European Union



IP/07/597

Brussel, 2 mei 2007

ONTWERPBEGROTING 2008: Groei en werkgelegenheid staan centraal bij de uitgaven van de EU

Voor het eerst vormen de uitgaven voor het groei- en werkgelegenheidsbeleid de belangrijkste begrotingspost, waarvoor meer middelen worden uitgetrokken dan voor landbouw en natuurlijke hulpbronnen. Dit is de belangrijkste boodschap die de Commissie wil overbrengen naar aanleiding van haar begrotingsvoorstellen voor 2008, die vandaag werden goedgekeurd. Met een bedrag van 129,2 miljard euro aan vastleggingskredieten, stijgt de begroting in vergelijking met 2007 met 2%. De betalingskredieten zijn vastgesteld op 121,6 miljard euro, hetgeen een toename is met 5,3%.

De Commissie heeft het voorontwerp van de begroting (VOB) voor 2008 aangenomen - de eerste stap in de begrotingsprocedure voor de definitieve goedkeuring van de begroting door het Europees Parlement en de Raad.

De in het VOB opgenomen vastleggingskredieten bedragen 1,03% van het bruto nationaal inkomen (BNI) van de EU en de betalingskredieten vertegenwoordigen 0,97% van het BNI. De uitgaven voor het groei- en werkgelegenheidsbeleid stijgen in vergelijking met 2007 met 4,2%, en vertegenwoordigen nu 44,2% van de begroting, tegenover 43,6% voor de bescherming en het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

"Het begrotingsvoorstel dat vandaag door de Commissie werd vastgesteld, vormt een historisch keerpunt voor de EU. Voor het eerst vormen de uitgaven die rechtstreeks verband houden met groei en werkgelegenheid de belangrijkste begrotingspost. Hieruit blijkt dat de Commissie vastbesloten is om de begroting af te stemmen op de wereldwijde uitdagingen waarmee Europa in zijn geheel wordt geconfronteerd. Meer middelen zijn thans beschikbaar voor beleidsmaatregelen die gericht zijn op economische vooruitgang, zonder dat de inspanningen die op andere beleidsterreinen - in het bijzonder voor het milieu, energie, vrijheid en veiligheid en het Europese gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - vereist zijn, in het gedrang komen," aldus Dalia Grybauskaité, Europees commissaris voor financiële programmering en begroting.

Meer van 57 miljard euro ter bevordering van de groei en de werkgelegenheid

De hernieuwde Lissabonstrategie blijft centraal staan in het beleid van de EU. Voor beleidsmaatregelen met betrekking tot groei en werkgelegenheid (rubriek 1) wordt 57,2 miljard euro aan middelen uitgetrokken. Dit is een toename met meer dan 2,3 miljard euro (+4,2%) ten opzichte van 2007. In het bijzonder zullen de uitgaven voor onderzoek met ongeveer 11% stijgen, terwijl de investeringen in trans-Europese energie- en vervoersnetwerken met 14% zullen toenemen en die in programma's voor een leven lang leren met 9% (met een stijging van 63,5% voor Erasmus Mundus). Voorts zullen de nieuwe programma's ter ondersteuning van de cohesie binnen Europa in werking treden, waardoor de uitgaven voor dit activiteitengebied met ongeveer
1,4 miljard euro (3,1%) worden verhoogd, waarbij de middelen van het Cohesiefonds voor grote infrastructuurprojecten in 2008 met meer dan 14% zullen stijgen.

De voorgestelde uitgaven voor het behoud en het beheer van natuurlijke hulpbronnen (rubriek 2) bedragen 56,3 miljard euro en zijn in vergelijking met 2007 stabiel gebleven. De geleidelijke veranderingen die op dit beleidsterrein plaatsvinden, mogen door deze stabiliteit evenwel niet worden verhuld: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse steun aan landbouwers nemen slechts met 0,5% af en bedragen thans 42,5 miljard euro, terwijl de middelen voor programma's voor plattelandsontwikkeling opnieuw worden verhoogd en oplopen tot meer dan 12,5 miljard euro, een stijging met 1,6%. De uitgaven voor het belangrijkste milieubeschermingsprogramma van de EU, Life+, stijgen met 11% en bedragen 267 miljoen euro. Tevens wordt het milieu door talrijke andere beleidsmaatregelen van de EU ondersteund, met name door onderzoeksuitgaven.

De uitgaven voor vrijheid, veiligheid en recht (rubriek 3a) kennen een sterke stijging met 10,8% en bedragen 691 miljoen euro. De meest aanzienlijke stijging heeft betrekking op het beheer van de migratiestromen en bedraagt 24%. Hiervoor wordt 390 miljoen euro aan middelen uitgetrokken.

De uitgaven voor de burgerschapprogramma's (rubriek 3b) bedragen bijna 600 miljoen euro. In vergelijking met 2007 komt dit neer op een stijging met 11%, indien twee uitzonderlijke financieringsposten uit 2007 buiten beschouwing worden gelaten (de overgangsfaciliteit voor Roemenië en Bulgarije en de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds voor het verlenen van bijstand aan verscheidene lidstaten die door onvoorzienbare natuurrampen werden getroffen). De middelen voor de volgende programma's worden met name verhoogd: het programma voor de bescherming van de volksgezondheid en de consumenten (+15%), het programma "Europa voor de burger" (+18%) en het MEDIA-programma (+21%).

Door middel van acties op het gebied van de externe betrekkingen (rubriek 4) wordt de invloed van de EU op wereldvlak versterkt. Voor programma's op dit beleidsterrein wordt meer dan 6,9 miljard euro uitgetrokken, hetgeen in vergelijking met 2007 neerkomt op een stijging van 1,5%. Voor de financiering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid wordt de drempel van 200 miljoen euro overschreden, hetgeen een toename is met 26%, terwijl ontwikkelingssamenwerking de grootste begrotingspost blijft met 2,2 miljard euro, een stijging met 1,9%.

Ten slotte is 7,3 miljard euro (5,6% van de begroting) bestemd voor administratieve kosten (rubriek 5). De administratieve kosten voor de Commissie stijgen minder snel dan de rest van de begroting, namelijk met 4,1%. Hierin zijn de naar aanleiding van de recente uitbreidingen noodzakelijk geworden nieuwe betrekkingen reeds opgenomen.

Begrotingsvoorstel voor 2008 per begrotingsonderdeel (vastleggingskredieten)

Opmerking

De begroting is een raming van zowel de vastleggingen (juridische verbintenissen om financiële middelen te verstrekken op voorwaarde dat bepaalde voorwaarden zijn vervuld) en betalingen (daadwerkelijke contante overdrachten of bankoverboekingen naar de begunstigden). Kredieten (dus middelen) voor vastleggingen en betalingen verschillen omdat meerjarenprogramma's en -projecten meestal worden vastgelegd in het jaar waarin zij worden goedgekeurd, maar de betalingen gespreid in de tijd plaatsvinden, naarmate de uitvoering van programma's en projecten vordert.

Het tijdschema voor de bespreking en de goedkeuring van de begroting ziet er als volgt uit:

13 juli: bemiddelingsvergadering tussen de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement. In het kader van een eerste lezing van de begroting door de Raad wordt de ontwerpbegroting opgesteld.

22-25 oktober: plenaire vergadering van het Europees Parlement en eerste lezing door het Parlement

23 november: bemiddelingsvergadering tussen de Raad en het Parlement en tweede lezing van de Raad.

10-13 december: plenaire vergadering van het Europees Parlement en tweede lezing door het Europees Parlement; definitieve goedkeuring van de begroting van de Europese Unie.