Gemeente Breda

Poëzie aan het water

Met de realisatie van het project `de Nieuwe Mark' heeft Breda het water terug in het historisch stadshart. Water is uit menig oogpunt van vitaal belang. Het vormt ook een inspiratiebron voor poëzie. Dichteres Y. Né heeft speciaal voor dit project dichtregels geschreven, die vanaf de Tolbrug zijn te lezen. Een dichtregel van Olaf Douwes Dekker is gegraveerd in de lage kade.

Dichtregels Y. Né

De dichtregels van Y. Né zijn over een lengte van acht meter te zien op de nieuwe Tolbrug (ontwerp Lode Havermans Architecten), zo'n 2,5 meter beneden het niveau van de brug door een transparant zitelement heen. De letters zijn met waterlaser uitgesneden. Door de letters heen zie je het water dat op die plaats naar beneden valt.

's Avonds wordt het geheel aangelicht. De tekst luidt als volgt:

`Je ziet reeksen water komen, hoort de tongen samengaan

Of ze geliefden zijn zo praten zij, die alle taal verstaan'

De bekende dichteres Y. Né heeft deze regels speciaal voor de haven gedicht. De regels verbinden zich met het geluid van water, van de aanrollende golven en golfjes en het geluid dat het vallende water maakt, juist onder de brug. De geluiden van water brengen mensen tot rust. Het bewegende water geeft aldus vaak het idee dat het water `spreekt', het brengt mensen tot zichzelf. Zo maakt dit `sprekende water' ze ontvankelijk voor taal zonder woorden, zoals die ook tussen mensen kan bestaan. De dichtregels gaan dus over communicatie, zonder oordeel of vooroordeel, over taal waarin men elkaar en de wereld aanvaardt, liefheeft, verstaat.

Over haar werk is geschreven: `Het poëtische werk van Y. Né balanceert tussen twee elementaire werkelijkheden: de realiteit van het leven en de verbeelding ervan. Steeds weer in haar verzen lijkt er sprake te zijn van een overgangssituatie, waarin aarzelend nieuwe realiteiten worden verkend, terwijl van de oude nog geen afstand is gedaan. Daardoor is alles voortdurend in beweging.'

Dichtregel Olaf Douwes Dekker

Kunstenares Pien Storm van Leeuwen heeft onlangs een aanvang gemaakt met de realisatie van het project `De Mark en de stad Breda, poosplaatsen langs het water'.

Inmiddels ligt er al een dichtsteen tegenover de Klokkenberg in het Markdal.

Ook de `de Nieuwe Mark' heeft een rol in dit project. De dichtregel `De oude stad wast zich uit water omhoog' is de beginregel van een gedicht van Olaf Douwes Dekker. Een gedicht dat hij jaren geleden schreef voor de haven en dat een rol speelde in het pleidooi om het water terug te brengen in de stad. De eerste regel ervan staat nu gegraveerd in de hardstenen afwerkrand, die boven langs de lage kade loopt. In deze dichtregel wordt heel compact de eeuwenlange relatie van Breda met het water verwoord. Dankzij het water is de stad hier verrezen en op deze plek maakt zij zich opnieuw mooi.

In de dichtregel speelt ook het thema 'tijd' een belangrijke rol. Het gaat immers niet alleen over het heden, maar ook over het verleden van de stad. De tekst is diep in het gevlamde graniet van de deksloof gebeiteld, waarmee de hoge kade is afgewerkt.

Door de diepte van de letters kan het licht een subtiel spel spelen met de tekst.

Tijdens het verstrijken van de dag is er meer of minder strijklicht. Aan strijklicht geeft de dichtregel zich al dan niet prijs. De passant op de lage kade kan zich laten verrassen door een tekst, waarin visueel en letterlijk de tijd verstrijkt.

Breda, 1 juni 2007