Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over trouwambtenaren
16 mei 2007
Antwoorden van minister Ter Horst, mede namens de minister van
Justitie, op kamervragen van het lid Van der Staaij (SGP) over
trouwambtenaren. (Ingezonden 10 april 2007)
1
Hebt u kennisgenomen van het vertrek van een gewetensbezwaarde
ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Smallingerland als
gevolg van een motie van de desbetreffende gemeenteraad? 1)
Antwoord
Ja.
2
Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling, mede in het licht van het huidige
regeerakkoord en van de parlementaire geschiedenis, waarin een
zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke
stand is toegezegd?
3
Welke acties wilt u ondernemen om deze beoogde zorgvuldige omgang met
ambtenaren van de burgerlijke stand alle gemeenten te bevorderen? Bent
u bereid het gemeentebestuur van Smallingerland hierop aan te spreken?
4
Bent u bereid, nu er in diverse gemeenten problemen rond
gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand zijn ontstaan,
initiatieven te nemen, conform het regeerakkoord, om de
rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren veilig te stellen? Zo
ja, welke initiatieven wilt u nemen?
Antwoord 2 tot en met 4
In de gemeente Smallingerland heeft de gemeenteraad een motie
aangenomen, inhoudende dat van alle - zowel nieuwe als zittende -
Smallingerlandse ambtenaren van de burgerlijke stand bereidheid wordt
verlangd, alle huwelijken te sluiten, dus ook die tussen twee personen
van dezelfde sekse. De betrokken (bijzondere) ambtenaar van de
burgerlijke stand, een wethouder, heeft daarin aanleiding gezien zijn
nevenfunctie op vrijwillige basis neer te leggen.
Het kabinet heeft in het coalitie-akkoord uitgesproken dat het een
zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren voorstaat. Het
beleid ter zake van gewetensbezwaarde trouwambtenaren behoort tot de
autonomie van gemeenten. Dit brengt met zich mee dat in eerste
instantie in onderling overleg tussen de gemeente en de
gewetensbezwaarde trouwambtenaren gezocht moet worden naar
oplossingen. Voor zover bekend is ook in andere gemeenten geen sprake
van arbeidsrechtelijke conflicten. Gemeenten geven tot dusverre
invulling aan de door ons voorgestane praktische benadering.
De wettelijke kaders bieden hiertoe voldoende ruimte. Hoewel gemeenten
autonomie genieten op het terrein van het personeelsbeleid, is die
autonomie niet onbeperkt, maar door wettelijke kaders begrensd.
Ambtenaren genieten ter zake rechtsbescherming. Uit het wettelijk
stelsel vloeit voort dat in elke gemeente het sluiten van een huwelijk
van een paar van gelijk geslacht mogelijk moet zijn. Daarnaast moeten
er voldoende trouwambtenaren zijn die bereid zijn de huwelijken te
voltrekken. De ervaring leert dat gemeenten er tot dusverre steeds in
geslaagd zijn om binnen die wettelijke kaders praktische oplossingen
te vinden.
Het vigerend stelsel van rechtbescherming en de ervaringen met de
praktische oplossingen nopen op dit moment niet tot het zetten van
nieuwe stappen. Mochten er in de lokale praktijk problemen ontstaan
die niet op gemeentelijk niveau tot een bevredigende oplossing kunnen
worden gebracht, dan zal langs de lijn van het coalitieakkoord een
nieuwe afweging plaatsvinden.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties