Beantwoording vragen lid Ferrier over het EU-sanctiebeleid tegen Cuba
01-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Ferrier over het EU-sanctiebeleid tegen Cuba.
Deze vragen werden ingezonden op 16 mei 2007 met kenmerk 2060715190.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid Ferrier (CDA) over het EU-sanctiebeleid tegen Cuba.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het feit dat Fidel Castro toch niet in de
openbaarheid is verschenen op de 1-mei viering in Cuba? 1)
Antwoord 1
Zoals bekend is het Cubaanse staatshoofd herstellende van een
operatie.
Vraag 2
Op welke manier is Nederland bezig de Cubanen ondersteuning te
verlenen ter voorbereiding op de transitieperiode?
Antwoord 2
Het bevorderen van een proces van vreedzame overgang naar een
pluralistische democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden, evenals een duurzaam herstel van de
economie en verbetering van de levensomstandigheden is de doelstelling
zoals verwoord in het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie
van 29 november 1996 (kenmerk 121 61/96) ten opzichte van Cuba.
Ik acht het daarom van belang dat de sinds 1996 door de Europese Unie
nagestreefde constructieve dialoog met de Cubaanse autoriteiten over
belangrijke kwesties op het gebied van politiek, economie en
burgerrechten, die in 2003 werd afgebroken, zo spoedig mogelijk weer
een aanvang neemt.
Nederland onderhoudt, in samenspraak met het maatschappelijke
middenveld, regelmatig contact met die delen van het Cubaanse
maatschappelijk middenveld die zich op geweldloze wijze inzetten voor
een vreedzame transitie en naleving van de internationaal erkende
mensenrechten in Cuba. Binnen de daartoe in de Cubaanse context
bestaande mogelijkheden verleent Nederland deze groep steun. Ik zie
het als een gemis dat daarnaast geen dialoog met de Cubaanse
autoriteiten plaatsvindt.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de rol van Spanje, die het sanctiebeleid van de
Europese Unie tegen Cuba probeert te versoepelen?
Antwoord 3
Cuba weigert op dit moment een dialoog aan te gaan met de gezamenlijke
lidstaten van de EU. Spanje heeft recentelijk het initiatief genomen
tot het initiëren van een bilaterale dialoog met Cuba waarbij
overeengekomen is dat eveneens de mensenrechten deel van de agenda
kunnen zijn. De resultaten van dit initiatief wacht ik af.
Verwacht mag worden dat de evaluatie van het Gemeenschappelijk
Standpunt in juni a.s. aanleiding zal geven tot discussie over het al
dan niet afschaffen van de sanctiemaatregelen, die in 2005 werden
opgeschort en vanaf dat moment buiten werking zijn.
Vraag 4
Deelt u de mening dat door op dit moment het beleid tegen Cuba te
versoepelen er een verkeerd signaal wordt afgegeven richting Cuba, als
zou de Europese Unie instemmen met de overdracht van het regime aan
Raúl Castro, terwijl onder zijn bewind de repressie alleen maar is
toegenomen? Zo ja, kunt u zich in EU-verband inzetten tegen een
versoepeling?
Antwoord 4
Ik ben van oordeel dat voor versoepeling van beleid jegens Cuba pas
aanleiding kan zijn wanneer de mensenrechtensituatie in Cuba
substantieel verbetert. Nu het EU-beleid geen tastbare bijdrage levert
aan een betere naleving van de mensenrechten en de vrijlating van een
substantieel aantal politieke gevangenen, moet worden geconstateerd
dat de effectiviteit van het EU-beleid kennelijk nog te wensen laat.
Aan de hand van de evaluatie van het EU-Gemeenschappelijk Standpunt in
juni a.s. wil ik nagaan hoe de effectiviteit van het beleid kan worden
verhoogd, waarbij ik alle aspecten wil meewegen, alsook de Nederlandse
inzet hierbij.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken