9-5-2007
VVD Eerste Kamerfractie zet zich in voor verlenging geldigheidsduur
vaarbewijzen
Tijdens de behandeling van de Binnenvaartwet in de Eerste Kamer is
door VVD-senator Cees van den Oosten de geldigheidsduur van de
vaarbewijzen 1 en 2 voor de pleziervaart aan de orde gesteld.
Hij vroeg aandacht voor de wonderlijke situatie dat de geldigheidsduur
van deze vaarbewijzen eindigt op 65-jarige leeftijd en dat het daarna
telkens voor slechts 3 jaar kan worden verlengd.
Wordt dit vergeleken met het rijbewijs voor personenauto's dat een
geldigheidsduur tot 70-jarige leeftijd kent met een
verlengingsmogelijkheid van telkens 5 jaar, dan is dit een vreemde
situatie. ,,De risico's van autorijden is, zoals bekend, vele malen
groter dan het varen met een pleziervaartuig, mede gezien de relatief
korte periode waarin in Nederland wordt gevaren'', aldus Van den
Oosten.
Hij wil graag van de staatssecretaris Huizinga-Heringa vernemen, of
zij bereid is het zo in te richten dat de geldigheidsduur en de
verlengingsduur van vaarbewijzen ten minste vergelijkbaar is met die
van het rijbewijs. Het betreft duizenden vaarbewijzen.
Zo'n maatregel zou uitstekend passen in het kader van deze nieuwe
binnenvaartwet, waarmee terecht deregulering en administratieve
lastenverlichting van de binnenvaart c.q. pleziervaart wordt bereikt.
Bovendien wordt het voor de betrokkenen goedkoper.
8 mei 2007
VVD