Gemeente Ede

nummer 105 / Ede, 22 mei 2007

Vijf verkeersalternatieven onderzocht in MER Ede-Oost

Burgemeester en wethouders zijn van plan vijf varianten voor de ontsluiting van de nieuwe wijk Ede-Oost te onderzoeken in de Milieu-Effectrapportage (MER) die voor deze wijk uitgevoerd gaat worden. Daarmee is het trechteringsproces afgerond.

Op 1 februari 2007 is de eerste trechtering afgerond. Bij de behandeling in de raadsvergadering is toen afgesproken dat het trechteringsproces zou worden voortgezet met vier varianten voor de parklaan en acht varianten voor een aansluiting op het rijkswegennet (de A12). Het college heeft nu de 2e trechtering uitgevoerd. De klankbordgroep en de gemeenteraad zijn hierover beiden in twee workshops geïnformeerd.

Parklaan
De vier Parklaanvarianten zijn, na een eerste toetsing op alleen verkeersaspecten, tevens getoetst op de aspecten natuur, landschap, stedenbouw, cultuurhistorie en exploitatie. Variant vier (binnendoor binnendoor) bleek op vrijwel alle aspecten het best te scoren. Variant
1 (buitenom buitenom) scoort op de meeste aspecten negatief. De varianten twee en drie (binnendoor- buitenom en buitenom binnendoor) ontlopen elkaar niet veel. Wel is variant twee in verkeerstechnisch opzicht gunstiger.

Aansluiting A12
De acht alternatieven voor aansluiting van de nieuwe wijk op de A12 zijn in eerste instantie getoetst op drie aspecten: is de variant ontwerptechnisch te realiseren, past de variant in het beleid van Rijkswaterstaat en heeft de variant effect op van Rijkswege beschermde natuurgebieden (Natura 2000). In deze stap bleken drie alternatieven af te vallen omdat ze ontwerptechnisch niet uitvoerbaar waren of niet binnen het beleid van Rijkswaterstaat pasten. Één variant bleek significante effecten op het Natura 2000 gebied De Veluwe te hebben.

De varianten die ontwerptechnisch niet te realiseren waren of die niet passen binnen het beleid van Rijkswaterstaat zijn verder niet doorgerekend. De andere varianten zijn doorgerekend op de aspecten luchtkwaliteit, geluid en verkeer.

Op de aspecten luchtkwaliteit en geluid bleken de diverse varianten nauwelijks van elkaar te verschillen.

Voor wat betreft het onderdeel verkeer waren er wel veel verschillen. Belangrijk was daarbij in hoeverre de nieuwe infrastructuur helpt de problemen op de bestaande wegen binnen Ede-Stad op te lossen. Het bleek daarbij in de meeste gevallen niet zoveel uit te maken of gerekend werd met parklaanvariant 2 of 4. Daarom zijn de berekeningen in de meeste gevallen uitgevoerd met variant 4.

De aansluitingsvarianten die het beste de problematiek op het bestaande wegennet oplossen, zijn een verbinding van de Edeseweg met de Dreeslaan met een kruising van de A12, een verbinding van de Edeseweg met de Dreeslaan ten zuiden van de A12 en een halve aansluiting bij de Edeseweg met parrallelbanen (uitgevoerd als 80 km/h weg) langs de A12. Voor de eerste twee varianten zou de zuidelijke aansluiting op de A12 bij de Poortwachter omgeklapt moeten worden om een optimaal effect te bereiken.

Een aansluiting op de A12 bij de spoorkruising blijkt geen bijdrage te leveren aan het oplossen van problemen op het bestaande wegennet in Ede en Bennekom. Op sommige wegvakken, zoals de Emmalaan/Tooroplaan, leidt deze variant zelfs tot een toename van het verkeersaanbod. Ook voor de verkeersstromen in Bennekom pakken

Conclusie
Het MER-onderzoek wordt voortgezet met de drie aansluitvarianten die de verkeersproblematiek op het bestaande wegennet het beste oplossen. Deze worden alle drie gecombineerd met parklaanvariant 4. Naar aanleiding van de eerder gevoerde politieke discussie wordt ook de aansluitvariant bij de spoorkruising (Hartogsvariant) nader onderzocht. Deze wordt zowel met parklaanvariant 4 als 2 gecombineerd.

Vervolg
Nu het trechteringsproces is afgesloten, is het aantal varianten teruggebracht tot een hanteerbaar aantal. De milieuaspecten van deze varianten zullen uitgebreid onderzocht worden. Het streven van de gemeente is dit onderzoek nog dit jaar af te ronden. De volgende stap in de planvorming zal dan bestaan uit het opstellen van bestemmingsplannen.

---