ChristenUnie
Inbreng bij de wijziging van de Embryowet
Inbreng bij de wijziging van de Embryowet
vrijdag 25 mei 2007 14:47
De leden van de ChristenUniefractie hebben met gemengde gevoelens
kennis genomen van onderhavig wijzigingsvoorstel.
Deze leden constateren dat met dit wijzigingsvoorstel gevolg wordt
gegeven aan de afspraak in het regeerakkoord dat tijdens deze
kabinetsperiode het verbod op het speciaal tot stand brengen en
gebruiken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek en andere
doeleinden dan het tot stand brengen van zwangerschap, wordt
gehandhaafd.
In de MvT staat dat met dit voorstel ruimte ontstaat, anders dan thans
het geval is, om een beslissing over het al dan niet laten vervallen
van het verbod te laten afhangen van wetenschappelijke en
maatschappelijke inzichten. Hoe verhoudt deze ruimte zich tot de
afspraak in het regeerakkoord, zo vragen de leden van de fractie van
de ChristenUnie zich af. Hoe breed gedragen moeten wetenschappelijke
en maatschappelijke inzichten zijn om aanleiding te vormen voor het
opheffen van het verbod op embryonaal stamcelonderzoek, is een andere
vraag van de leden van de fractie van de ChristenUnie.
Indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen, blijft staan dat een amvb
voldoende is om op enig moment artikel 24, onderdeel a te laten
vervallen. De leden van de fractie van de ChristenUnie brengen naar
voren dat een zuiverder route zou zijn om, indien er al reden zou zijn
om deze bepaling te schrappen, dit alleen te doen via een wijziging
van de wet als zodanig. Niet alleen uit oogpunt van
wetgevingstechniek, maar ook omdat de bepaling wezenlijk van aard is
en tot het hart van de Embryowet hoort. Discussies over de
wenselijkheid van het voortbestaan van het verbod horen daarom in
beginsel thuis op het niveau van de wetgever.
In de MvT wordt geconstateerd dat de bijdrage die van dit onderzoek
verwacht kan worden voor de genezing van zieken en de bevordering van
de gezondheid vooralsnog gering is. En dat uit oogpunt van
wetenschappelijk stamcelonderzoek er in de huidige situatie geen reden
is om het verbod op het tot stand brengen van embryo's voor andere
doeleinden dan zwangerschap te laten vervallen, omdat er embryonale
stamcellen die over zijn na een ivf-behandeling wel voor onderzoek
gebruikt mogen worden. De leden van de fractie van de ChristenUnie
vragen of er naast deze overwegingen van medisch-pragmatische aard ook
medisch-ethische redenen aan het wijzigingsvoorstel ten grondslag
liggen.
In de MvT staat dat voor bepaalde vormen van onderzoek, zoals
onderzoek naar de rijping van eicellen buiten het lichaam of naar het
invriezen van eicellen, het uiteindelijk nodig is om embryo's speciaal
voor het onderzoek tot stand te brengen. Alles afwegende wordt er
vooralsnog geen reden gezien om het verbod op het tot stand brengen
van embryo's voor andere doeleinden dan zwangerschap te laten
vervallen. De leden van de fractie van de ChristenUnie willen graag
weten om welke afwegingen het precies gaat.
Tot slot vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie een
toelichting op wat bedoeld wordt met de zin: `De voordracht voor een
koninklijk besluit over het tijdstip van het vervallen van onderdeel a
van artikel 24 blijft derhalve wel mogelijk, maar is daarmee niet meer
aan een uiterste termijn gebonden.' Wat betekent dit voor de toekomst?