Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen
Nummer: 58
Datum: 15 mei 2007
Historiografisch onderzoek van groot belang bij leren van geschiedenis
Het ontwikkelen van doctrines op basis van geschiedenis is heel gebruikelijk. Maar om écht goed lering te trekken uit het verleden is het nodig belangwekkende gebeurtenissen onderwerp te maken van historiografisch wetenschappelijk onderzoek, vindt promovendus Arthur ten Cate. 'Dergelijk onderzoek maakt het mogelijk een groter inzicht te verkrijgen in de wijze waarop historische ervaringen kunnen worden omgezet in nuttige en bruikbare denkramen voor beleidsoriëntatie en doctrinevorming. Met een betere kwaliteit van het publieke debat en een betere 'gereedschapkist' voor onze politici en militairen tot gevolg.' Ten Cate promoveert op 24 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Ten Cate trekt zijn conclusies op basis van een onderzoek naar het openbare interventiedebat over de oorlog in Bosnië-Herzegovina in de periode van 1992 tot 1995. In dit debat werd met grote regelmaat door politici, militairen, journalisten en opiniemakers teruggegrepen op eerdere - in sommige opzichten vergelijkbare - gebeurtenissen. De meest gebruikte vergelijkingen in de discussie waren die met 'München 1938', 'Sarajevo 1914', het Joegoslavische partizanenverzet uit de Tweede Wereldoorlog, de Spaanse Burgeroorlog en de Vietnamoorlog.
Hardnekkig bestaan
Opvallend is dat bepaalde interpretaties van historische analogieën een eigen plek hebben in het openbare leven. Zij zijn als trauma, heldendaad, monumentale gebeurtenis of indringende les vastgeklonken in het collectieve geheugen, ongeacht hun waarheidsgehalte. Geregeld blijkt zelfs dat een bepaalde interpretatie een zeer hardnekkig bestaan leidt, ondanks wetenschappelijk bewijs voor het tegendeel. Ten Cate: 'Iedereen schrijft zijn eigen geschiedenis. Dus wil je, om te leren van het verleden, het kaf van het koren scheiden, dan moet je zo'n gebeurtenis heel zorgvuldig uitspitten.'
Vermeende heroïek
Zo bestond over het partizanenverzet in Joegoslavië een mythe van onoverwinnelijkheid die het gezamenlijke product was van de geallieerde propagandamachines uit de oorlogsjaren 1941-45. In de jaren zeventig en tachtig werd deze door historici ontmaskerd. Desondanks bleef het romantische beeld van dappere partizanen bestaan. Sterker nog, in het interventiedebat over Bosnië gebruikten de tegenstanders van ingrijpen de vermeende heroïek van de partizanenbeweging als argument om militaire operaties af te raden. Alsof van een ontmaskering van de overdrijving nooit sprake was geweest.
Behulpzame metaforen
Toch werden historische analogieën in het debat over militair ingrijpen in Bosnië over het algemeen nuttig gebruikt, bijvoorbeeld als behulpzame metaforen, zo blijkt uit het onderzoek van Ten Cate. 'Ze gaven een ogenschijnlijk bekend gezicht aan een situatie die complex, onbekend en vreemd leek.' Ontdaan van ieder waardeoordeel, kon zo uit 'München 1938' bijvoorbeeld de historische les worden getrokken dat de expansiedrift van bepaalde regimes maar beter kan worden beantwoord met standvastigheid. Dit bleek in dit specifieke debat een bruikbaar gegeven voor meningsvorming en politieke en beleidsmatige oriëntatie. Evenals de militair-operationele lessen uit de oorlog in Vietnam.
Aanvullend instrument
Inmiddels zijn ook uit Srebrenica belangrijke historische lessen te trekken. 'Maar wel pas nadat het complete wetenschappelijke debat over dit onderwerp in brede kring is uitgespit en geanalyseerd. De door mij gebruikte historiografische methodiek, die zulke lessen aan een historisch-wetenschappelijke toetsing onderwerpt, kan daarbij een handig aanvullend instrument zijn. Historische ervaringen kunnen hiermee op verantwoorde wijze worden omgezet in bruikbare denkramen voor publiek debat, beleidsoriëntatie en doctrinevorming.'
Curriculum vitae
Arthur ten Cate (Beetgumermolen, 1973 ) studeerde van 1992 tot 1998 Geschiedenis en Journalistiek aan de RUG. Hij voerde zijn onderzoek uit als 'buitenpromovendus' bij prof.dr. D.F.J. Bosscher. De titel van het proefschrift luidt: Sterven voor Bosnië? Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland, 1992-1995. Ten Cate werkte na zijn afstuderen als journalist, onder meer bij de Leeuwarder Courant. Sinds 2001 is hij werkzaam als senior wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).
Noten voor de pers
- Meer informatie: A. ten Cate, tel. (070) 316 52 43, e-mail: a.t.cate@mindef.nl
- Proefschrift: Arthur ten Cate. Sterven voor Bosnië? Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland, 1992-1995. Uitgeverij Boom, ISBN 978 90 850 635 75, ¤ 29,50
- Naar aanleiding van de verschijning van het boek is er op donderdag 31 mei een discussiemiddag: zie http://www.nimh.nl/nieuws.html#bosnie. Geïnteresseerden kunnen zich tot 25 mei aanmelden via nimh@mindef.nl
Redactie: afdeling Communicatie RUG
Postbus 72, 9700 AB Groningen
Tel. 050-363 4444
E-mail: communicatie@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen