Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



Opening Joods hospice Immanuel

Toespraak, 15 mei 2007

Het Joods hospice Immanuel is niet alleen een nieuwe, maar ook een welkome loot aan de stam van Joodse zorgvoorzieningen in Nederland. Daardoor hoeven ook Nederlandse Joden, zeker als zij hier geen familie of vrienden hebben, niet meer in eenzaamheid te sterven. Dat zei staatssecretaris Jet Bussemaker bij de opening van het Joods hospice Immanuel in Amsterdam. De volledige tekst van haar toespraak staat hieronder.

Geachte aanwezigen,
Allereerst wil ik het bestuur van het Joods Hospice Immanuel bedanken voor het feit dat ik, als goj, het eerste Joodse hospice in Nederland en Europa officieel mag openen. Want ik kan mij indenken dat u voor zo'n speciale en bijzondere gebeurtenis iemand uit de Joodse gemeenschap had gevraagd. Ik was dus aangenaam verrast door uw verzoek en ik hoefde dan ook niet lang na te denken over de vraag of ik daarop wilde ingaan.

Temeer ook omdat ik palliatieve zorg een even belangrijk als boeiend aspect van onze gezondheidszorg vind. Ik ben van plan mij intensief met dit onderdeel van mijn portefeuille te gaan bezighouden. Ik ben inmiddels al bij een aantal hospices op werkbezoek geweest. En eind maart heb ik een boek in ontvangst genomen van iemand die 2,5 jaar als vrijwilligster in een hospice heeft gewerkt.

Van wat ik tot nu toe heb gezien van en gehoord over palliatieve zorg, ben ik vooral onder de indruk van het vele en goede werk dat vrijwilligers doen. Zij staan feitelijk dag en nacht klaar voor hun patiënten, luisteren naar hun verhalen en proberen kleine wensen te vervullen. De inzet van de vrijwilligers in de gezondheidszorg en zéker in de palliatieve zorg kunnen we wat mij betreft niet genoeg waarderen. Niet dat ik geen waardering heb voor de professionele hulpverleners, maar die komen vaak gewoon niet toe aan die kleine, menselijke dingen.

Ik zei net dat ik de palliatieve zorg een belangrijk en waardevol onderdeel vind van onze gezondheidszorg. En ik sta niet alleen in die opvatting. Niet voor niks staat in het coalitieakkoord dat dit kabinet zal investeren in de verbetering en versterking van de palliatieve zorg, zowel in de opleiding als in de zorgverlening in verpleeghuizen, hospices als thuis.

Later dit jaar zal ik bekend maken hoe ik die woorden ga omzetten in daden. Intussen heb ik al wel twee miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld voor een structurele tegemoetkoming in de huisvestingskosten van de hospices. Want uit onderzoek is gebleken dat bijna 60 procent van de hospices onvermijdbare financiële problemen heeft waar het de huisvesting betreft.

Die twee miljoen euro moet inmiddels over zo'n 230 voorzieningen voor palliatieve zorg in Nederland worden verdeeld. Op zich vind ik het een verheugende ontwikkeling dat we inmiddels een ruim aanbod aan dergelijke instellingen hebben. Want al sterven de meeste mensen nog steeds thuis of in een ziekenhuis, de praktijk wijst uit dat hospices, bijna-thuishuizen en palliatieve afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen wel degelijk in een behoefte voorzien.

Dat geldt zeker voor degenen die het einde van hun leven bij voorkeur thuis willen doorbrengen, maar dat om welke reden dan ook niet kunnen of willen. Bijvoorbeeld omdat er geen familieleden of vrienden zijn om voor hen te zorgen. Dat lot treft niet in de laatste plaats de joodse gemeenschap. Die bestaat voornamelijk uit kleine families met vaak over de hele wereld verspreid levende gezinsleden. Joodse terminale patiënten hebben om die reden vaak weinig of geen mantelzorgers om voor hen te zorgen.

Dan is een hospice als dit natuurlijk een uitkomst. Want hier worden alle joodse rituelen en gebruiken rondom het sterven nageleefd. In de informatie die ik kreeg toegestuurd las ik dat die op een aantal punten toch wel heel anders zijn dan voor niet-Joden, die overigens ook welkom zijn in Immanuel.

Een paar verschillen sprongen in het oog. Met name de strikte scheiding tussen leven en dood - je praat niet over de dood in de aanwezigheid van de stervende - het tegelijkertijd niet mogen belemmeren van het sterven zelf én het zeggen van een reeks gebeden tijdens het stervensproces, de sjeimes.

In elk geval hoeven nu ook Nederlandse Joden, zeker zij die hier geen familie of vrienden meer hebben, niet meer in eenzaamheid te sterven, om de tekst op de uitnodiging voor deze bijeenkomst te citeren. Dit Joodse hospice is dus niet alleen een nieuwe, maar ook een welkome loot aan de stam van de Joodse zorgvoorzieningen in ons land. Ik feliciteer de initiatiefnemers Sasja Martèl en Ruben van Coevorden dan ook hartelijk met de geslaagde realisatie van dit voor Nederland en Europa unieke project.

Dames en heren,
Ik zei eerder al dat ik het een goede zaak vind dat we anno 2007 een ruim aanbod hebben aan hospices, bijna-thuishuizen en dergelijke. Palliatieve zorg is daarmee in ons land echt een volwassen onderdeel geworden van ons totale zorgpakket. Als het om dit soort instellingen gaat, heb ik dan ook de neiging om te zeggen: laat honderd bloemen bloeien.

Maar aan de andere kant moeten we oppassen dat het aanbod ook weer niet té groot wordt. Op dit moment is de gemiddelde bedbezetting bij instellingen voor palliatieve zorg over heel Nederland circa 60 procent. Dat is dus niet zo hoog. Als je de spoeling te dun maakt, wordt dat percentage nog lager. In sommige delen van het land gebeurt dat al. Dat is niet alleen zonde van de investeringen, maar ook de professionals én de vele vrijwilligers doen dan onvoldoende ervaring op. Dan loopt je het risico dat het enthousiasme afneemt en dat is het laatste dat we zouden moeten willen.

Ik vind het belangrijk dat die vrijwilligers enthousiast blijven, juist omdat ze zulk waardevol werk doen. En ik vind het net zo belangrijk dat hospices de vrijheid hebben en houden om diversiteit na te streven in thuis- of bijna-thuissituaties. Bijvoorbeeld door zich te richten op een ander aspect van de palliatieve zorg, zoals crisisopvang of respijtzorg. Dus het aanbieden van tijdelijke zorg om mantelzorgers te ontlasten. Regelgeving mag daarbij in elk geval nooit een belemmering zijn.

Dames en heren,
Ik rond af. Als ik het hospice Immanuel met een bloem mag vergelijken, dan ben ik ervan overtuigd dat die snel tot volle wasdom zal komen en jaren zal blijven bloeien. Ik wens alle bestuursleden, medewerkers en vrijwilligers dan ook veel succes toe en ik ga nu graag over tot de officiële opening van het Joods Hospice Immanuel.