SGP
SGP » jongeren >>
31 - 05 - 07 | Interpellatie EU-verdrag
Van der Staaij
Het enige dat men van de geschiedenis leert, is dat men niets van de
geschiedenis leert.
Zelfs niet als die geschiedenis heel recent is. Daar moest ik aan
denken bij het dreigement van staatssecretaris Timmermans dat
Nederland het EU-lidmaatschap op het spel zet, indien opnieuw een
âneeâ wordt uitgesproken. Deze uitspraak is een beetje dom, prematuur
en inhoudelijk onjuist.
In de eerste plaats is het nog volstrekt onduidelijk of er opnieuw een
referendum komt. De Tweede Kamer heeft er bewust voor gekozen om dit
nog open te laten. Daarbij komt, dat het nieuwe EU-verdrag nog niet
eens af is. Dus waar hebben we het nu precies over?
In de tweede plaats vervuilen de geuite dreigementen de inhoudelijke
discussie over een toekomstig EU-verdrag. Bijna niemand in dit huis
zal serieus bepleiten dat bij een nieuw âneeâ Nederland zich zou
moeten terugtrekken uit de EU. Die consequentie is ook volstrekt geen
logische. Het moet erom gaan dat wij een inhoudelijke discussie voeren
over het nieuwe verdrag, zonder dat er gedreigd wordt dat Nederland
uit de EU glijdt of dat het licht uitgaat.
Was het niveau van discussiëren nu net niet het probleem rond het
vorige referendum? Daar zou de staatssecretaris niet aan moeten
bijdragen. Op deze wijze trekt hij bovendien de positie van de
eurocritici in het belachelijke. Wie na inhoudelijke beoordeling tegen
een nieuw EU-verdrag zou zijn, kiest voor een Nederland buiten de EU.
Dat verwerpt mijn fractie met kracht. Zulke uitlatingen voeden juist
het wantrouwen van de burgers als het kabinet straks probeert het
eindresultaat te verdedigen. Je denkt dan immers al snel, had de
staatssecretaris niet al eerder gesuggereerd dat we in feite geen keus
hebben, en gewoon âjaâ moeten zeggen?
Het is niet alleen onze politieke plicht, maar ook ons juridisch recht
om een nieuw EU-verdrag inhoudelijk te toetsen. Natuurlijk, politiek
is het allemaal lastig, maar de juridische realiteit is toch gewoon
dat de huidige verdragen gelden, zolang de lidstaten het niet met
elkaar eens worden over een nieuw verdrag? Laat de staatssecretaris
zijn vermaningen juist tot zijn EU-collegaâs zou richten: als er niet
de bereidheid is recht te doen aan de gevoelens bij de bevolking in de
lidstaten, dan zorgen zij erzelf voor dat de huidige patstelling wel
eens voort kan duren. Kortom: laten de politieke problemen die zullen
ontstaan als er geen acceptabel verdrag zou komen, juist een
aanmoediging voor de staatssecretaris zijn om met een goed resultaat
van de onderhandelingstafel te komen.
Het mag helder zijn: In plaats van zân kracht te zoeken in loze
dreigementen, kan de staatssecretaris er beter aan blijven werken, dat
er een zodanig nieuw EU-verdrag komt, dat er geen behoefte aan bestaat
om tegen te stemmen. Een verdrag dat geen statelijke allures meer
kent, geen grondwettelijke pretenties laat zien, maar zakelijk en
nuchter voortbouwt op dat wat wij reeds hebben en een oplossing biedt
voor breed erkende problemen.
Het gaat mijn fractie om een Europa dat zijn grenzen kent en zich tot
kerntaken beperkt.
Het nieuwe verdrag zal zich naar vorm en inhoud echt wezenlijk moeten
onderscheiden van de Europese Grondwet. Zo zullen wij het EU-verdrag
kritisch op de inhoud toetsen.
De staatssecretaris zei in het interview dat hij het liefst een goede
discussie over de EU wil voeren zonder de hete adem van een referendum
in de nek. Mijn fractie voert vooral graag een inhoudelijke discussie
zonder de hete adem van een dreigende staatssecretaris in de nek.
Interpellatie EU-verdrag