2007
Keuzehulp voor screening op Downsyndroom
gelanceerd 22 mei 2007
Vanaf vandaag is op de website kiesBeter.nl de keuzehulp prenataal
onderzoek Downsyndroom beschikbaar. Met de keuzehulp kunnen zwangere
vrouwen afwegen of zij wel of geen onderzoek laten uitvoeren naar de
kans op een kind met Downsyndroom. De keuzehulp wordt geïntroduceerd
tijdens de eerste landelijke conferentie over pre- en neonatale
screeningen, een initiatief van het RIVM en de Nederlandse Associatie
voor Community Genetics (NACG).
De keuzehulp laat zwangere vrouwen nadenken over onderwerpen die
belangrijk kunnen zijn bij de keuze over prenataal onderzoek en zet
redenen voor en tegen prenataal onderzoek op een rij. De informatie in
de keuzehulp helpt bij de voorbereiding op een gesprek met de
verloskundig hulpverlener (verloskundige, gynaecoloog of huisarts). De
keuzehulp is ontwikkeld door TNO, de afdeling Medische Besliskunde van
het LUMC, het Erfocentrum, de VSOP en de diverse beroepsgroepen (NVOG,
VKGN, NHG, KNOV). De keuzehulp is gefinancierd door ZonMw en het
ministerie van VWS. De keuzehulp is te vinden binnen de rubriek
medische informatie en dan keuzehulpen op http://www.kiesbeter.nl/.
Het RIVM is sinds 2006 verantwoordelijk voor de coördinatie van de
landelijke bevolkingsonderzoeken en screeningen. Daarbij gaat het
bijvoorbeeld om de pre- en neonatale screeningen en de
bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker. Hiertoe is
in 2006 het Centrum voor Bevolkingsonderzoek opgericht. Per 1 januari
2007 hebben grote veranderingen plaatsgevonden in de pre- en neonatale
screeningen. Zo is de hielprikscreening uitgebreid van drie naar
zeventien aandoeningen. Voor het uitvoeren van de prenatale screening
naar Downsyndroom en de 20 wekenecho is een vergunning verplicht
gesteld. Deze vergunningen zijn verstrekt aan acht regionale
screeningscentra in Nederland. Deze centra bewaken de kwaliteit van de
uitvoering. Tijdens de conferentie over pre- en neonatale screeningen
wordt onder andere gesproken over hoe om te gaan met informatie die
niet tot het doel van de screening behoort, maar wel gevonden wordt.
EINDE BERICHT
Noot voor de reactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marlies Verheij,
afdeling communicatie van het RIVM, (030) 274 40 82.
Meer informatie op prenatale en neonatale screeningen:
www.rivm.nl/pre-en-neonatale-screening
Het volledige programma van de conferentie is te vinden op
www.rivm.nl/pre-en-neonatale-screening/conferentie
Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu