Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
De voorzitter van de Tweede Kamer
der staten Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n)
1 juni 2007 - Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/DGTL-2007/7627 2060713720 en 2060713830 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Het lid Duyvendak heeft vragen gesteld over vliegveld Lelystad en de toekomst van Schiphol. Ter aanvulling daarop hebben de leden Nicolaï en De Krom eveneens vragen over dit onderwerp gesteld. Hierbij treft u de antwoorden aan.

Vragen van het lid Duyvendak (2060713720):


1. Kunt u zich herinneren dat u tijdens de presentatie van het Ruimtelijk Planbureau (RPB) rapport "De toekomst van Schiphol" de woorden sprak: "alleen met schiphol kom je er niet" en "we hebben verschillende luchthavens nodig en dan ligt Lelystad voor de hand"?1


1. Ja, dit is in lijn met het coalitie akkoord waarin is opgenomen dat op korte termijn de mogelijkheden worden bezien van de ontwikkeling in Lelystad als overloop, met in achtneming van overige regionale vliegvelden. Dit doe ik samen met mijn ambtsgenoot van VROM mede op basis van de door de sector aan te dragen ontwikkelingsopties voor de lange termijn.


2. Kunt u zich ook herinneren dat u zei: "daarbij moeten we de grenzen opzoeken"? Wat bedoelde u daarmee?


1 De presentatie van het RPB rapport vond plaats op het ministerie van V&W op 25 april j.l.Teletekst & ANP, 25 april 2007
Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171 Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895 Internet www.verkeerenwaterstaat.nl

Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VENW/DGTL-2007/7627


2. Ja. Ik bevestigde daarmee de tekst die in het coalitieakkoord is opgenomen waarin staat dat Schiphol binnen de bestaande milieu- en geluidsnormen kan doorgroeien. Binnen dit kader en in samenhang met hinderbeperkende maatregelen kan worden besloten over verdere economische ontwikkelingen in belang van een vitale en duurzame economie.


3. Deelt u de mening, dat indien Lelystad een luchthaven naast Schiphol wordt, specifiek gericht op vakantiecharters en `point to point'-vluchten, er in Nederland een hele regio bijkomt die ernstige geluidshinder zal ondervinden? Zo neen, waarom niet?


3. Deze situatie is nog niet aan de orde, maar zou inderdaad aan de orde kunnen komen. In de lange termijn verkenning onderzoeken we mogelijkheden voor de lange termijn ontwikkeling van Schiphol. Bij zo'n belangrijke afweging moeten alle serieuze opties worden onderzocht. Een uiteindelijk besluit zal tot stand komen na een brede verkenning van problemen, oplossingsrichtingen en consequenties. Hierbij zal ook een MKBA worden uitgevoerd waarin de externe effecten goed in beeld worden gebracht.
Op basis van deze informatie zal een brede afweging worden gemaakt, met aandacht voor de uitplaatsingsmogelijkheden naar Lelystad met in achtneming van overige regionale luchtvelden. Voor Lelystad loopt een traject om binnen de grenzen van de huidige PKB een ontwikkeling mogelijk te maken van 2 tot 2,5 miljoen passagiers naar West-Europese bestemmingen.


4. Kent u de studie gemaakt door het ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het project Toekomst Nederlandse Luchthaven Infrastructuur (TNLI) waarvan eind jaren negentig de politieke conclusie van het kabinet Kok-II was, dat de baten van groei van een luchthaven bij Lelystad niet op zouden wegen tegen de (maatschappelijke- en milieu)-kosten? Kunt u aangeven waarom en op basis waarvan u deze conclusie nu niet meer wil volgen?

4. Ja, ik ken de betreffende studie. In het coalitie-akkoord is aangekondigd dat de mogelijkheden van de ontwikkeling van Lelystad als overloop zullen worden bezien met in achtneming van overige regionale vliegvelden. Daarbij zal de beschikbare kennis uit deze én andere studies worden benut. Deze kennis zal worden aangevuld met onderzoek naar de effecten van uitbreiding van vliegverkeer op Lelystad en overige regionale luchthavens, mede op basis van de opties die Schiphol hiervoor aanreikt. Vervolgens kunnen deze verwachte effecten worden vergeleken met de effecten op de locatie Schiphol. Daarnaast zal ook een MKBA worden uitgevoerd. Zo is er een goede afweging van uitbreidingsopties mogelijk en kan sprake zijn van weloverwogen keuze.


5. Is het bekend dat vliegverkeer in ernstige mate bijdraagt aan de klimaatverandering? Kunt u aangeven hoe de reductiedoelstelling van minus dertig procent voor CO2- uitstoot uit het regeerakkoord te rijmen valt met een forse groei van het zeer vervuilende vliegverkeer, die mede plaats zou moeten vinden op de luchthaven Lelystad?

---

VENW/DGTL-2007/7627

5. De bijdrage van de luchtvaart aan de wereldwijde emissie van CO2 bedraagt volgens IPCC2 circa 2%, dit aandeel neemt echter wel toe. De bijdrage van Nederland (binnenlandse vluchten en vertrekkende internationale vluchten) aan de wereldwijde CO2 emissies van de luchtvaart bedraagt volgens UNFCC3 circa 2,5% van de luchtvaartemissies. De luchtvaart heeft ook door andere emissies invloed op het klimaat. Volgens het MNP4 zou de totale invloed een factor 2.6 maal zo sterk als het effect van CO2 alleen kunnen zijn.

De internationale luchtvaart is uitgesloten van de klimaatdoelstelling in het Kyotoprotocol. Voor de 30% reductiedoelstelling wordt gezocht naar een kosteneffectieve mix van maatregelen. Binnen de Europese Unie is besloten om de luchtvaartsector op te nemen in het systeem voor CO2 emissiehandel. Nederland is er voorstander van dat de luchtvaart zo spoedig mogelijk wordt aangesloten bij dit systeem.

6. Bent u bereid uw woorden weer terug te nemen en het oordeel van voorgaande kabinetten te herbevestigen?

6. Bij de invulling van de lange termijn verkenning en de te maken beleidsafwegingen ten aanzien van de lange termijn ontwikkeling van Schiphol, Lelystad en de overige regionale luchthavens werk ik volgens het regeerakkoord.

7. Deelt u de mening dat het in het licht van de klimaatverandering veel meer voor de hand ligt om te bevorderen dat op de korte en middellange afstanden reizigers vanaf Schiphol gebruik gaan maken van snelle treinen? Zo neen, waarom niet?

7. Al sinds de jaren negentig hebben opeenvolgende kabinetten als doelstelling gehad om het vervoer van reizigers vanaf Schiphol op de korte en middellange afstanden per trein (conventionele en hogesnelheidstreinen) te laten plaatsvinden. In de PKB die ten grondslag ligt aan de beslissing om de HSL-Zuid aan te leggen is reeds het belang van een goede ontsluiting van Schiphol per trein opgenomen. Voor de korte en middellange afstanden wordt de hogesnelheidstrein op milieugronden zelfs als alternatief voor het vliegvervoer gezien, dit vergt wel aandacht voor de verbetering van het substitutie effect.

8. Bent u bereid zich ervoor in te spannen dat Schiphol optimaal ontsloten wordt door een net van snelle treinen? Zo neen, waarom niet?

8. Ik ben bereid mij in te spannen voor een optimale ontsluiting van Schiphol per trein. In dit kader zal de ingebruikname van de hogesnelheidslijn een grote verbetering betekenen. Samen met de conventionele treinen die Schiphol aandoen en die zijn opgenomen in de concessie van NS voor het hoofdrailnet, zal de HSL-Zuid ervoor

2 Intergovernmental Panel on Climate Change

3 United Nations Framework Convention on Climate Change
4 Milieu en Natuur Planbureau

---

VENW/DGTL-2007/7627

zorgen dat reizigers de nationale luchthaven optimaal kunnen bereiken met gebruik van de trein en een alternatief voor vliegverkeer hebben. Ook zet ik mij sterk in voor de regionale bereikbaarheid waarvoor momenteel een verkenning wordt uitgevoerd naar verbeteringen voor de OV-verbinding tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (studie OV-SAAL).

Vragen van de leden Nicolaï en De Krom (2060713830):


1. Klopt het dat u heeft aangegeven dat er in 2015 een einde komt aan de groei op Schiphol en dat chartermaatschappijen en prijsvechters straks moeten gaan vliegen vanaf Lelystad?5


1. Binnen de luchtvaart moet rekening worden gehouden met een grote marge als het gaat om vraagontwikkeling én een marge als het gaat om capaciteit. Daardoor is het niet mogelijk met zekerheid te voorspellen wanneer Schiphol tegen de fysieke grenzen aanloopt. In het kabinetsstandpunt Schiphol wordt er vanuit gegaan dat de luchthaven mogelijk tussen 2015 ­ 2025 zijn grenzen ­ binnen de wettelijke randvoorwaarden voor gelijkwaardigheid ­ bereikt.

Schiphol kan binnen de bestaande milieu- en geluidsnormen doorgroeien. Voor de ontwikkeling van Schiphol als hub in de verdere toekomst kan, om binnen deze normen te blijven, een selectiever gebruik van Schiphol door het vliegverkeer nodig zijn. In dit kader wordt onderzocht welk vliegverkeer in de toekomst mogelijk van andere luchthavens zou kunnen vliegen.


2. Kunt u aangeven waarom Schiphol in 2015 niet meer verder kan groeien? Waarop baseert u deze uitspraak?


2. Zie het antwoord op vraag 1.


3. Kunt u aangeven op welke wijze het mogelijk is om chartermaatschappijen en prijsvechters te dwingen vanaf Lelystad te vliegen?

3. Zoals aangekondigd in het kabinetsstandpunt van april 2006 wordt gewerkt aan de lange termijnontwikkeling van Schiphol. Binnen dit traject wordt onder meer onderzocht in hoeverre een luchthavensysteem een adequaat instrumentarium biedt voor uitplaatsing van verkeer naar regionale luchthavens. In formele zin is de nieuwe regelgeving voor regionale luchthavens en de decentralisatie geen belemmering voor het instellen van een luchthavensysteem, maar het brengt wel sturingsvragen met zich mee. Bij nota van wijziging op het wetsvoorstel RBML is door het vorige kabinet reeds bepaald dat de luchthaven


5 Bron: website rtl-nieuws:
http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/)/components/actueel/rtlnieuws/2007/04_april/25/binnenland/0425_1345_toekomst_L elystad.xml

---

VENW/DGTL-2007/7627

Lelystad vooralsnog een luchthaven van nationale betekenis zal blijven en dat de bevoegdheden voor deze luchthaven niet worden gedecentraliseerd.

4. Deelt u de mening dat de huidige bereikbaarheid van Lelystad vanuit de lucht voldoende is om het groeiende aantal vluchtbewegingen op te vangen? Zo neen, welke maatregelen moeten worden genomen om deze bereikbaarheid te vergroten, op welke termijn moeten deze maatregelen worden genomen, wat zijn hiervan de kosten en hoe wordt dit gefinancierd?

4. De bereikbaarheid vanuit de lucht wordt eveneens onderzocht, waarbij ook aandacht is voor interferenties met TMA Schiphol en de relatie met het gebruik van het luchtruim door defensie.

5. Deelt u de mening dat de huidige bereikbaarheid van Lelystad vanaf het land voldoende is om het groeiende aantal vluchtbewegingen op te vangen? Zo neen, welke maatregelen moeten worden genomen om deze bereikbaarheid te vergroten, op welke termijn moeten deze maatregelen worden genomen, wat zijn hiervan de kosten en hoe wordt dit gefinancierd?

5. Op dit moment worden verbeteringen van de landzijdige bereikbaarheid verkend in studies als de planstudie Schiphol ­ Amsterdam ­ Almere en de verkenning naar de OV bereikbaarheid tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (OV SAAL).


6. Bent u bereid middelen vrij te maken uit Schiphol ten behoeve van deze investeringen? Zo ja, op welke wijze?

6. Zoals in het coalitieakkoord is aangegeven zullen extra opbrengsten uit het overheidsaandeel Schiphol bij voorrang worden aangewend voor de ontsluiting van de Noordvleugel. Ultimo 2007 zal een definitief besluit worden genomen, meer duidelijkheid kan ik hier op dit moment nog niet over geven.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings


---