Federale regering Belgie
Toespraak Verhofstadt - Klimaatplan Open VLD
(2007-05-03)
Persdienst van de Eerste Minister
EMBARGO TOT 15.30 UUR
Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt bij de voorstelling van
het Klimaatplan van Open Vld
Lint, 3 mei 2007
Beste vrienden,
In december 1997 werd in de Japanse stad Kyoto een internationaal
protocol vastgelegd. Het grote verschil met het Klimaatverdrag van
enkele jaren daarvoor was dat doelstellingen voor de vermindering van
CO2-uitstoot bindend werden. Alle deelnemende industrielanden moesten
tussen 2008 en 2015 hun jaarlijkse uitstoot met 5% doen dalen
tegenover 1990 en voor België betekent dit ruim 7,5%.
De Belgische regering heeft deze opdracht serieus genomen. En op de
tweedaagse ministerraad van Oostende, begin 2004, werd een uitgebreid
Kyoto-plan goedgekeurd. In de maanden daarna werden alle beslissingen
consequent uitgevoerd en werden bijkomende maatregelen genomen. Toch
moeten we toegeven dat het enthousiasme van de publieke opinie voor
Kyoto niet overweldigend was. En dat was niet alleen in de Verenigde
Staten het geval. Ook in Europa en in België waren mensen vrij
sceptisch ten aanzien van de opwarming van de aarde.
Dat dit vandaag helemaal anders ligt, is, laat ons eerlijk zijn, de
verdienste van Al Gore. Zijn film, The Unconvenient Truth toont op
overtuigende en tegelijk pijnlijke wijze de feiten en de duidelijk
zichtbare gevolgen van de opwarming. Smeltende ijskappen, de toename
van orkanen, overstromingen en droogtes. De cijfers die Gore gebruikt,
zijn intussen door een groep van internationaal gezaghebbende
wetenschappers op drie VN-conferenties, waaronder in Brussel,
bevestigd.
Maar dan nog, mensen bij ons zijn niet perse ongelukkig met de
opwarming. Dat hebben de voorbije maand gezien. Het KMI heeft onlangs
berekend dat de temperatuur in ons land de voorbije twintig jaar met
een graad is gestegen. En daar zijn weinig mensen rouwig om. Ook al
betekent dit af en toe een zwaardere storm. Maar als we even verder
kijken dan ons land, dan zien we dat de opwarming voor bepaalde arme
regio's ronduit dramatisch is. Als we niets ondernemen zal Afrika 5%
meer droge gebieden tellen. Eén tot drie miljard mensen zullen lijden
onder watertekort. Tweehonderd tot zeshonderd miljoen mensen zullen
bedreigd zijn met hongersnood. En elk jaar zullen vele miljoenen het
slachtoffer worden van overstromingen.
Beste vrienden,
Uitstoot verminderen is daarom een morele plicht. Het zijn immers
vooral de rijke landen die vervuilen en de arme landen die er de
gevolgen van dragen. Het is dus onze plicht om de CO2-uitstoot aan te
pakken. Vijf procent reductie van Kyoto zal daarom te weinig zijn. De
meer ambitieuze Europese doelstelling van minstens twintig procent
tegen 2020 en zelfs dertig procent in geval ook de vs meedoet. alle
grote industrielanden meedoen, is noodzakelijk. De vraag is hoe we die
doelstelling bereiken?
Ik heb over die vraag vorige maand lang met Al Gore gesproken. En we
waren het eigenlijk eens over de volgende principes. Wat we niet nodig
hebben is een cataloog van tientallen kleine maatregelen. Een
dergelijk cataloog mag er dan wegens zijn vele bladzijden
indrukwekkend uitzien, de grote omslag naar een CO2-arme samenleving
zullen we er niet mee maken. Nochtans is het net dat wat we nodig
hebben. Een CO2-arme samenleving. Dat is enkel mogelijk door
fundamentele veranderingen. Een fundamentele mentaliteitswijziging
ook. En we moeten dit tot stand brengen langs vier wegen.
De eerste weg is die van de decentralisatie van de energieproductie.
De huidige centralistische energie-infrastructuur zou moeten vervangen
worden door een soort internetstructuur. Een veelheid en diversiteit
van producenten zouden zo via een slim netwerk verbonden worden.
Iedereen zou zo een beetje zijn eigen energieproducent worden. Dit
maakt de logge, energieverslindende structuur van vandaag overbodig.
Dit klinkt misschien futuristisch, maar is het helemaal niet. Als
bedrijf voorziet Alfacam via zonnepanelen in haar eigen
elektriciteitsbehoefte. Hiermee is Alfacam een mooi voorbeeld van hoe
het kan en hoe het moet.
De tweede weg is die van de verschuiving van belastingen. Als je
fiscaliteit verstandig aanwendt, kan je belangrijke gedragswijzigingen
tot stand brengen. Daarom willen we bestaande, vaak voorbijgestreefde
belastingen afschaffen en die vervangen door doelgerichte heffingen op
uitstoot. Zo worden mensen beloond als ze minder CO2 uitstoten. Dit
principe moet een mentaliteitsomslag te weeg brengen in het wonen, het
verplaatsen, het produceren en het consumeren. Inzake wonen zou de
onroerende voorheffing vervangen worden door een heffing op
CO2-uitstoot. Hoe lager de uitstoot, hoe minder men betaalt. En
passiefhuizen, huizen dus die niets uitstoten, betalen ook geen
belastingen. Voor de laagste inkomens, die deze investering niet
kunnen doen, moeten we uiteraard een sociale correctie doorvoeren.
Hetzelfde principe wie minder vervuilt, betaalt minder moeten we
doorvoeren voor het verkeer. Zo moet de autobelasting op pk, vervangen
worden door een heffing op CO2. Voor de ondernemingen kunnen we een
deel van de vennootschapsbelasting vervangen. Ik wil trouwens van de
gelegenheid gebruik maken om een hardnekkig misverstand uit de wereld
te helpen. Energievriendelijk betekent niet winstonvriendelijk. Dat
bewijzen niet alleen de cijfers. Ik ben ervan overtuigd dat
energievriendelijkheid voor bedrijven al op korte termijn een
concurrentieel voordeel zal betekenen. En tot slot moeten we de
verschuiving ook doorvoeren op het vlak van de consumptie. Hiertoe
hebben we al stappen gezet op de ministerraad in Leuven door een
heffing op bepaalde verpakking en wegwerpartikelen.
De derde weg, beste vrienden, naar een CO2-arme samenleving is die van
de derdepartijfinanciering. Het is een eenvoudig principe dat al in
enkele landen bestaat en daar ook heel succesvol is. Het komt erop
neer dat een derde partij, zijnde een maatschappij of een onderneming,
de energiebesparende investeringen doet in plaats van een gezin of een
KMO. De federale regering heeft met Fedesco reeds de eerste stappen
gezet. Het komt erop aan dit nu radicaal uit te breiden. Dit maakt het
immers mogelijk om ook de isolatienormen te verhogen, passiefhuizen te
promoten en renovatie te stimuleren op een sociale manier. Net zoals
we de normen voor producten moeten verhogen, zodat we enkel nog
huishoudelijke toestellen met A-label in de winkels vinden.
De vierde en laatste weg die ik met Al Gore heb besproken, is de
moeilijkste: die van de hernieuwbare energie. Ons land voorziet
vandaag via vier kanalen in haar elektriciteitsbehoefte: invoer,
steenkool en gascentrales, nucleaire productie en hernieuwbare
bronnen. Het opwekken van elektriciteit uit fossiele brandstoffen
steenkool en gas dus veroorzaakt de grootste CO2-uitstoot. Het
alternatief is hernieuwbare energie. En wij onderschrijven de Europese
doelstelling om tegen 2020 20% van onze elektriciteit uit hernieuwbare
energie te halen en 20% energie te besparen. En we zullen daartoe ook
alle mogelijke investeringen doen.
Daarnaast is de centrale vraag hoe we onze energie zullen bevoorraden?
De vraag over de kernenergie dus. De eerste optie is het botweg
sluiten van alle kerncentrales en zelfs het bannen van iedere
nucleaire technologie. Op zich is dit een heel aantrekkelijke optie,
want geen kernafval. Maar als we naar de cijfers kijken in verband met
de energiebevoorrading, is dit moeilijk haalbaar. Tenzij we massa's
energie uit het buitenland laten invoeren. De tweede optie is het
zogenaamde Nederlandse Borssele-scenario waarbij we de centrales na
een aantal aanpassingen gewoon openhouden. Dit zou het volledig
terugdraaien van de kernuitstap betekenen. Ik ben daar geen
voorstander van. Op die manier blijven we immers met het gigantische
probleem van het kernafval zitten.
Daarom stel ik een derde weg voor. Daarbij blijven we bij de
kernuitstap die we beslisten. De huidige reactoren die massa's
kernafval produceren hebben voor ons geen toekomst en moeten op
termijn dicht. Wat wel toekomst heeft, is te investeren in het nieuwe,
veelbelovende project van centrales van de vierde generatie. Het grote
voordeel van deze vierde generatie is dat er nauwelijks nog kernafval
overblijft en dat dat afval nog nauwelijks radioactief is. Het
wereldwijd onderzoek naar deze centrales van de vierde generatie wordt
geleid door het Belgische Studiecentrum voor Kernenergie, Myrrha
genaamd. Wat ik voorstel is om dit project te versnellen. Concreet
houdt dit in dat onmiddellijk alle nodige middelen, licenties en
vergunningen worden verstrekt, zodat reeds tegen 2012-2013 kan
begonnen worden met het vervangen van de huidige nucleaire
proefinstallatie BR2 van Mol door een proefinstallatie van de vierde
generatie. Is het project succesvol, dan kunnen we tegen 2030
kernenergie van de vierde generatie, met andere woorden schone
kernenergie verwachten en dit op industriële schaal. Parallel zoals ik
al zei blijven we bij het uitstap scenario met andere woorden de
afbouw van de oude reactoren vanaf 2015. Dat betekent het onmiddellijk
sluiten van Doel 1, Doel 2 en of Tihange 1. Of er twee van deze
reactoren dichtgaan of alle drie, zal puur afhangen van het succes dat
we boeken met hernieuwbare energie, energiebesparing en ook met
Myrrha.
Beste vrienden,
Het energievraagstuk is bijzonder complex. Het is een uitdaging
waarbij het belangrijk is tegelijk ambitieus en realistisch te zijn.
Ook al is dit voor sommigen een inconvenient truth'. Anders bewijzen
we niemand een dienst. Het doel is de opwarming van de aarde te
stoppen. Zo snel mogelijk. Daarvoor zijn moedige keuzes noodzakelijk.
Maar wij durven die keuzes te maken. Dat zijn we aan de wereld
verplicht.
Ik dank u.