Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
1 juni 2007
Kabinet: nieuwe regeling voor vreemdelingen in tbs-inrichtingen
De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Hirsch
Ballin en staatssecretaris Albayrak van Justitie waardoor het aantal
vreemdelingen in tbs-inrichtingen dat geen rechtmatig verblijf heeft in
Nederland of ongewenst is verklaard, zoveel mogelijk kan worden beperkt. De
minister van Justitie krijgt de bevoegdheid de tbs met bevel tot verpleging
te beëindigen om deze vreemdelingen terug te laten keren naar het land van
herkomst.
Voordat deze vreemdelingen kunnen terugkeren, moeten met het land van
herkomst afspraken zijn gemaakt over een passende voorziening; bijvoorbeeld
opname in een psychiatrische kliniek. Dit gebeurt volgens de normen van dat
land, waarbij Nederland als eis stelt dat de voorziening gericht moet zijn
op in ieder geval vermindering van de stoornis en het daarmee samenhangende
recidivegevaar. Verder moet de betrokken vreemdeling uit Nederland kunnen
worden uitgezet en dient dat ook daadwerkelijk te gebeuren.
Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat de status van ongewenste
vreemdelingen een obstakel vormt voor behandeling. Deze is er immers op
gericht de tbs'er via het verlofsysteem op gecontroleerde wijze te laten
terugkeren in de Nederlandse maatschappij. Aangezien illegale of ongewenst
verklaarde tbs'ers geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland en daarom
geen uitzicht hebben op een rechtmatige terugkeer in de Nederlandse
samenleving, komen zij niet in aanmerking voor resocialisatie door middel
van verlof. Omdat verlof een essentieel onderdeel van de behandeling is,
kan de behandeling bij deze vreemdelingen niet worden afgerond. Hierdoor
vindt niet of nauwelijks uitstroom plaats van deze groep ter beschikking
gestelden. Ook inhoudelijk wordt behandeling van deze groep vaak
bemoeilijkt door taal- en cultuurverschillen.
Op grond van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen kan worden
getracht de tenuitvoerlegging van het strafvonnis waarbij tbs is opgelegd,
over te dragen aan het land van herkomst. Maar deze procedure biedt slechts
in een beperkt aantal gevallen uitkomst. Zo bestaat in de meeste landen
geen strafrechtelijke maatregel die vergelijkbaar is met tbs. Ook het
ontbreken van een verdrag met het land van herkomst kan een obstakel
vormen. Daarom is er in de praktijk behoefte aan andere oplossingen. Het
wetsvoorstel van het kabinet voorziet daarin. Aan de beëindiging van de tbs
is de voorwaarde verbonden dat de vreemdeling niet naar Nederland
terugkeert.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan
de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van
het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.
RVD, 01.06.2007
Ministerie van Algemene Zaken