21-05-2007
President KNAW pleit voor herwaardering van de ziel in wetenschap en
universiteit
"Het infiltreren van de markt in universiteit en wetenschap is des te
makkelijker en eenzijdiger gegaan, omdat wetenschappers, en zeker ook
hun bestuurders, te weinig ruggengraat hebben getoond. Zij hebben te
vaak gedacht dat zij er op vooruit zouden gaan als zij het academische
fysiek bloeddoping zouden toedienen met modern marktdenken. Als gevolg
daarvan zit het inmiddels dieper dan wat scheefgroei her en der;
misschien nog net niet in de genen maar wel in de bloedbaan." Dit zegt
Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie
van Wetenschappen (KNAW), vandaag in zijn Jaarrede getiteld 'Markt en
ziel'.
Invloed markt op wetenschap
Hoe de markt vandaag de dag interfereert met het wetenschapsbedrijf,
is een welbekend en wijdvertakt verschijnsel dat naast heel veel
kansen ook heel wat spanningen oproept.
Zo vindt Frits van Oostrom het een zorgelijke ontwikkeling dat volgens
internationaal vergelijkend metaonderzoek de resultaten van
commercieel gesponsord medisch onderzoek significant positiever worden
geformuleerd dan vergelijkbaar onafhankelijk onderzoek en dat
wetenschappelijke studies in opdracht van farmaceutische bedrijven
aantoonbaar gunstiger uitpakken voor deze financiers dan eenzelfde
onderzoek betaald uit minder belanghebbende bron.
Jargon en management
Van Oostrom wijst er op dat de gevolgen van de invloed van het
marktdenken in het wetenschapsbedrijf duidelijk te vinden zijn in onze
taal. Bij de universiteiten spreekt men tegenwoordig over
'bedrijfsmatig werken' en 'de bedrijfscultuur', of over
'onderwijsrendementen' en 'onrendabele lijnen', maar ook over
'outsourcen', 'capaciteitsgroepentargets', 'holdings' en
'corebusiness'. En, voegt Van Oostrom daaraan toe: "Het voelt al
nauwelijks meer aan als krompraat." Parallel daaraan is in het
universitaire bedrijf het aantal 'directeuren' onevenredig toegenomen,
constateert Van Oostrom. Had zijn oude faculteit in 1982 nog maar
één directeur (die zich bovendien secretaris noemde), twintig jaar
later waren het er 21, terwijl het aantal studenten gelijk was
gebleven.
Macht van het getal
Een ander voorbeeld van de invloed van het marktdenken is volgens de
president van de KNAW de verheerlijking van het getal. Van Oostrom
zegt dat het nobele beginsel van 'meten is weten' een monsterverbond
is aangegaan met schrik voor het inhoudelijke oordeel. Als de
kwantitatieve norm is gehaald, beschouwt de wetenschap de kwaliteit
geleverd, en als het streefcijfer is overtroffen zelfs meer dan dat.
En wat niet telbaar is, telt niet. Onderzoekers moeten uiteraard
productief zijn, maar is een onderzoeker die dertig artikelen per jaar
produceert een betere onderzoeker dan iemand met drie? Het leidt
volgens Frits van Oostrom tot het overschaduwen van doel (kwaliteit)
door middel (meting).
Vrijheid van onderzoek
De kenniseconomie gedijt niet als een planeconomie. "De architecten
van ons kennisbeleid doen er veel beter aan vanuit de ziel van
onderzoek te werken", zegt Frits van Oostrom in zijn Jaarrede. Hij
pleit voor minder bovenhandse sturing en meer vrijheid van onderzoek.
De markt zelf vraagt ook om vrijheid en zo min mogelijk regels; dan
alleen kan de creativiteit van het ondernemerschap goed floreren.
Universiteit is geen markt
Onderwijs als product en de student als rondshoppende kritische
consument zijn volgens Van Oostrom misplaatste projecties van
marktdenken op de universitaire wereld. Hij wil ook korte metten maken
met twee andere marktkarikaturen: de student als 'manager van zijn
eigen leerproces' en de studie als een schutsluis naar de
arbeidsmarkt. Het eerste heeft geleid tot een enorme afstandelijkheid
in de Nederlandse onderwijscultuur en het tweede tot versmalling van
het onderwijs tot scholing met te weinig vorming.
Op het gebied van academisch onderwijs kan Nederland een voorbeeld
nemen aan de Amerikaanse topuniversiteiten, waaraan we ons zo graag
spiegelen als het om onderzoek gaat. Die zijn overtuigd van de
noodzaak van een gedegen algemene ontwikkeling: een culturele
geletterdheid voor bèta's, kennis van science bij alfa's en een goed
besef van hoe recht en samenleving werken bij een ieder die er
afstudeert.
Volgens Van Oostrom dient een nieuw evenwicht te worden gevonden
tussen vakgerichte en algemene kennis en vaardigheden. De
onderwijsgevenden moeten volgens de president van de KNAW hun primaire
verantwoordelijkheid hernemen en het meest verwaarloosde deel van het
universitaire onderwijs inhoudelijk verrijken: de bachelorsopleiding.
Eigenheid van de wetenschap
De president van de KNAW ondersteunt de diagnose van de Raad van
Economisch Adviseurs (REA) die stelt dat de gehele Nederlandse
publieke sector te veel het bedrijfsleven kopieert, hetgeen een
miskenning oplevert van de unieke kwaliteiten van de publieke sector.
Ook in het wetenschapsbeleid lijkt het tij te keren: in het
coalitieakkoord staat voor het eerst sinds tijden dat er meer
geïnvesteerd wordt in het ongebonden en zuiver wetenschappelijk
onderzoek.
Van Oostrom roept op tot een nieuw geluid: het waarderen en uitdragen
van de eigen toon, want juist die eigenheid brengt ons (het
wetenschapsbedrijf) volgens hem dicht bij de ziel van wetenschap en
universiteit. Daar zou de kern van het beleid bij moeten aansluiten,
en dat geldt zowel voor onderzoek als onderwijs. Afwegingen en
impulsen in het wetenschapsbedrijf zijn dus heus niet generaal taboe.
"Zolang men maar voor ogen houdt dat ze niet het wezen raken en men
die broodnodige wetenschap minstens zo sterk via de ziel blijft
voeden", aldus Frits van Oostrom.
--------------------
De tekst van de Jaarrede kunt u hier downloaden als pdf.
Programma Jaarvergadering
Aanvang 16.00 uur
* Jaarrede 'Markt en ziel' van Frits van Oostrom, president KNAW
* Wetenschappelijke voordracht door prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt over
'Maatschappelijke voorwaarden voor wetenschappelijke integriteit'
KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam.
Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam.
Afdeling Voorlichting tel. 020-5510733, fax 020-6204941.
voorlichting@bureau.knaw.nl
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen