| | |
| |Aan de Voorzitter van de Tweede | | |Kamer der Staten-Generaal | | |Postbus 20018 | |Postadres |2500 EA DEN HAAG | |Postbus 20001 | | |2500 EA Den Haag | | | | | |Bezoekadres | | |Binnenhof 19, Den Haag | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Datum |Kenmerk |Onderwerp | | |30 mei 2007 |3039130 |Verzoek van de heer Rutte | | | | | |van 29 mei 2007 | | | |Bij de Regeling van Werkzaamheden van 29 mei jongstleden heeft het lid van uw Kamer, de heer Rutte (VVD) het kabinet verzocht om het beleidsprogramma reeds deze week aan uw Kamer te zenden in plaats van op 14 juni, zoals eerder met uw Kamer is afgesproken.
Het kabinet kan geen gehoor geven aan dat verzoek. In de ministerraad van vrijdag 25 mei jongstleden is weliswaar in besluitvormende zin gesproken over het beleidsprogramma, maar dat betekent nog niet dat daarmee het beleidsprogramma gereed is voor verzending naar de Kamer. De besluitvorming van jongstleden vrijdag moet zorgvuldig worden verwerkt in de teksten van het beleidsprogramma; voorts is het de wens van het kabinet om in de definitieve versie van het beleidsprogramma de dialoog met de samenleving voldoende zichtbaar te maken. Ook moet het beleidsprogramma nog worden opgemaakt en gedrukt. De tijd die nog beschikbaar is tot de presentatie van het beleidsprogramma op 14 juni is voor dat proces werkelijk benodigd. Dat neemt niet weg dat het kabinet de indringende oproep van de heer Rutte met betrekking tot de geheimhouding van het beleidsprogramma graag ter harte neemt en het uitlekken daarvan ook zal tegengaan. Wel kan het zo zijn dat bewindspersonen in debat met uw Kamer soms al duidelijkheid moeten verschaffen over onderwerpen die ook de inhoud van het beleidsprogramma raken.
Mocht dat aan de orde zijn dan zal zoveel als mogelijk recht worden gedaan aan uw Kamer.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende