Schuttevaercongres
Toespraak | 10-05-2007 | Drachten | Staatssecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Als eerste dank voor de uitnodiging om voor u te mogen spreken. Toen
de vraag mij bereikte, hoefde ik niet zo heel lang na te denken. De
gelegenheid om rechtstreeks met u van gedachten te wisselen grijp ik
graag aan. Ook het thema van dit congres spreekt mij ontzettend aan.
Werk in Uitvoering. Als ik zie wat er momenteel allemaal wordt gedaan
om de vaarwegen in Nederland te verbeteren, dan zeg ik: u had geen
toepasselijker titel had kunnen verzinnen.
Rijkswaterstaat is bezig met:
· Groot onderhoud aan het Amsterdam Rijnkanaal;
· De verbinding Rotterdam-Antwerpen;
· Groot onderhoud en opwaardering van de Maasroute;
· De verruiming van het Twentekanaal;
· En de aanpak van een flink aantal ligplaatsen.
Het vorige kabinet heeft voor de periode 2004-2010 een bedrag van 700
miljoen euro uitgetrokken om het achterstallig onderhoud op de
rijksvaarwegen weg te werken. Voor de periode 2010-2020 is er een
bedrag van nog eens 900 miljoen euro gereserveerd om het resterende
achterstallig onderhoud weg te werken. Ik ben bezig met een plan om
deze klusversneld aan te pakken, zodat hopelijk al in 2016 al het
achterstallig onderhoud op de rijksvaarwegen is weggewerkt.
Het huidige kabinet heeft besloten nog meer geld beschikbaar te
stellen. Over het precieze bedrag wordt nog onderhandeld. Maar hoe 't
ook zij, de binnenvaart is het waard. Uw sector vervult een
spilfunctie in ons totale vervoerssysteem. Uw sector is ook van groot
belang voor de Nederlandse economie. Buitenstaanders beseffen het niet
altijd, maar zo'n 40 procent van het goederenvervoer binnen onze
landsgrenzen gaat over het water. Daartoe rekenen we ook de goederen
die vanuit of via ons land naar het buitenland gaan.
Als we uitsluitend kijken naar het internationale goederenvervoer, dan
is de binnenvaart goed voor een aandeel van rond de 60 procent. En
specificeren we die cijfers naar marktsegment, dan zien we nog
indrukwekkender cijfers. Bulkgoederen - zand, grind, kolen en ertsen
dus - en gevaarlijke stoffen... 80 procent gaat over het water.
Dat betekent dat we met z'n allen keihard moeten blijven werken aan de
vaarwegen. Het is dus goed dat Rijkswaterstaat het achterstallig
onderhoud aanpakt. Maar laten we niet vergeten dat een groot aantal
vaarwegen niet onder de verantwoordelijkheid van het Rijk valt - mijn
verantwoordelijkheid dus - maar onder die van provincies en gemeenten.
Ook zij moeten doordrongen zijn van de noodzaak van goed onderhoud,
zodat het hele stelsel van vaarwegen de aandacht krijgt die het
toekomt.
Over de kwaliteit van hun binnenhavens en containerterminals maak ik
mij zorgen. Ik zou provincies en gemeenten willen oproepen om niet
alle binnenhavens op te offeren aan woningbouw of recreatiedoeleinden.
Om de binnenvaart in stand te houden zijn immers niet alleen vaarwegen
nodig, maar ook faciliteiten om te laden en te lossen. Afmeerplekken.
Overslagcentra. Regeren is vooruitzien. Gemeenten en provincies doen
er dus verstandig aan voldoende ruimte te reserveren. Daar zullen ze
in de toekomst nog veel gemak van hebben. Dat weet ik zeker.
Dames en heren,
Ik wil graag nog even terugkomen bij het thema Werk in Uitvoering.
Iemand die dagelijks achter het roer staat, en gebruik maakt van de
vaarwegen kan de aanpak van die vaarwegen natuurlijk niet snel genoeg
gaan. Ik kan mij voorstellen dat de vraag dan wel eens opkomt of het
allemaal niet wat sneller kan. We hebben in Nederland te maken met
complexe besluitvormingsprocedures. Projecten moeten zorgvuldig worden
voorbereid. Belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen, mensen
moeten hun zegje kunnen doen. We hebben te maken met omwonenden, met
milieugroeperingen...
Het kabinet doet er echt alles aan om besluitvormingsprocedures zo
kort mogelijk te houden. Maar het blijft een tijdrovende zaak. Ik
vraag hiervoor uw begrip. Ook voor het feit dat we moeten werken met
budgetten die niet oneindig groot zijn. U zult begrijpen dat we de
voorrang geven aan vaarwegen die belangrijk zijn voor het netwerk en
de economie.
Wat betreft die budgetten: Soms doen bedrijfsleven, gemeenten en
provincie ook letterlijk een duit in het zakje. En dan is er opeens
veel meer mogelijk. Een mooi voorbeeld vind ik de sluizen in de
Zuid-Willemsvaart. Op deze manier zijn meer projecten door
samenwerking versneld uitgevoerd.
Werk brengt vertraging met zich mee. Maar het moet nu eenmaal eerst
slechter worden voor het beter kan, zo wordt wel eens gezegd. Voor die
tijdelijke vertraging vraag ik uw begrip. Maar bedenk dat u straks de
eerste bent die ervan profiteert. We doen we er tot die tijd alles aan
u zo goed mogelijk te informeren, zodat u zich optimaal kunt
voorbereiden op afsluitingen, omleidingen of ander ongemak op het
water. We zijn bezig de informatievoorziening rond werkzaamheden aan
vaarwegen fors te verbeteren. Rijkswaterstaat heeft onlangs ook een
vaarwegenkaart uitgebracht waarop alle werkzaamheden zijn ingetekend.
De kaart is hier vandaag verkrijgbaar en hij kost niets. Dus grijp uw
kans.
We gaan u trouwens niet alleen rondom werkzaamheden beter informeren,
want ook onder normale omstandigheden wilt u natuurlijk weten waar u
aan toe bent. We noemen dit `Publieksgericht Netwerkmanagement' en het
komt erop neer dat we meer samenhang aanbrengen in het
verkeersmanagement en de verkeersbegeleiding. Dat zorgt er dan weer
voor dat de bestaande capaciteit op onze vaarwegen beter wordt benut
én dat de veiligheid wordt vergroot. Dat laatste heeft ook te maken
met het groeiende aantal watersporters.
Ik heb nog meer goed nieuws: de komende jaren zullen de
bedieningstijden van bruggen en sluizen worden verruimd doordat ze
vaker op afstand zullen worden bediend. Ook dat hoort bij
Publieksgericht Netwerkmanagement.
Dames en heren,
Ik denk dat we met z'n allen op de goede weg zijn. Er is werk in
uitvoering, er is werk aan de winkel. Vooruit met volle kracht!
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat