Beantwoording vragen Van Bommel over een mogelijk verband tussen een
Nederlands bedrijf en Al Qa'ida
21-05-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de staatssecretaris van
Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over informatie van het Amerikaanse
ministerie van Defensie over een mogelijk verband tussen een
Nederlands bedrijf en Al Qa'ida. Deze vragen werden ingezonden op 12
april 2007 met kenmerk 2060712130.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken, op
vragen van het lid Van Bommel (SP) over informatie van het Amerikaanse
ministerie van Defensie over een mogelijk verband tussen een
Nederlands bedrijf en Al Qa'ida.
Vraag 1
Is het waar dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2002 een
Nederlands bedrijf heeft gepresenteerd als verband tussen Al Qaida en
Saddam Hoessein? Zo ja, wanneer was u hiervan op de hoogte? Welke
actie heeft u ondernomen? Waarom heeft u de Kamer daarover niet
geïnformeerd?
Antwoord
Op 5 april jl. heeft de voorzitter van de defensiecommissie van de
Amerikaanse Senaat, Carl Levin, een rapport vrijgegeven van de de
Inspector General van de United States Department of Defense. Uit dit
rapport blijkt dat het Office of the Under Secretary of Defense for
Policy (OUSDP)1 op of omstreeks 25 juli 2002 een briefing heeft
verzorgd in de vorm van een zogenaamde alternatieve
inlichtingenrapportage, genaamd: "Assessing the Relationship Between
Iraq and al-Qaida"2. In deze rapportage worden argumenten aangedragen
die ingaan tegen de ook toen heersende opvatting binnen de
VS-inlichtingendiensten dat geen aantoonbaar verband tussen het
Iraakse Baathregime en Al Qa'ida bestond. In deze alternatieve
inlichtingenrapportage staat opgetekend dat Osama Bin Laden's al-Hijra
Company contacten had met het in Nederland gevestigde bedrijf Vlemmo
NV, dat ook betrokken zou zijn bij de aankoop door Irak van militair
materieel. Deze inhoud van de inlichtingenrapportage is mij pas bekend
geworden na de recente openbaarmaking van het document.
Vraag 2
Is het waar dat het in Nederland gevestigde bedrijf, Vlemmo NV, diende
als dekmantel voor illegale wapenhandel met Irak? Zo ja, wanneer was u
hiervan op de hoogte? Welke actie heeft u ondernomen? Waarom heeft u
de Kamer hierover niet geïnformeerd?
Antwoord
Het bedrijf Vlemmo is in Nederland niet bekend. De onderneming heeft
nimmer ingeschreven gestaan bij de Kamer van Koophandel in Nederland
en is ook bij de Belastingdienst niet bekend. Dat het bedrijf als
dekmantel zou hebben gediend voor illegale wapenhandel met Irak is mij
evenmin bekend.
Vraag 3
Waarop baseert het Amerikaanse ministerie van Defensie deze beweringen
over dit Nederlandse bedrijf?
Vraag 4
Behoort het Nederlandse bedrijf tot die gevallen waar volgens de CIA
twijfels bij de bewijsvoering moesten worden geplaatst?
Antwoord
Ik beschik niet over informatie waarop het Amerikaanse ministerie van
Defensie de beweringen over Vlemmo NV heeft gebaseerd. Het rapport van
de inspecteur generaal van het ministerie van Defensie is onderdeel
van de verschillende onderzoeken die in de VS lopen naar de wijze van
verzameling, analyse en gebruik van inlichtingenmateriaal in de
aanloop naar de militaire interventie in Irak. In zijn rapport
concludeert de Inspector General dat de inschatting van de Under
Secretary of Defense for Policy over de banden, in het algemeen,
tussen Al Qa'ida en Irak inconsistent zijn met de visie van de Defense
Intelligence Agency (DIA) en de Central Intelligence Agency (CIA). De
DIA en CIA achtten dergelijke banden op basis van de destijds
beschikbare informatie niet aantoonbaar.
Ik hecht er overigens aan nogmaals te onderstrepen dat de
rechtvaardiging voor het ingrijpen in Irak voor Nederland niet lag in
mogelijke betrokkenheid van Irak bij terrorisme, maar in het niet
naleven van resoluties van de VN-Veiligheidsraad.
Vraag 5
Kunt u de documenten die in verband met deze kwestie door de
Amerikaanse senaat openbaar zijn gemaakt, voorzien van uw commentaar,
aan de Kamer sturen?
Antwoord
Bijgevoegd treft u het rapport van de Inspector General van de US
Department of Defense en de alternatieve inlichtingenrapportage
"Assessing the Relationship between Iraq and Al Qaida" aan. Delen van
beide documenten zijn door de Amerikaanse autoriteiten onleesbaar
gemaakt. Het is niet aan mij om commentaar te geven op bevindingen als
de onderhavige van het OUSDP van het Amerikaanse ministerie van
Defensie. Ik beschouw het kennelijke verschil van inzicht in de
analyse over de mogelijke verbindingen tussen Irak en Al Qa'ida als
een interne Amerikaanse aangelegenheid voor de aldaar werkzame
inlichtingendiensten.
NB: i.v.m. de grootte van het rapport, is dit in te zien via
http://www.fas.org/irp/agency/dod/ig020907-decl.pdf
1: "Review of the Pre-Iraqi War Activities of the Office of the Under
Secretary of Defense for Policy" van de Deputy Inspector General for
Intelligence d.d. 9 februari 2007, Report No. 07-INTEL-04
2: "Assessing the Relationship Between Iraq and al Qaida", Draft
Working Paper as per 11 Mar 05
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken