Cour Suprème) en het Hooggerechtshof (Haute Cour) zijn ongewijzigd
gebleven. De 12 provinciale rechtbanken zijn in 2006 vervangen door
12 rechtbanken van hoge instantie (Tribunaux de Grande Instance) en de
106 districtsrechtbanken door 60 rechtbanken van eerste instantie
(Tribunaux de Base).108
Het Cour Suprème is de hoogste rechterlijke instantie en houdt toezicht op
het gehele rechtssysteem. Het bestaat uit 14 rechters, inclusief de president
en de vice-president, en behandelt beroepszaken komende van het Haute
Cour, herzieningsverzoeken van strafzaken, zaken gerelateerd aan
verkiezingen, hoogverraad, alsmede constitutionele zaken die hoge
vertegenwoordigers van de regering betreffen.
106 IRIN, Rwanda: Hundreds of judges appointed (21 juli 2004) en US Department of State,
Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007).
107 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
108 Zie ook § 2.2.3 'Rechterlijke macht' (Staatsinrichting).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
35
Het Parquet Général de la République (PGR) is het hoogste orgaan van de
openbaar aanklager. Het PGR bestaat uit een procureur-generaal, een
plaatsvervangend procureur-generaal en vijf nationale aanklagers.
Het Haute Cour heeft zijn hoofdkantoor in Kigali en vier permanente
kamers in de provincies. Alle onderdelen samen hebben 26 rechters,
inclusief de president en de vice-president. Zaken in eerste instantie worden
door één rechter gehoord, beroepszaken door drie rechters. De bevoegdheid
van het Hof betreft moord, oorlogsmisdaden, verraad, genocide (niet uit de
periode 1990-1994), bedreigingen voor de nationale veiligheid,
internationale misdaden en terrorisme. Ook behandelt het Hof
administratief recht en de beroepszaken komende van de Tribunaux de
Grande Instance.
De 12 Tribunaux de Grande Instance (inclusief Kigali) beschikken ieder
over minimaal zeven rechters, inclusief de president en de vice-president.
Zaken in eerste instantie worden door één rechter gehoord, beroepszaken
door drie rechters. Deze rechtbanken behandelen de categorie-1 genocide
zaken109, misdaden waarop meer dan vijf jaar gevangenisstraf staat, en
voorts zaken die voortkomen uit de Tribunaux de Base.
De 60 Tribunaux de Base, die op het laagste niveau functioneren,
beschikken ieder over twee rechters, inclusief de president. Zaken worden
gehoord door één rechter, bijgestaan door een griffier. Deze rechtbanken
horen strafzaken waar een gevangenisstraf van minder dan vijf jaar op staat,
en civiele zaken die minder dan RWF 3.000.000 (circa ¤ 4.104 / US$
5.483) betreffen. De civiele zaken moeten eerst verplicht zijn voorgelegd
aan de nieuwe in juli 2004 ingestelde verzoeningscommissie op
sectorniveau (zie volgende alinea). Zaken van minder dan RWF 50.000
(circa ¤ 68 / US$ 91) worden niet in beroep genomen. Op dit niveau wordt
de aanklager vertegenwoordigd door een medewerker van het openbaar
ministerie.
De verzoeningscommissies (Comités de Réconciliateurs / Mediation
Committees) bestaan uit 12 inwoners van de sector, die op vrijwillige basis
als bemiddelaar door de sectorraden worden gekozen voor een termijn van
twee jaar. De verzoeningscommissie is bevoegd om te bemiddelen in alle
zaken (privaat- en strafrecht) waarbij een waarde van minder dan RWF
3.000.000 is gemoeid. Het kan gaan om landconflicten, erfenissen,
belediging, diefstal, overspel etc. Als er geen overeenkomst tussen
betrokken partijen wordt bereikt, staat de gang naar de rechter open.
109 Zie 'Speciale rechtspraak / Gacaca' (Mensenrechten).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
36
Speciale rechtspraak
Onder speciale rechtspraak vallen de militaire rechtbanken, de traditionele
rechtbanken (gacaca) en het Rwanda Tribunaal.110
Militaire rechtbanken
De militaire rechtbank (Military Tribunal) bestaat uit tien rechters, inclusief
president en vice-president. Zaken worden gehoord door drie militaire
rechters. Het Hoge Militaire Hof (Military High Court) bestaat uit negen
rechters, inclusief de president en de vice-president, waarbij zaken worden
gehoord door drie rechters.
De militaire rechtbank behandelt alle misdrijven begaan door militair
personeel, onafhankelijk van hun rang. Bij militaire rechtbanken komen
bijvoorbeeld verkrachtingen door militairen aan de orde en gewelddaden
door militairen tegen burgers. Wanneer burgers betrokken zijn bij
overtredingen door militairen, kunnen ook zij soms berecht worden door de
militaire rechtbank. Militaire rechtbanken zijn goed georganiseerd en
hebben een relatief goede mensenrechtenreputatie.111
Het Hoge Militaire Hof berecht alle misdrijven die een bedreiging van de
nationale veiligheid vormen, en moord door soldaten. Ook kunnen bij dit
hof militairen in beroep gaan tegen uitspraken van de militaire rechtbank.
Tegen uitspraken van het Hoge Militaire Hof tenslotte kan men in beroep
gaan bij het Hooggerechtshof. Militairen die zich schuldig hebben gemaakt
aan genocide worden berecht door de Raad van Oorlog en het Hoge
Militaire Hof.
Gacaca
De gacaca-rechtbanken moeten honderdduizenden verdachten berechten
voor hun (mogelijk) aandeel in de genocide van 1994. Deze traditionele
rechtbanken worden voorgezeten door lekenrechters, die door de bevolking
zijn gekozen. Ieder gacaca-tribunaal bestaat uit negen rechters, waarbij een
quorum van vijf verplicht is voor het doorgang vinden van een sessie. De
misdaden die gacaca berecht, zijn genocide-misdaden en misdaden tegen
de menselijkheid. Gacaca is onderverdeeld in drie categorieën:
· categorie 1: hieronder vallen misdadigers die verantwoordelijk zijn
voor het plannen en uitvoeren van en het aanzetten tot genocide op
nationaal niveau en verkrachting;
110 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
111 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
37
· categorie 2: hieronder vallen degenen die gedood hebben of fysiek
letsel hebben toegebracht;
· categorie 3: hieronder vallen degenen die geplunderd en vernield
hebben.
Per 1 maart 2007 geldt een nieuwe wet voor gacaca, waardoor herverdeling
van de categorieën, uitbreiding van alternatieve straffen en het opleggen
van lagere en voorwaardelijke straffen mogelijk is geworden. Deze wet
komt de praktische uitvoerbaarheid van het gacaca-proces ten goede.
Categorie 1 is teruggebracht tot alleen nog planners en uitvoerders op
nationaal niveau en verkrachters. Zogenaamde notorious killers en
diegenen die zich schuldig hebben gemaakt aan marteling, zijn nu
ondergebracht in categorie 2. Categorie 3 blijft onveranderd en heeft
betrekking op plundering, vernieling en diefstal.
Alle categorie 1-gevallen moeten verschijnen voor de Tribunaux de Grande
Instance (reguliere rechtspraak); alle categorie 2- en categorie 3-gevallen
worden door gacaca berecht. De door gacaca opgelegde straffen variëren
van het verrichten van werkstraffen (travaux d'intérèt général) tot
levenslange gevangenisstraf. Categorie 2-veroordeelden die hun misdaden
hebben bekend, hoeven slechts een gedeelte (1/6 of 1/3) van hun straf in de
gevangenis door te brengen. De rest wordt omgezet in een werk- of
taakstraf. Voor categorie 3-misdaden geldt dat de dader het slachtoffer een
vergoeding moet betalen. Voor diegenen die minderjarig waren ten tijde
van de misdaad, gelden mindere straffen.112 Een belangrijke vernieuwing in
de wet is de invoering van de voorwaardelijke straf. Voorts kan gacaca ook
tot vrijlating van gevangenen leiden. Wanneer de onschuld van een
gevangene vaststaat of wanneer hij/zij al (meer dan) de maximumstraf in de
gevangenis heeft doorgebracht, kunnen gacaca-rechters opdracht geven
betrokkene vrij te laten.113
Categorie 1- en 2-veroordeelden verliezen passief en actief kiesrecht en
mogen geen onderdeel uitmaken van politie of andere veiligheidsorganen,
rechterlijke macht of openbaar ministerie. Of dit verlies van rechten
permanent is of voor de duur van de opgelegde straf hangt af van de
zwaarte van de misdaad en het wel of niet hebben bekend.114
112 Zie ook § 3.5.3 'Minderjarigen / Minderjarige deelnemers aan de genocide' (Mensenrechten).
113 Reuters, Rwanda to release 8,000 more genocide prisoners (26 januari 2007). Zie ook § 3.4.6
'Arrestaties en detenties / Situatie in gevangenissen'.
114 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
38
De inmiddels afgeronde fase van informatievergaring (januari 2005 - juli
2006), waarbij slachtoffers en verdachten werden geïdentificeerd, heeft
geresulteerd in een lijst van 818.000 aangeklaagden. Van dit aantal
bevinden zich zo'n 44.000 in het buitenland, die bij verstek zullen worden
veroordeeld. Op 31 december 2006 hadden gacaca-tribunalen 51.000
uitspraken gedaan, waarvan 20% vrijspraak. Gacaca moet binnen een paar
jaar haar werk hebben afgerond. Officieel geldt een deadline van december
2008.115
Een van de problemen van het gacaca-proces betreft de eenzijdigheid van
de te behandelen misdaden. Volgens de wet behandelt gacaca alleen
genocide-misdaden en misdaden tegen de menselijkheid die zijn gepleegd
tussen 1 oktober 1990 en 31 december 1994. Dit zou betekenen dat
misdaden gepleegd door het RPF of wraakacties tegen genocideplegers niet
ter sprake komen in het gacaca-proces.116
Een tweede probleem is corruptie. Gacaca-rechters zijn vrijwillige
lekenrechters die een beperkte training hebben genoten.117 Beschuldigden
hebben geen toegang tot een advocaat en kunnen veroordeeld worden op
basis van getuigenissen alleen. Het is gemakkelijk om iemand vals te
beschuldigen, gacaca-rechters te manipuleren en mogelijke getuigen te
intimideren. Gacaca-rechters kunnen voorts diegenen die weigeren te
getuigen, veroordelen tot drie à zes maanden gevangenisstraf. Volgens
rapportage van Avocats sans Frontières (ASF) wordt de capaciteit van de
gacaca-rechters evenwel steeds beter.118
Een derde probleem is de omvang van de gevangenispopulatie (eind
december 2006 circa 93.000 berechte personen). Gacaca heeft als
doelstelling de populatie in gevangenissen te verminderen, maar deze lijkt
moeilijk haalbaar.119
Rwanda Tribunaal
Gedurende de verslagperiode bleef de relatie tussen het International
Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR) en de Rwandese regering moeizaam,
omdat de Rwandese autoriteiten nog steeds geen volledige duidelijkheid
115 AFP, Rwanda: Human Rights Watch craint la reprise d'un cycle sanglant (22 januari 2007).
116 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
117 AFP, Génocide au Rwanda: 3.666 personnes jugées coupables par les gacaca en 2005
(10 januari 2006).
118 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
119 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
39
hebben verschaft omtrent de vervolging van RDF-militairen voor het
begaan van oorlogsmisdaden.120 Voorts werd de verhouding tussen beide
partijen enigszins vertroebeld door de aantijging van de Rwandese regering,
dat een aan het ICTR verbonden advocaat, Callixte Gakwaya, betrokken
was bij de genocide. Rwanda dreigde alle medewerking met het tribunaal
op te zeggen, maar uiteindelijk werd het geschil bijgelegd nadat Gakwaya
zijn ontslag had aangeboden en dit door het ICTR werd aanvaard.121
Het ICTR heeft het voornemen dat nog tot eind 2008 behandeling van
rechtszaken in Arusha (Tanzania) zal plaatsvinden en tot 2010
beroepszaken door het Tribunaal in Den Haag.122 De verwachting is dat 65
zaken zullen zijn afgerond per eind 2008. Om de 2008-deadline te halen,
wil het ICTR onder bepaalde voorwaarden zo'n 45 zaken overdragen aan
de nationale gerechtshoven van een aantal landen, waaronder ook Rwanda.
Zo mag in deze zaken de doodstraf niet worden uitgesproken.123
In maart 2007 heeft het Rwandese parlement een wet aangenomen voor
speciale behandeling van verdachten die uit het buitenland aan Rwanda
worden uitgeleverd. Hierin worden de volgende punten voorgesteld:
· Afschaffing van de doodstraf;
· Getuigen die overkomen vanuit het buitenland om getuigenis af te
leggen, zullen onschendbaarheid genieten, zelfs wanneer zij op een
Rwandese verdachtenlijst staan;
· De verdachte en eventueel veroordeelde zal in hechtenis verblijven in
een gevangenis die aan de internationale normen voldoet (men heeft
hiervoor de nieuw gebouwde gevangenis in Mpanga op het oog);
· De verdachte heeft het recht op verdediging. Indien hij dit niet kan
betalen, zal de Rwandese staat de kosten van een toegewezen advocaat
dragen;
· De verdachte zal berecht worden door speciaal hiervoor aangewezen
rechters. De rechtsgang zal voldoen aan alle gebruikelijke procedures en
zal transparant zijn.
De wet is tot stand gekomen in nauw overleg met het ICTR en zal naar
verwachting uitlevering mogelijk maken. Voorts verklaarde een aantal
120 ANP, Rwanda ruziet met Rwanda-Tribunaal (2) (14 september 2006) en EIU, Rwanda:
Country Report, p. 7 (november 2006). Zie ook eerder verschenen algemene ambtsberichten
over Rwanda, laatstelijk 5 juli 2006.
121 AFP, Le Rwanda et le TPIR au bord d'une nouvelle crise ouverte (16 september 2006) en
EIU, Rwanda: Country Report, p. 13 (november 2006).
122 AP, UN tribunal hands over 10 dossiers of genocide suspects for trial in Rwanda (26 juli
2005) en ANP, Rwanda-Tribunaal op schema (12 oktober 2005).
123 Reuters, No death penalty for genocide suspects abroad (19 januari 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
40
landen, waaronder Nederland, zich bereid om minder belangrijke
verdachten van de genocide die zich op hun grondgebied bevinden, in eigen
land te berechten of onder voorwaarden aan Rwanda uit te leveren.124
Het openbaar ministerie is in de verslagperiode actief geweest om de
berechting of uitlevering van genocideverdachten die zich in het buitenland
bevinden, aan te moedigen. Daartoe maakte zij een lijst van circa honderd
verdachten bekend en plaatste deze op internet. Voorts maakten
verschillende officiële verklaringen van de minister van Justitie duidelijk,
dat Rwanda veel in het werk zal stellen om internationaal onderzoek en
berechting mogelijk te maken. Er vindt ook intensief overleg plaats met het
ICTR om de overdracht van zaken van Arusha naar Rwanda te
bespoedigen.125
Juridische bijstand
Rwanda heeft formeel een systeem van pro-deo juridische bijstand voor
behoeftigen (indigents), waarbij het ministerie voor Lokaal Bestuur en
Sociale Zaken middels het verstrekken van zogeheten indigent-certificaten
bepaalde wie behoeftig was. Vervolgens was de orde van advocaten
verplicht juridische bijstand te verlenen. Echter, deze orde van advocaten
kon niet tegemoet komen aan de vraag.
Momenteel is nieuwe wetgeving over juridische bijstand in voorbereiding.
Hierin worden minimum eisen gesteld aan de orde van advocaten. Voorts
kunnen stagiaires toegang krijgen tot de orde van advocaten en minder
belangrijke zaken verdedigen. Er zijn ongeveer 150 erkende advocaten
aangesloten bij de orde van advocaten. Zij kunnen hun hoge tarieven
handhaven vanwege de krapte op de markt.
Rechtszaak Bizimungu
Op 17 februari 2006 deed de Hoge Raad uitspraak in de beroepszaak van
oud-president Pasteur Bizimungu, voormalig minister van Transport
Charles Ntakirutinka en zes medeverdachten. De schuld van de zes
medeverdachten werd niet bewezen geacht, waarop zij werden
vrijgesproken. Bizimungu en Ntakirutinka werden veroordeeld tot
respectievelijk 15 en 10 jaar gevangenisstraf wegens verboden etnischpolitieke
activiteiten, het aanzetten tot haat en corruptie (alleen
124 AFP, Génocide: France, Belgique, Pays-Bas acceptent de juger des suspects (16 oktober
2006), Reuters, Canadian court hears genocide testimony in Rwanda (15 januari 2007) en
AFP, Génocide rwandais: premier procès pour crime contre l'Humanité au Canada
(24 maart 2007). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' en § 3.4.10 'Doodstraf'.
125 Reuters, EU urged to try Rwanda genocide suspects (3 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
41
Bizimungu).126 In april 2006 vroegen beiden gratie aan bij president
Kagame. Op 6 april 2007 werd Bizimungu in vrijheid gesteld; het
gratieverzoek van Ntakirutinka heeft de president nog in beraad.127
3.4.6 Arrestaties en detenties
In Rwanda is het probleem van onrechtmatige arrestatie en detentie nog
steeds aanwezig, maar moeilijk te kwantificeren. De politie mag mensen
arresteren zonder gerechtelijk bevel en de gearresteerden voor 72 uur in
detentie houden. De verdachte moet binnen vijf dagen de formele aanklacht
gepresenteerd krijgen. Niet altijd wordt door de autoriteiten hieraan de hand
gehouden. Verdachten kunnen gedurende 30 dagen in preventieve hechtenis
worden gehouden, wanneer de kans op vluchten aanwezig wordt geacht of
wanneer er gevaar dreigt voor de staatsveiligheid. De rechter kan zo nodig
na 30 dagen de detentie verlengen. In de verslagperiode zijn, voor zover
bekend, geen maatschappelijk bekende personen onrechtmatig gearresteerd
en vastgehouden.128
Situatie in gevangenissen
Door vrijlating van duizenden gevangenen in 2005 en 2006 en het in
gebruik nemen van een nieuwe gevangenisfaciliteit in Mpanga, is de
situatie in de gevangenissen enigszins verbeterd. De groep vrijgelatenen
bestond veelal uit zieken en ouden van dagen en zij die hun genocide
misdaad bekend hadden. Al eerder waren velen die minderjarig waren ten
tijde van de genocide, vrijgelaten. Inmiddels zijn sinds 2003 circa 60.000
gevangenen in vrijheid gesteld. Velen van hen moeten nog wel voor de
gacaca-rechtbanken verschijnen, maar na veroordeling zullen de meesten
waarschijnlijk al hun maximumstraf hebben uitgezeten en hoeven niet terug
naar de gevangenis.129
126 AP, Vijftien jaar cel voor ex-president van Rwanda (17 februari 2006).
127 BBCNews, Rwanda's ex-leader loses appeal (20 februari 2006), Reuters, Jailed Rwandan
ex-president pleads for mercy (8 mei 2006), EIU, Rwanda, Country Report, p. 13 (augustus
2006), www.nl.wikipedia.org/wiki/Pasteur_Bizimungu (6 december 2006), HRW, World
Report 2007 (11 januari 2007), US Department of State, Rwanda: Country Reports on
Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007), Reuters, Rwanda's ex-president Bizimungu
freed from prison (6 april 2007) en Jeune Afrique, Bizimungu sort de l'ombre (15 april 2007).
Zie voor meer gedetailleerde informatie eerder verschenen algemene ambtsberichten over
Rwanda, laatstelijk 5 juli 2006, onder § 2.4.2 'Verloop rechtszaak Bizimungu'.
128 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
129 AFP, Rwanda: libération progressive de 8.500 détenus impliqués dans le génocide
(19 februari 2007). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca'.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
42
Slechte hygiënische omstandigheden en overbevolking blijven
problematisch.130 Voor zover bekend bevinden er zich nog ruim 700
minderjarigen in de gevangenissen. Hoewel er voor vrouwen en meisjes in
de meeste gevallen een aparte afdeling bestaat, verschilt de scheiding van
voorzieningen per gevangenis. Er is veel seksueel misbruik.131
Het Rode Kruis, diplomaten, religieuze organisaties en journalisten krijgen
geregeld toegang tot de gevangenissen. Penal Reform International, een
particuliere ontwikkelingsorganisatie, levert een bijdrage aan de oplossing
van problemen in de overvolle gevangenissen door gevangenen in de
gelegenheid te stellen buiten de poort gemeenschapswerk te verrichten.
Ook verzorgt zij managementcursussen voor gevangenisdirecteuren en leidt
zij gevangenisbewaarders op.132
3.4.7 Mishandeling en foltering
De Rwandese grondwet verbiedt mishandeling en foltering, maar zowel
militairen, politieagenten en leden van de LDF, als ook de burgerbevolking
maken zich nog regelmatig schuldig aan handelingen die als zodanig
gekwalificeerd kunnen worden, inclusief verkrachting.133
3.4.8 Verdwijningen
Voor zover bekend, hebben gedurende de verslagperiode verdwijningen
van (politieke) gevangenen die zich in officiële detentiecentra bevinden,
niet plaatsgehad. Gegevens over mogelijke ontvoeringen en verdwijningen
van burgers zijn niet bekend.134
130 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
131 HRW, World Report 2007 (11 januari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country
Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang /
Gacaca' en § 3.5.3 'Minderjarigen / Minderjarige deelnemers aan de genocide'
(Mensenrechten).
132 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
133 HRW, World Report 2007 (11 januari 2007) en US Department of State, Rwanda: Country
Reports on Human Rights Practices 2006 (6 maart 2007). Zie ook § 3.5.1 'Vrouwen'
(Specifieke groepen / Mensenrechten).
134 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
43
3.4.9 Moorden en buitengerechtelijke executies
Gedurende de verslagperiode vonden er in Rwanda, naar verluidt, geen
politieke moorden plaats. Wel werd bericht over gewelddadig optreden
door politie en leden van de LDF. In de verslagperiode is meerdere malen
melding gemaakt van het doden van (potentiële) gacaca-getuigen. De
Rwandese autoriteiten doen hun uiterste best om de gacaca-getuigen de
nodige bescherming te bieden.135
3.4.10 Doodstraf
Rwanda heeft het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke
Rechten geratificeerd, maar niet het tweede optionele protocol betreffende
de afschaffing van de doodstraf.136 Wel heeft de regering aangegeven
hiertoe te willen overgaan.137 De grondwet voorziet nu nog in de doodstraf
voor de daders van genocide in 'categorie 1' en andere ernstige
misdrijven.138 Doodvonnissen kunnen zowel door burgerlijke als militaire
rechtbanken worden uitgesproken. In Rwanda bevinden zich ongeveer 600
personen in de gevangenis die tot de doodstraf zijn veroordeeld. Voor zover
bekend, zijn gedurende de verslagperiode geen doodvonnissen
voltrokken.139 De doodstraf is niet van toepassing voor die zaken die door
derde landen aan Rwanda worden overgedragen, met name om zo
overdracht van zaken door het ICTR mogelijk te maken. Er wordt gewerkt
naar algehele afschaffing van de doodstraf in 2007.140
3.5 Specifieke groepen
In de verslagperiode is met betrekking tot de positie van speciale groepen
weinig veranderd. De grondwet voorziet in gelijke rechten voor alle
burgers, ongeacht etniciteit, geslacht, herkomst of overtuiging. In de
135 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 3.3.1 'Ideologie van de genocide / divisionisme' (Toezicht /
Mensenrechten).en § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' (Mensenrechten).
136 www.unhchr.ch/treaties / www.un.org / www.ohchr.org (3 januari 2007). Zie ook § 3.1
'Internationale verdragen en protocollen'.
137 IRIN, Rwanda: Ruling party to vote on abolishing death penalty (12 oktober 2006), Reuters,
Rwanda ruling backs death penalty abolition (13 oktober 2006) en EIU, Rwanda: Country
Report, p. 15 (februari 2007). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Rwanda Tribunaal'.
138 Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' (Mensenrechten).
139 EU Human Rights Fact Sheet 'Rwanda', § 4 (oktober 2006) en EIU, Rwanda: Country
Report, p. 12 (november 2006).
140 EIU, Rwanda: Country Report, p. 13 (november 2006). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang /
Gacaca en Rwanda Tribunaal'.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
44
praktijk waarborgt de Rwandese regering deze rechten niet altijd.141
Hieronder wordt nader ingegaan op de positie van vrouwen, minderjarigen,
homoseksuelen, dienstplichtigen en etnische groepen. Ook wordt kort
ingegaan op het risico dat (vermeende) tegenstanders van de regering
kunnen lopen.
3.5.1 Vrouwen
In Rwanda zijn vrouwen voor de wet gelijk aan mannen. Evenals mannen
zijn vrouwen in Rwanda vanaf hun 21ste jaar civielrechtelijk meerderjarig
en handelingsbekwaam. Zij kunnen vanaf die leeftijd zelfstandig
documenten aanvragen en hoeven geen toestemming te vragen om te
trouwen. Sinds 1999 is discriminatie van vrouwen op het gebied van
erfrecht en eigendomsrecht in het algemeen onwettig. Er is wetgeving in
voorbereiding die seksueel geweld binnen het huwelijk strafbaar moet
maken.
Maatschappelijke positie
In de praktijk worden vrouwen nog dikwijls belemmerd in het opeisen van
hun rechten als gevolg van sociale druk en gebrek aan opleiding. De
federatie van vrouwenorganisaties Pro-Femmes zet zich in samenwerking
met verschillende lokale ngo's in om de lokale gemeenschappen bewust te
maken van de rechten en mogelijkheden van vrouwen.142
Er zijn geen wettelijke restricties die vrouwen ervan weerhouden deel te
nemen aan het politieke leven. In de grondwet is bepaald dat gestreefd moet
worden naar 30% vertegenwoordiging van vrouwen in alle instanties. In de
Nationale Vergadering worden 39 van de 80 zetels bezet door vrouwen; in
de Senaat is 34% vrouw. Vier van de 18 leden van het huidige kabinet zijn
vrouw. Op districtniveau bedraagt het aantal gekozen vrouwen 46% en op
sectorniveau 44%. In de rechterlijke macht is 40% van de rechters
vrouw.143
Het ministerie van Gender en Vrouwen in Ontwikkeling behartigt actief de
belangen van vrouwen, met speciale aandacht voor weduwen. Het
parlementaire forum voor de vrouwen van Rwanda streeft ernaar zowel
mannen als vrouwen bewust te maken van gendervraagstukken. In Rwanda
141 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
142 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
143 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
45
is een sterke genderbeweging actief, die uit vele organisaties bestaat
waaronder Haguruka, Avega, Pro-Femmes en de Unity Club (een
organisatie van ministersvrouwen).144
Seksueel geweld
Rwanda kent wetgeving die zware straffen mogelijk maakt tegen daders
van seksueel geweld, maar met name op het platteland wordt deze
wetgeving lang niet altijd nageleefd. Een vrouw die aangeeft te zijn
verkracht, loopt een groot risico haar sociale status binnen de gemeenschap
te verliezen. Vaak doet zij daarom geen aangifte. Daarnaast kan corruptie
onder rechters, met name op de lagere niveaus, leiden tot vrijspraak van de
dader door omkoping. Er zijn geen instellingen van overheidszijde of
anderszins, die vrouwen opvangen die slachtoffer zijn van geweld.
Tijdens de genocide van 1994 werden vrouwen op grote schaal slachtoffer
van seksueel geweld. Volgens onbevestigde berichtgeving zouden
gedurende die periode naar schatting meer dan 250.000 vrouwen zijn
verkracht.145 Een deel van de verkrachte vrouwen is besmet geraakt met het
HIV-virus. Deze misdaden werden gepleegd door leden van de
Interahamwe, militairen van het toenmalige Rwandese leger (Forces
Armées Rwandaises, FAR) en ook burgers. Bestuurlijke, politieke en
militaire leiders evenals militieleiders gaven opdracht tot de moorden en
seksuele misdrijven of lieten deze toe als middel om hun politieke doelen te
bereiken. Veelal vormden de misdrijven onderdeel van een patroon, waarbij
de vrouwen werden verkracht, nadat zij getuige waren geweest van de
marteling van en moord op hun familieleden en de verwoesting en
plundering van hun huizen.
Sinds de veroordeling in 1998 van Jean-Paul Akayesu, oud-burgemeester
van Taba, door het ICTR tot levenslange gevangenisstraf vanwege
deelname aan de genocide en verkrachting, kunnen verkrachtingen
behandeld worden als een misdaad tegen de menselijkheid.146 In Rwanda
wordt verkrachting, gepleegd tijdens de genocide in 1994, beschouwd als
een misdaad van 'categorie 1'.147
De positie van vrouwen die gedurende de genocide het slachtoffer waren
van verkrachting, is precair. Vrouwenorganisaties begeleiden vrouwen bij
de verwerking van en getuigenis over verkrachting, maar het eerder
144 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
145 Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca'.
146 ICG, Five years after the genocide in Rwanda (1999)
147 Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca / Rwanda Tribunaal'.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
46
geschetste dilemma rond het doen van aangifte is voor vrouwen vaak groot.
De vrouwen moeten kiezen tussen de morele druk en soms persoonlijke
behoefte om te getuigen tegen verkrachters met mogelijk verregaande
sociale consequenties en de wens deze consequenties te ontlopen door niet
te getuigen. Er zijn gevallen bekend van vrouwen die door hun families
verstoten zijn nadat gedurende de gacaca, vele jaren na de genocide, alsnog
bekend werd dat zij ten tijde van de genocide verkracht waren.148
3.5.2 Homoseksuelen
Homoseksualiteit wordt in Rwanda maatschappelijk niet getolereerd. Wie
op homoseksuele handelingen wordt betrapt, kan door de politie worden
aangehouden. Of iemand onrechtmatig gearresteerd en opgesloten wordt,
valt moeilijk te bepalen. Volgens de wet is homoseksualiteit niet strafbaar.
Naar berichtgeving van twee internationale belangengroeperingen149 zou de
Rwandese regering bij herziening van de strafwet in 2007 overwegen een
apart artikel aan de strafwet te willen toevoegen waardoor diegenen die
openlijk homoseksuele handelingen verrichten, zouden kunnen worden
vervolgd. De genoemde groeperingen hebben zich in een open brief tot de
Rwandese president gewend met het verzoek om af te zien van dit
voornemen, dat overigens niet door andere bronnen wordt bevestigd.150
3.5.3 Minderjarigen
Volgens het Wetboek van Strafrecht is men in Rwanda meerderjarig vanaf
de leeftijd van 18 jaar (majorité pénale).151 In de praktijk wordt de leeftijd
van 18 jaar voor strafrechterlijke meerderjarigheid niet altijd gerespecteerd.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de risico's op mensenrechtenschendingen
voor minderjarigen in Rwanda. In hoofdstuk 4 'Migratie'
(§ 4.2 'Opvang van minderjarigen') wordt nader ingegaan op de
zelfstandigheid en opvangmogelijkheden.
Minderjarige deelnemers aan de genocide
In 1994 namen naast volwassenen ook kinderen en adolescenten deel aan
de genocide. Soms waren de daders niet ouder dan tien jaar. Sommigen
gaven zelfs leiding aan anderen. Als gevolg daarvan bestond er sterke druk
148 HRW, Struggling to Survive (september 2004). Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca'.
149 International Gay and Lesbian Human Rights Commission en International Lesbian and Gay
Association.
150 IGLHRC, New Law Criminalizing Same-Sex Conduct Proposed in Rwanda (www.iglhrc.org,
9 februari 2007).
151 In Rwanda is men pas op 21-jarige leeftijd civielrechtelijk meerderjarig. Zie ook § 4.2
'Opvang van minderjarigen'(Migratie).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
47
in de samenleving om hen te berechten als volwassenen. In reactie hierop
werd een wet aangenomen, die stelt dat diegenen die minderjarig waren
tijdens de begane misdaad maar inmiddels volwassen bij de behandeling
van hun zaak door de rechter, als volwassenen berecht worden.152
Alleenstaande minderjarigen
Kinderen van 16 jaar en ouder, die niet meer in aanmerking komen voor
pleegzorg, en gehandicapte kinderen, die vaak niet gewild zijn door
pleegfamilies, worden ook wel ondergebracht in weeshuizen. Alle
opvanghuizen, zowel weeshuizen als tijdelijke opvang voor alleenstaande
minderjarigen (wier ouders wellicht nog leven) zijn in principe vol.
Volgens het Rode Kruis is er in geval van nood vaak wel korte-termijnopvang
mogelijk. De situatie in de opvanghuizen is relatief goed. Veel
kinderen verkiezen daar te blijven boven terugkeer naar familie.
Straat- en weeskinderen
In Rwanda leven ongeveer 7.000 kinderen op straat, van wie een groot deel
in de hoofdstad Kigali, of in child headed households. Vaak rest hen niets
anders dan bedelen of stelen om in leven te blijven. Het betreft veelal
wezen, maar ook kinderen van wie de ouders niet in staat zijn om voor hen
te zorgen.
In Rwanda zijn ongeveer 65.000 gezinnen die alleen uit kinderen bestaan
(totaal zo'n 300.000 personen). Zij leven aan de zelfkant van de
maatschappij, veelal zonder hulp, niet zelden misbruikt en bedreigd.153
Gebrek aan bescherming is het grootste gevaar dat een gezin zonder ouders
bedreigt. In veel gevallen worden de kinderen door buren of familie uit hun
ouderlijk huis gezet. Ook AIDS-wezen kan dit overkomen, zodra de ouders
zijn gestorven. Weliswaar bepaalt de wet dat de kinderen het huis mogen
erven, maar in de praktijk kunnen de kinderen naleving niet afdwingen.
Meisjes, die aan het hoofd staan van driekwart van de kindgezinnen,
worden door buren vaak uitgebuit als werkkracht. De overheid laat wezen
gratis toe tot de lagere school. Dan moet het kind echter wel kunnen
aantonen dat hij of zij wees is, hetgeen moeilijk wordt in gevallen waarbij
een ouder wordt vermist.
Enkele malen per jaar worden in de steden van Rwanda straatkinderen
opgepakt en naar solidariteitskampen voor 'heropvoeding' (ingando)
gestuurd. In de ingando krijgen de kinderen ideologische154 en fysieke
152 Zie ook § 3.4.5 'Rechtsgang / Gacaca' en § 3.4.6 'Arrestaties en detenties' (Mensenrechten).
153 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
154 De kinderen leren 'normen en waarden', niet een vak.
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
48
training, gericht op reïntegratie in de samenleving. UNICEF houdt deze
kampen voor straatkinderen in de gaten, waardoor de kinderen enige
bescherming genieten. Er is geen duidelijke termijn waarna deze kinderen
weer mogen vertrekken. Sommige kinderen gaan na enkele maanden terug
naar hun gemeente. Ook lopen regelmatig kinderen uit de kampen weg.155
Seksueel misbruikte kinderen
Seksueel geweld tegen kinderen is een toenemend probleem, met name in
geïsoleerde gemeenschappen. De laatste tijd worden steeds vaker
minderjarigen opgepakt wegens verkrachting van andere minderjarigen. In
het algemeen treedt de overheid streng op tegen seksueel geweld tegen
kinderen. Eind 2001 is een nieuwe wet ter bescherming van het kind
aangenomen en in werking getreden. Deze wet omvat enkele algemene
rechten, die overgenomen zijn uit het Verdrag inzake de Rechten van het
Kind. Een tweede artikel betreft specifiek seksueel geweld en gedwongen
huwelijken op jonge leeftijd. De voorlichtingscampagne is niet erg
uitgebreid geweest, zodat weinig Rwandezen zullen weten dat de wet
bestaat. Onder lokale autoriteiten en rechtbanken heeft wel een goede
voorlichting plaatsgevonden.
Kindsoldaten
Na de genocide keerden veel kindsoldaten terug naar Rwanda. Deze werden
opgevangen door het International Committee of the Red Cross (ICRC),
Save the Children en enkele kerkelijke organisaties. Inmiddels zijn
meerdere centra gesloten, daar het overgrote deel van de voormalige
kindsoldaten inmiddels is herenigd met familie of in een pleeggezin is
opgenomen.156
In 2006 vond, voor zover bekend, geen gedwongen rekrutering door het
regeringsleger (Rwanda Defence Forces, RDF) of de burgerwachten (Local
Defense Forces, LDF) plaats. De meeste jongeren die in dienst treden van
de LDF, rekenen op de overstap naar de RDF, die zij vaak na een aantal
jaren maken. Rekrutering voor het leger van jongeren van 14 tot 16 jaar via
de LDF behoort tot de uitzonderingen. De overstap naar het leger wordt
door leden van de LDF meestal als promotie gezien, omdat er status en
salaris aan verbonden zijn. In Rwanda heerst veel werkloosheid en onder
155 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
156 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
49
jongeren geldt het leger dan ook als een mogelijkheid om geld te
verdienen.157
Rwandese rebellenbewegingen in de DRC zouden, naar verluidt, nog steeds
jongeren rekruteren. Het zou hierbij slechts om zeer geringe aantallen gaan.
3.5.4 Dienstplichtigen
Rwanda kent een beroepsleger en geen dienstplicht. Jongeren kunnen vanaf
16 jaar vrijwillig dienst nemen in het regeringsleger, de RDF.158
Rekrutering voor het leger
Sinds de terugtrekking uit de DRC in september 2002 zijn geen Rwandese
troepen meer in Oost-Congo aanwezig en is de noodzaak voor nieuwe
rekruten afgenomen. Daarnaast is het leger bezig in te krimpen, wat nieuwe
rekrutering niet uitsluit, maar wel tot een minimum beperkt. Voor zover
nog rekrutering plaatsvindt, gebeurt dit vrijwel altijd via de LDF. Op
desertie uit het leger staat gevangenisstraf. Er zijn geen precieze gegevens
bekend over de zwaarte van de straffen voor desertie.
Rekrutering voor de burgerwachten
De leden van de LDF worden officieel uit en door de bevolking op celluleniveau
gekozen uit jongeren vanaf 18 jaar. In dienst treden van de LDF
wordt vaak gezien als enig alternatief voor werkloosheid, en om die reden
is er weinig verzet tegen rekrutering. De LDF is over het algemeen een
redelijke afspiegeling van de gemeenschap waaruit de leden voortkomen.
Bij rekrutering wordt niet naar etniciteit gekeken. Van LDF-leden wordt
verwacht dat zij op een bepaald moment bereid zullen zijn de overstap te
maken naar de RDF.
3.5.5 Etnische groepen
Sinds 1994 is het regeringsbeleid gericht op uitbanning van etnische
discriminatie. De etnische afkomst wordt dan ook sinds 1996 niet meer
geregistreerd. Het beleid is in de praktijk echter soms in tegenspraak met de
werkelijkheid. Etniciteit, in combinatie met sociale, politieke en culturele
factoren, speelt nog steeds een grote rol in Rwanda. Critici menen, dat het
argument van het risico van hernieuwde etnische conflicten vaak door de
157 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
158 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007). Zie ook § 2.5.3 'Veiligheidsmacht'
(Veiligheidssituatie).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
50
regering wordt opgevoerd om politieke tegenstanders het zwijgen op te
leggen en dat de regering etniciteit daarbij als machtsmiddel misbruikt.
Hutu en Tutsi
De scheidslijnen in de Rwandese samenleving zijn van oudsher niet alleen
van etnische, maar ook van sociale en politieke aard. De verhoudingen zijn
voortdurend aan verandering onderhevig geweest. In het verleden waren de
Tutsi veetelers, die gemiddeld rijker waren en meer politieke macht hadden.
De Hutu waren landbouwers en doorgaans armer; zij werden politiek
overheerst door een elite die vooral uit Tutsi bestond. Gedurende de
koloniale periode werden de etnische verschillen sterk benadrukt, waarbij
de Belgische kolonisator de Tutsi als een aan de Hutu superieur ras
beschouwde. Na de onafhankelijkheid werd het land geregeerd door een
Hutu-regering en namen de etnische spanningen, die in de koloniale periode
als gevolg van het gevoerde beleid sterk waren toegenomen, verder toe.
Met de terugkeer van Tutsi uit de diaspora is de invloed van het Engels
toegenomen. Vele uit Uganda teruggekeerde Tutsi spreken als tweede taal,
naast de door vrijwel iedereen gesproken nationale taal Kinyarwanda,
Engels in plaats van Frans, dat vanuit de koloniale periode de enige tweede
taal in Rwanda was.159 Vaak zijn zij ook beter opgeleid dan diegenen die
altijd in Rwanda zijn gebleven. Velen hebben zich gevestigd in Kigali en
leveren een grote bijdrage aan de economische groei van de stad. Een aantal
van hen is nauw betrokken bij het Rwandan Patriotic Front (RPF) en de
overheid.
De meerderheid van de Hutu, zowel op het platteland als in de stad, is
politiek gematigd en bereid de macht te delen met de Tutsi. Wel voelen
sommigen zich gediscrimineerd door de regering. Ook voelen Hutu zich
onvoldoende beschermd door de overheid bij het rechtmatig terugclaimen
van eigendommen, die door na 1994 teruggekeerde Tutsi in bezit waren
genomen. Door de overheid werden geen speciale voorzieningen getroffen;
lokale autoriteiten drongen er slechts op aan dat oude en nieuwe bewoners
het land zouden delen en tolerant zouden zijn ten opzichte van elkaar. Het
is niet duidelijk hoe dit reïntegratieproces daadwerkelijk verloopt.160
Twa
De kleinste etnische groepering in Rwanda zijn de Twa / Batwa
(Pygmeeën). Zij maken ongeveer 1% van de bevolking uit.161 Hoewel de
159 Zie ook § 2.1.4 'Taal' (Land en volk)
160 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Humna Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
161 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
51
Twa duidelijk een minderheidsgroepering vormen in Rwanda, worden zij
voor zover bekend niet gediscrimineerd. Volgens de nieuwe grondwet
hebben de Twa recht op twee zetels in de senaat. In de Nationale
Mensenrechten Commissie is één Twa vertegenwoordigd.162
De belangenorganisatie voor de Twa, Communauté des Autochtones
Rwandais (CAURWA), heeft problemen met het verkrijgen van een legale
identiteit en functioneert op basis van een voorlopige toestemming van de
autoriteiten. Het werk van de Twa wordt gewaardeerd en toegestaan, maar
het aanduiden van de Twa als etnische groep is in strijd met de Rwandese
grondwet.163
Personen van gemengde afkomst
Men wordt in geval van ouders van gemengde afkomst in het algemeen
geacht de etnische achtergrond van de vader te hebben. De omgeving echter
kan een kind van gemengde afkomst zien als behorend tot de etnische groep
van de moeder, bijvoorbeeld op grond van fysieke kenmerken. Aangezien
formeel geen etnisch onderscheid meer wordt gemaakt, bestaat geen
officiële indeling meer.
3.5.6 (Vermeende) tegenstanders van de regering
In de verslagperiode vonden, voor zover bekend, geen moorden op
politieke opponenten plaats. Over het algemeen ondervinden personen die
banden hebben gehad met het voormalige regime van president
Habyarimana164 problemen met de Rwandese autoriteiten. Daarnaast
kunnen banden met het voormalige regime tegen hen gebruikt worden,
wanneer zij in negatieve belangstelling komen te staan van leger en
inlichtingendienst.
Personen die deel uitmaken of hebben gemaakt van verboden partijen of
oppositiepartijen in het buitenland, van de vroegere presidentiële garde, het
voormalige Rwandese leger (FAR) en de Interahamwe-milities kunnen bij
terugkeer na een verblijf in het buitenland op problemen (zoals intimidatie)
stuiten van zowel hun omgeving als van de kant van de autoriteiten, ook
indien zij zich niet schuldig hebben gemaakt aan genocide.165 Anderzijds
162 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
163 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007). Zie ook § 2.2 'Staatsinrichting'.
164 Gedoeld wordt met name op hogere ambtenaren en politici en hun directe familieleden ten
tijde van de regering Habyarimana.
165 Zie ook § 2.3.2 'Periode 1994-1999' (Geschiedenis).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
52
toont uitgebreide evaluatie van het Multi-country Demobilization and
Reintegration Program (MDRP), dat gedemobiliseerden (ook ex-FAR en
ex-FDLR) in het algemeen geaccepteerd worden en geen disciminatie
ondervinden.166
166 Zie ook § 2.5.2 'Demobilisatie, ontwapening en reïntegratie' (Veiligheidssituatie).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
53
4 Migratie
Het totaal aantal teruggekeerde Rwandezen na 1994 bedraagt ongeveer 3,2
miljoen. Om terugkeer van Rwandese vluchtelingen langs goede banen te
leiden bestaan sinds 2002 tripartiete overeenkomsten tussen Rwanda en
UNHCR en respectievelijk Burundi, de Centraal Afrikaanse Republiek,
Congo-Brazzaville, Kenia, Malawi, Mozambique, Namibië, Tanzania,
Uganda, Zambia en Zimbabwe. Volgens UNHCR hebben deze
overeenkomsten het proces van terugkeer sterk bevorderd. Tussen 2002 en
2006 zijn volgens opgave van UNHCR ongeveer 76.000 vluchtelingen uit
de omringende landen naar Rwanda teruggekeerd. UNHCR schat in dat
zich nog zo'n 53.000 Rwandese vluchtelingen in het buitenland bevinden.
De cijfers moeten echter met grote omzichtigheid gehanteerd worden. Het
werkelijke aantal Rwandezen in het buitenland is niet exact bekend. De
inschattingen van verschillende organisaties lopen uiteen.167
4.1 Migratiestromen
De samenwerking tussen Rwanda (in het bijzonder de Conseil National
pour les Réfugiés, CNR) en UNHCR is goed. De CNR, waarin diverse
ministeries zijn vertegenwoordigd, is pas in 2004 tot stand gekomen en
heeft nog maar een zeer beperkte capaciteit. De raad houdt zich bezig met
de problematiek van zowel buitenlandse vluchtelingen in Rwanda als
Rwandese vluchtelingen elders. Het gaat dan vooral om hulp bij de
reïntegratie. De terugkeerprocessen worden geregeld in de context van de
diverse tripartiete overeenkomsten. UNHCR is de enige grote donor. In de
Rwandese wetgeving (loi sur les réfugiés) worden dezelfde definities
gehanteerd als die gangbaar zijn in het internationaal recht.168
Gezien de normalisatie van de situatie in het land heeft Rwanda aan
UNHCR het voorstel gedaan om de status van 'Rwandese vluchteling' te
beëindigen. Hoewel UNHCR erkent dat de veiligheidssituatie in Rwanda
verbeterd is, studeert zij nog op een antwoord. UNHCR is van mening dat
een onderscheid gemaakt moet worden tussen de verschillende groepen
vluchtelingen en dat een fasering nodig is.
167 UNHCR, Factsheet: Rwanda at a glance (december 2006), UNHCR, Rwanda: Country
Information Brief (september-december 2006) en CIA, The World Factbook, Rwanda
(17 april 2007).
168 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
54
Om Rwandezen uit met name de DRC te bewegen terug te keren naar
Rwanda, maken de autoriteiten gebruik van voorlichting (o.a. radiouitzendingen),
waaruit blijkt dat de situatie in Rwanda veilig is. Ook
berichten van deze strekking van familieleden dragen er soms toe bij dat de
vluchtelingen besluiten terug te keren. Toch blijkt het terugkeerproces
langzamer te verlopen dan gedacht, hetgeen te maken kan hebben met het
feit dat betrokkenen zich tegen terugkeer verzetten om hetzij politieke of
economische redenen (omdat men bijvoorbeeld goed geïntegreerd is in het
land van opvang) of vanwege strafrechtelijke problemen (omdat men
gezocht wordt voor een strafbaar feit).
4.2 Opvang van minderjarigen
Volgens het Burgerlijk Wetboek eindigt de minderjarigheid bij het bereiken
van de 21-jarige leeftijd. Men bereikt dan de burgerlijke meerderjarigheid
(majorité civile), dat wil zeggen dat men onder meer zelfstandig contracten
mag afsluiten en zonder toestemming van de ouders mag trouwen. Vanaf de
leeftijd van 18 jaar is men politiek meerderjarig (majorité politique) en
stemgerechtigd.
4.2.1 Zelfstandigheid
Hoewel werken door jongeren volgens de wet pas vanaf 18 jaar is
toegestaan, gebeurt dit vaak al vanaf jongere leeftijd. Met name kinderen
die aan het hoofd van een familie staan, hebben dikwijls geen andere keuze
dan te werken. Kinderen van arme boerenfamilies worden vaak uit bedelen
gestuurd. Onderwijs is verplicht tot 13 jaar.169 Indien in een gezin vanwege
geldgebrek niet alle kinderen naar school kunnen, zullen met name de
jongens uitgekozen worden. Er is geen specifieke leeftijd te noemen waarop
jongeren in Rwanda door de bevolking handelingsbekwaam worden geacht.
In het algemeen gaat men zelfstandig wonen op het moment dat men
trouwt. In de steden kunnen ook vrijgezelle jongeren zelfstandig wonen als
zij een eigen inkomen hebben. In het rurale milieu blijft men, indien men
ongetrouwd is, in de praktijk afhankelijk van de familie.
169 US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights Practices 2006
(6 maart 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
55
4.2.2 Opvangmogelijkheden
Kinderen blijven een kwetsbare groep in de Rwandese samenleving, zoals
blijkt uit het grote aantal kinderen dat aan het hoofd staat van een familie,
wezen, straatkinderen en jeugdige delinquenten. Het overheidsbeleid is
erop gericht minderjarigen onder te brengen in pleeggezinnen en biedt voor
hen geen alternatieve opvangmogelijkheden. Meestal moeten alleenstaande
minderjarigen het alleen zien te redden, omdat er maar weinig
hulporganisaties en particulieren zijn die zich inzetten voor hun opvang.
Opvang van kinderen anders dan terugkerende kindsoldaten en
straatkinderen wordt slechts door kerken en een enkele particulier geboden.
Zij zorgen voor onderdak, voedsel en scholing. Het opsporen van en
hereniging met familie, alsmede pleegzorg worden geregeld door Save the
Children, het International Committee of the Red Cross (ICRC) en de
Amerikaanse ngo International Rescue Committee (IRC). Veelal financiert
en coördineert UNICEF dergelijke activiteiten.170
4.3 Activiteiten van internationale organisaties
In Rwanda zijn diverse ngo's werkzaam. Ook zijn er de meeste VNorganisaties
vertegenwoordigd, waaronder UNAIDS, UNDP, UNESCO,
UNICEF, UNIFEM, WFP, WHO en UNHCR.171 UNHCR is de
voornaamste organisatie voor opvang van (terugkerende) vluchtelingen.
Sinds 2005 acht UNHCR de veiligheidssituatie in Rwanda zodanig
verbeterd dat zij is overgegaan van facilitering naar bevordering van
vrijwillige terugkeer.
170 Zie ook § 3.5.3 'Minderjarigen' (Mensenrechten).
171 CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007). Zie ook voor activiteiten van UNHCR
§ 4.1 'Migratiestromen' (Migratie).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
56
5 Bijlagen
5.1 Overzicht politieke partijen
Rwanda is in theorie een meerpartijen-democratie met plaats voor
oppositiepartijen. In de praktijk worden politiek en bestuur echter volledig
gedomineerd door één partij, het Rwandan Patriotic Front (RPF), dat bij de
verkiezingen in 2003 een overweldigde meerderheid in het parlement heeft
behaald. De politieke partijen zijn verplicht om lid te zijn van het 'forum
voor politieke partijen'. Het forum was onderdeel van de Arusha-akkoorden
van 1993 en moest een orgaan zijn om nationale eenheid en verzoening te
bewerkstelligen. Bij het referendum over de constitutie in 2003 is het forum
verankerd in de grondwet. Het forum neemt geen besluiten, maar heeft een
adviserende rol.
5.1.1 De voornaamste politieke partijen in Rwanda
· RPF Rwandan Patriotic Front
· PDC Parti Démocrate Centriste (vroeger Chrétien)
· PDI Parti pour la Démocratie Idéal (vroeger Islamique)
· PL Parti Libéral
· PSD Parti Social Démocrate
· PSR Parti Socialiste Rwandais
· UDPR Union Démocratique du Peuple Rwandais
· PPC Parti du Progrès et de la Concorde
5.1.2 Verboden partijen in Rwanda
· MDR Mouvement Démocratique Républicain
· PDR-Ubuyanja Parti Démocratique pour le Renouveau-Ubuyanja
· ADEP-Mizero Alliance pour la Démocratie, l'Equité et le Progrès
5.1.3 Rwandese oppositiepartijen in het buitenland
· UFDR Union des Forces Démocratiques Rwandaises
· ADRN-Igihango Alliance pour la Démocratie et la Réconciliation
Nationale
In de UFDR zijn verzameld:
· FRD Forces de Résistance pour la Démocratie (Frankrijk)
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
57
· RDR Rassemblement Républicain pour la Démocratie au
Rwanda (Nederland)172
In ADRN-Igihango zijn verzameld:
· FDLR Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda
(Duitsland / DRCongo)
· ARENA Alliance Rwandaise pour la Renaissance de la Nation
(VS)
· URD Union des Rwandais pour la République et la
Démocratie (België)
· NIIN Nation-Imbaga y'Inyabutatu Nyarwanda
(monarchistische partij, die de terugkeer naar Rwanda
van Tutsi-koning Kigeri V wenst) (België)
De UFDR en de ADRN-Igihango zijn sinds 12 oktober 2002 verenigd in de
Concertation Permanente de l'Opposition Démocratique Rwandaise
(CPODR). De verschillende oppositiepartijen in het buitenland zijn voor
zover bekend niet actief in Rwanda, al stelt de FDLR ook in Rwanda te
opereren. Wel hebben de partijen banden met bewegingen en individuen in
Rwanda.173
172 De RDR ontstond in de vluchtelingenkampen in Bukavu (DRC) als Rassemblement pour le
retour des Refugiés et de la Démocratie au Rwanda en bestond uit aanhangers en leiders van
het Habyarimana-regime. Na de vernieling van de kampen in Bukavu raakte de groepering
verspreid. Uit het deel van de RDR dat de oorlog wilde voortzetten, kwamen de FDLR en
ALIR (Armée pour la Libération du Rwanda) voort. Een ander deel, dat voornamelijk uit
intellectuelen bestond, organiseerde zich in andere partijen, waaronder de nieuwe RDR (in
Nederland gebaseerd).
173 www.dusabane.org/Rwanda/politiek.htm (5 april 2007).
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
58
5.2 Literatuurlijst
5.2.1 Naslagwerken en rapporten
· CIA, The World Factbook, Rwanda (17 april 2007)
· EIU, Burundi: Country Profile (september 2006)
· EIU, Burundi: Country Report (augustus 2006)
· EIU, Rwanda: Country Profile (augustus 2005 en mei 2006)
· EIU, Rwanda: Country Report (november 2005, mei, augustus en
november 2006 en februari 2007)
· HRW, Struggling to Survive (september 2004)
· HRW, World Report 2005 (10 juni 2005)
· HRW, World Report 2006 (25 januari 2006)
· HRW, World Report 2007 (11 januari 2007)
· UNSC, S/2005/586, Special report of the Secretary-General on the
United Nations Operation in Burundi (14 september 2005)
· UNSC, S/2005/603, Nineteenth report of the Secretary-General on the
United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of the
Congo (26 september 2005)
· UNSC, S/2005/728, Fifth report of the Secretary-General on the United
Nations Operation in Burundi (21 november 2005)
· UNSC, S/2005/832, Twentieth report of the Secretary-General on the
United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of the
Congo (28 december 2005)
· UNSC, S/2006/46, Report of the Secretary-General on the preparations
for the International Conference on the Great Lakes Region (25 januari
2006)
· UNSC, S/2006/163, Sixth report of the Secretary-General on the United
Nations Operation in Burundi (21 maart 2006)
· UNSC, S/2006/390, Twenty-first report of the Secretary-General on the
United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of the
Congo (13 juni 2006)
· UNSC, S/2006/759, Twenty-second report of the Secretary-General on
the United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of
the Congo (21 september 2006)
· US Department of State, Rwanda: International Religious Freedom
Report 2006 (15 september 2006)
· US Department of State, Rwanda: Country Reports on Human Rights
Practices 2006 (6 maart 2007)
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
59
5.2.2 Websites
· www.cia.gov
· www.coinmill.com
· www.dusabane.org/Rwanda/politiek.htm
· www.ethnoloque.com
· www.flw.com/languages/kinyarwanda.htm
· www.hdr.undp.org/statistics/data/country
· www.hri.ca/uninfo/treaties
· www.iglhrc.org
· www.isc-icc.org
· www.mask.org.za
· www.ohchr.org
· www.rodekruis.be
· www.tvz.tv
· www.un.org
· www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf
· www.unhchr.ch/treaties
· www.wikipedia.org
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
60
5.3 Lijst van afkortingen
AI Amnesty International
AU Afrikaanse Unie
APR Armée Patriotique Rwandaise (RPA, Rwandan Patriotic Army)
ASF Advocats sans Frontières
BBC British Broadcasting Corporation
CAURWA Communauté des Autochtones Rwandais
CEDAW Committee on the Elimination of Discrimination Against
Women
CERD Committee on the Elimination of Racial Discrimination
CESCR Committee on Economic, Social and Cultural Rights
CID Criminal Investigation Department (DIC, Département de
l'Investigation Criminelle)
CIJ Cour Internationale de Justice (ICJ, International Court of
Justice
CLADHO Collectif des Ligues et Associations de Défense des
Droits de l'Homme au Rwanda
CNDH Commission Nationale des Droits de l'Homme
CNR Conseil National pour les Réfugiés
CRC Committee on the Rights of the Child
DIC Département de l'Investigation Criminelle (CID, Criminal
Investigation Department)
DRC Democratische Republiek Congo
(République Démocratique du Congo, RDC)
EAC East African Community
FACT Forum des Activistes Contre la Torture
FAR Forces Armées Rwandaises
FDLR Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda
FLD Forces Locales de Défense (LDF, Local Defense Forces)
FNL-Palipehutu Forces Nationales pour la Libération - Parti pour la
Libération des Hutu
FOR Fédération des Organisations Rurales
FPR Front Patriotique Rwandais (RPF, Rwandan Patriotic Front)
FRD Forces Rwandaises de Défense (RDF, Rwanda Defence Forces)
GoE Group of Experts
HDI Human Development Index
HCP High Council of the Press
HRC Human Rights Committee
HRW Human Rights Watch
ICC International Criminal Court
ICG International Crisis Group
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
61
ICGLR International Conference on the Great Lakes Region
ICJ International Court of Justice (CIJ, Cour Internationale de
Justice
ICRC International Committee of the Red Cross
ICTR Interantional Criminal Tribunal for Rwanda
IGLHRC International Gay and Lesbian Human Rights Commission
ILGA International Lesbian and Gay Association
IMF Internationaal Monetair Fonds
IRC International Rescue Committee
JVM Joint Verification Mechanism
LDF Local Defense Forces (FLD, Forces Locales de Défense)
LDGL Ligue des Droits de la Personne dans la Région de Grands
Lacs
Liprodhor Ligue pour la Promotion et la Défense des Droits de
l'Homme au Rwanda
MDR Mouvement Démocratique Républicain
MDRP Multi-country Demobilization and Reintegration Program
MINUAR Mission des Nations Unies pour l'Assistance au Rwanda
(UNAMIR, UN-Assistance Mission to Rwanda)
MONUC Mission de l'Organisation des Nations Unies en
République Démocratique du Congo
MoU Memorandum of Understanding
MRNDD Mouvement Révolutionaire National pour le
Développement Démocratique
Ngo Niet-gouvernementele organisatie
PDR-Ubuyanja Parti Démocratique pour le Renouveau - Ubuyanja
PGR Parquet Général de la République
PNR Police Nationale du Rwanda (RNP, Rwanda National Police)
RCD Rassemblement Congolais pour la Démocratie
RDF Rwanda Defence Forces (FRD, Forces Rwandaises de Défense)
RDRC Rwanda Demobilisation and Reintegration Commission
RNP Rwanda National Police (PNR, Police Nationale du Rwanda)
RPA Rwandan Patriotic Army (APR, Armée Patriotique Rwandaise)
RPF Rwandan Patriotic Front (FPR, Front Patriotique Rwandais)
SDA Services au Développement des Associations
SGVN Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties
UNAMIR UN-Assistance Mission to Rwanda (MINUAR, Mission
des Nations Unies pour l'Assistance au Rwanda)
UNDP United Nations Development Programme
UNESCO United Nations Educational, Scientific and Cultural
Organisation
UNHCR United Nations High Commission for Refugees
UNICEF United Nations Children's Fund
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
62
UNIFEM United Nations Development Fund for Women
VK Verenigd Koninkrijk
VN Verenigde Naties
VR Veiligheidsraad
VS Verenigde Staten
WFP World Food Programme
WHO World Health Organisation
Algemeen Ambtsbericht Rwanda / mei 2007
63
5.4 Kaart van Rwanda