Praktijktoets vergroot rendement stedelijk onderzoek

16.05.2007 / 09:40 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Nicis institute

Nicis institute

DEN HAAG, 16 mei 2007 - Het Stedelijk Innovatieprogramma van het Nicis Institute verbindt op een succesvolle manier wetenschap en praktijk. Dit wordt bereikt door het hanteren van een praktijktoets voor wetenschappelijk onderzoek naar stedelijke problemen. Dit is de voornaamste conclusie uit de midterm review over het Stedelijk Innovatieprogramma.

'Wetenschappelijk onderzoek moet er voor zorgen dat nieuwe inzichten ontstaan om stedelijke problemen beter op te lossen. Maar met de beste bedoelingen verdwijnen er toch teveel onderzoeksrapporten in de la. Onderzoeksresultaten sijpelen te langzaam door naar de eindgebruiker', constateert Dr. Gerard Schouw, algemeen directeur van het Nicis Institute. 'De praktijktoets die we hebben ingevoerd voorkomt dit. Zo'n toets zou verplicht moeten zijn voor al het wetenschappelijke onderzoeken naar stedelijke problemen.'

Het Stedelijk Innovatieprogramma (STIP) is in 2004 gestart en loopt tot en met 2009. De verschillende onderzoekprogramma's van STIP vinden bijna altijd in de steden zelf plaats. Op de werkvloer in plaats van achter het bureau. Hierdoor wordt de toepasbaarheid van de resultaten in de praktijk doorlopend getoetst. Al bij de start van de onderzoeken zijn wetenschap en praktijk met elkaar verbonden door de vorming van onderzoekscommunities. Hierin werken beleidsmakers uit de steden en wetenschappers samen. Zo ontstaan netwerken tussen wetenschap en praktijk waarbinnen nieuwe wetenschappelijke kennis gemakkelijk op de plek van toepassing terecht komt. Er ontstaan handelingsperspectieven die direct toepasbaar zijn in de stedelijke praktijk.

Schouw: 'Doordat steden gezamenlijk de onderzoeksvraag formuleren, zijn de uitkomsten ervan vergelijkbaar en bruikbaar in andere steden. Er ontstaat een benchmark. Het doorbreekt het patroon dat elke stad voor zichzelf onderzoek uitvoert. Door onderzoek vergelijkenderwijs in te zetten ontstaat reliëf en diepte. Bovendien wordt kosteneffectiever met onderzoeksgeld omgegaan. Dit levert besparingen op.'

Feiten over STIP:

- Het onderzoeksbudget is 9 miljoen euro

- Het onderzoek vindt plaats in vierentwintig verschillende Nederlandse steden en vier steden in het buitenland

- Er zijn negentien verschillende onderzoeksinstellingen en universiteiten betrokken
- Universiteiten leveren in competitie onderzoeksvoorstellen in
- Tot nu toe heeft het programma 110 publicaties opgeleverd
- Er zijn door de onderzoekers aan ruim 100 congressen en bijeenkomsten bijdragen geleverd

De onderzoeken gaan onder andere over:

- Het vergroten van stedelijk burgerschap bij allochtonen
- Succes en faalfactoren voor 'kleurrijke' buurten

- Het verminderen van het aantal veelpleger in steden
- Terugdringen aantal Marokkaanse probleemjongeren

- Het verbeteren van de regie over ruimtelijke ontwikkelingen in stedelijke regio's
- Het realiseren van innovatieve bedrijvigheid in steden


Noot voor de redactie /