PvdA Rotterdam
Ronald Motta achter de balie bij SoZaWe
Wo 30 Mei 2007 - Ronald Motta
Ronald Motta achter de balie bij SoZaWe
Locatie SoZaWe Delfshaven.
Ik werd allervriendelijkst ontvangen door een baliemedewerkster. Deze
was op de hoogte van mijn komst er werd contact gelegd met Anne Coenen
(districmanager) . Vervolgens werd het programma kenbaar gemaakt.
Doel was om een voortgangsgesprek bij te wonen tussen een cliënt en
haar klantmanager. Aan dit programma zat wel een klein risico
verbonden, immers de uitkeringsgerechtigde kon hiertegen bezwaar
maken. Bij het gesprek zou ook de begeleider van het
re-integratiebedrijf aanwezig zijn. Keurig op tijd zijn wij het
gesprek ingegaan met toestemming van betrokkenen. Nadat ik mij in het
kort voorgesteld had als raadslid brak cliënt direct los met de
klachten over de gang van zaken rondom de begeleiding. Deze kwestie
werd geparkeerd omdat eerst het schema afgewerkt moest worden.
Hiervoor staat 30 tot 45 minuten voor. De vertegenwoordiger van het
re-integratiebedrijf deed verslag van de gemaakte vorderingen en
mogelijkheden. Met nadruk werd de positieve grondhouding van cliënt (
42 jaar en 10 jaar in de bijstand) belicht. Echter bleek dat ondanks
de grote inzet van cliënt er veel teleurstellingen te verwerken zijn.
Na een hoge frequente van solliciteren is zij tot op heden niet aan
een baan gekomen. Telkens wordt ze afgewezen omdat er een gat in haar
CV zit en ze geen werkervaring heeft. In deze cases was er trouwens
geen direct taalprobleem. Het dilemma van haar werkervaring werd
besproken. Het re-integratiebedrijf is afhankelijk van werkgevers die
zich met vacatures aanbieden. Met deze werkgevers zijn afspraken
gemaakt om kandidaten zonder werkervaring of een grote afstand hebben
tot de arbeidsmarkt soepel te behandelen. Ondanks deze afspraken
blijkt het toch moeilijk te zijn om aan een baan te komen. Daarnaast
kwam cliënt met een aantal persoonlijke problemen. Zo had zij
pijnlijke klachten over haar voeten en kan niet lang staan. Zij heeft
via haar huisarts een afspraak met een orthopeed gemaakt om iets aan
het probleem te doen. Wel werd vastgesteld dat dit een extra obstakel
kan betekenen voor het verkrijgen van een baan. Ook gaf zij aan
problemen te hebben met haar woonsituatie. Zo heeft zij nu last van
wateroverlast (waarschijnlijk daklekkage) in haar meterkast. Haar
huisbaas zit in het buitenland en doet niets met haar klachten.
Toekomst gericht zou ze graag verhuizen maar kan geen hogere huur
betalen. De noodzaak voor het verkrijgen van een baan wordt hieraan
gekoppeld. Het zou mooi zijn als er een inkomen binnenkomt zodat ze
haar situatie kan verbeteren. Haar klantmanager reikt haar alle
mogelijkheden aan hoe zij haar woonklachten kan oplossen. Cliënt
blijft zich verder focussen op het feit dat ze maar geen baan kan
krijgen en haar frustraties spelen zienderogen op. Haar manager
springt hier op in en geeft aan dat ze breder moet zoeken en dat ze
naast haar voorkeur, administratiemedewerkster, ook andere banen moet
accepteren. Cliënt komt in verweer en toont aan dat zij er alles aan
doet om aan het werk te geraken en op diverse verschillende banen
heeft gesolliciteerd. Zelfs zo erg dat zij gesolliciteerd heeft en
bereid was hiervoor naar Tilburg en Schiphol te reizen. De houding van
de dienst kwam mij in deze nogal star over. Tijdens ons gesprek ging
de gsm van cliënt af. Deze nam gewoon haar telefoon op en stapte de
ruimte uit om het gesprek voort te zetten. Haar klantmanager keek mij
verbaasd aan met de vragende blik "normaal verontschuldigd iemand zich
en belt later terug" in dit geval niet. Ik reageerde op deze blik met
misschien wordt ze door een werkgever gebeld voor een baan? Na een
kort moment kwam cliënt telefonerend binnen met de vraag of ze even
een pen mocht lenen. Deze werd haar gegeven en zo kon zij haar
berichten noteren. Inderdaad bleek dat een uitzendbureau haar belde en
ze de volgende middag moest solliciteren. Duidelijk werd dat de
zenuwen haar nu parten speelde en ze werd door schrik bevangen. Ze
wist zich van de zenuwen geen houding te geven en werd onzeker over de
kans van slagen. Want deze baan wilde ze wel hebben. Ik probeerde haar
gerust te stellen door aan te geven dat het uitzendbureau haar niet
voor niets benaderde. Immers, ook haar profiel was al besproken met de
werkgever en dit heeft er juist toe geleid dat ze nu voor een gesprek
mocht langs komen. Dit werd inderdaad als een positieve kans ervaren.
Ik nam nu afscheid en wenste haar heel veel succes toe voor morgen.
Daarnaast bedankte ik haar voor het feit dat ik bij het gesprek
aanwezig mocht zijn en waardeerde haar openhartigheid en vond dit
buitengewoon dapper.
Hierna werd ik ontvangen door een managersteam. Zij deden verslag over
de problemen die zij op de werkvloer ondervinden. Opvallend is dat er
zoveel als mogelijk maatwerk gezocht wordt om cliënten te laten
uitstromen naar werk. Echter is het taal probleem er een die moeilijk
is te overbruggen. Veel cliënten zijn op een bepaalde leeftijd en vaak
ook analfabeet. Het leren van een taal is dan ook niet eenvoudig. Ook
al volgen zij taallessen dan nog blijkt dat het spreken in de praktijk
minimaal is en blijft. Er zijn onvoldoende mogelijkheden om praktijk
ervaring op te doen. Hierdoor wordt er ook geen CV opgebouwd en blijft
de afstand tot de arbeidsmarkt fors. Hier zou iets vanuit de politiek
aan gedaan moeten worden. Vaak doen cliënten in bepaalde situaties
zich voor alsof ze begrijpen wat er bedoeld wordt. Echter blijkt in de
praktijk dat dit in het geheel niet het geval is. Deze houding is
aangemeten om het schaamtegevoel te onderdrukken. Een oplossing zou
kunnen zijn dat werkgevers een vorm van subsidie krijgen om personeel
met een slechte taalbeheersing aan te nemen en speciaal ingezet worden
op een scholings - en werktraject. Ik gaf aan een motie "Droombanen"
bedacht te hebben waaraan ik nog geen goede invulling heb weten te
geven. Ik zegde toe hun probleem mee te nemen in mijn overwegingen.
Een ander probleem dat kwam bovendrijven is dat de tijd die zij mogen
gebruiken voor een cliënt vaak te minimaal is. Hierdoor kunnen ze vaak
niet de inzet leveren die wenselijk is. Dit is een probleem welke
deels bij de directie ligt en in samenspraak met de wethouder
afgekaart kan worden. Dit is namelijk een kwestie van geld en of
beleidskeuze.
Verder werd helder dat het aantal probleem gevallen groter is
geworden. Veel schuldproblemen die zich moeilijk laten oplossen. De
cirkel waarin mensen terugvallen is groot. Ook worden jongeren
moeilijk bereikt en vaak raken ze deze ook kwijt met alle
consequenties van dien. Ik gaf aan dat wij deze groep "Dark
numbers"noemen en bij ons op de politieke agenda staat.. Deze titel
was hen onbekend. Aangegeven werd dat veel jongeren kennelijk hun geld
makkelijk op een andere manier weten binnen te halen. Echter ontrekt
dit aan het gezichtsveld en is veelal crimineel. Ook dit probleem
heeft onze politieke aandacht. Nadat het programma qua tijd meer dan
een uur was uitgelopen nam ik met veel dankzegging afscheid.