KNHS


Volle tribunes tijdens bijscholing Hogere Kaderinstructeurs 31 mei 2007
Bijscholing Hogere Kaderinstructeurs

ERMELO (KNHS) - Op woensdagavond 30 mei vond op het KNHS centrum in Ermelo een bijscholing plaats voor de Hogere Kaderinstructeurs. Zon 520 instructeurs kwamen naar Ermelo om deze bijscholing, onder leiding van oud bondscoach springen bij de Junioren en Young Riders Daan Nanning en KNHS-hoofdinstructeur Johan Hamminga, te volgen.

Het eerste gedeelte van de avond stond in het teken van springtraining onder leiding van Daan Nanning. Vier combinaties werden gedurende een uur begeleid. Het dressuurmatig loswerken bestond uit tien minuten stapwerk, werken aan de lengtebuiging en het rijden van tempowisselingen. Vervolgens werd er in stap over balkjes gereden die op verschillende hoogte lagen, om zo het paard bewust te laten worden van zijn beenzetting. Daarna werd er gesprongen, maar niet zoals gebruikelijk vanuit een rechte lijn op een hindernis af, maar vanuit de volte. Op deze manier kan het tempo beter bepaald worden. Tussen al deze fasen van de training door werd er regelmatig even gestapt, om het paard de spieren te laten ontspannen. Nanning gaf de instructeurs handige tips mee. Bijvoorbeeld; plaats een balk tussen twee hindernissen, waarbij er één galopsprong tussen de hindernissen moet worden gereden. Dit om te voorkomen dat het paard bij de landing meteen al af wil zetten voor de volgende hindernis en het dus niet past. En leg één of twee lange latten van vijf meter dwars op de staander van de hindernis zodat een paard recht in het midden van de hindernis springt of land.

Johan Hamminga nam vervolgens het dressuurgedeelte van deze avond voor zijn rekening. Allereerst nam hij zelf plaats in het zadel van één van de paarden die hij traint, een zesjarige afstammeling van Krack C. Samen met instructeur Ab van Olst, die hem begeleidde, lieten zij het publiek zien hoe dit paard getraind wordt. Belangrijk daarbij is dat het binnenachterbeen steeds onder controle van de ruiter is en het paard daarbij in de hand licht en nageeflijk blijft. Johan werkte tevens met dit paard aan de balans en het op twee teugels zijn van het paard, zodat dan de achterhand verder ondergebracht kan worden. Door veel overgangen en tempowisselingen te rijden wordt de achterhand gestimuleerd om meer te dragen. Aan de hand van twee combinaties, Jennefer Sekreve met een vierjarige Rousseau-nakomeling en Adelinde Cornelissen met haar Grand Prix paard Parzival (v. Jazz), werd deze theorie nog eens extra visueel ondersteund.