Gemeente Onderbanken


Wethouder Ubachs onschuldig: geen vervolging

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten geen vervolging in te stellen inzake de aangifte die een medewerker van de Stichting advisering bestuursrechtspraak (Stab) enkele maanden geleden heeft gedaan. De aangifte betrof een bedreiging die zou zijn gedaan door wethouder Ubachs in de richting van deze medewerker. De bedreiging zou zijn geuit tijdens een overleg op het gemeentehuis over een door de Raad van State aan de Stab opgedragen deskundigenonderzoek in de beroepen die zijn ingesteld in het kader van de bomenkap ten behoeve van de NATO-basis te Geilenkirchen.

Het gemeentebestuur is steeds overtuigd geweest van de onschuld van wethouder Ubachs en is verheugd dat dit nu ook met deze op 3 mei jl. door de hoofdofficier van justitie genomen sepotbeslissing officieel wordt bevestigd. Hiermee wordt tevens een voor de wethouder zeer vervelende periode afgesloten.

Aan de sepotbeslissing van de hoofdofficier is een zorgvuldig onderzoek van de Rijksrecherche vooraf gegaan. In deze procedure zijn alle betrokkenen uitvoerig gehoord.

Zowel wethouder Ubachs als ook de gemeente Onderbanken hebben als gevolg van de onterechte beschuldiging schade geleden. Zij houden de directie en de betrokken medewerker van de Stab hiervoor verantwoordelijk.

Het college beraadt zich thans over de vraag welke vervolgacties en zo nodig rechtsmaatregelen dienen te worden getroffen om voor die geleden en nog te lijden schade een passende compensatie te krijgen. Daarnaast is wethouder Ubachs voornemens in verband met deze zaak zelf aangifte te doen bij het OM en om een civiele procedure op te starten.

Het gemeentebestuur betreurt het dat juist in het voor de gemeente belangrijke AWACS-dossier dergelijke volkomen ongefundeerde en onjuiste beschuldigingen zijn geuit die schadelijk zijn voor een zuivere procedure.

Hoewel het college nog steeds van mening is dat de Stab een onafhankelijke instelling is, blijkt het rapport van de bewuste onderzoeker onmiskenbaar vooringenomen geschreven. Het vertoont geen enkele diepgang en bevat grote onjuistheden en onvolkomenheden. Het is dan ook uitgesloten, dat deze zaak verder wordt behandeld vóórdat een onverdacht en gedegen rapport voorligt.