Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen Van der Staaij, Van Baalen en Voordewind over financiële steun aan de Palestijnen


01-05-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Van Baalen en Voordewind over financiële steun aan de Palestijnen. Deze vragen werden ingezonden op 22 maart 2007 met kenmerk 2060710160.

De minister van Buitenlandse Zaken,De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

drs. M.J.M. Verhagen drs. A. G. Koenders

Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Van der Staaij (SGP), Van Baalen (VVD) en Voordewind (ChristenUnie) over financiële steun aan de Palestijnen.

Vraag 1

Kent u het bericht `Palestinian minister admits aid millions lost'? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u, gelet op het grote vertrouwen dat u eerder in hem stelde, de uitspraken van de nieuwe minister van Financiën Salam Fayyad dat het volstrekt onduidelijk is waar het donorgeld dat via het Tijdelijke Internationale Mechanisme (TIM) aan de Palestijnen verstrekt wordt, aan uitgegeven wordt? Is het waar dat de transparantie volledig ontbreekt, dat er salarissen uitbetaald worden aan ambtenaren die nooit op komen dagen en dat het aantal ambtenaren binnen een jaar met 11% gegroeid is?

Antwoord

Minister Fayyad beschrijft het verval van de Palestijnse overheidsfinanciën sinds het aantreden van de vorige, door Hamas geleide Palestijnse regering. Hij waarschuwt dat dit ook gevolgen kan hebben voor de besteding van donorgelden. Fayyad stelt in het artikel niet dat het geld dat via het TIM is besteed verkeerd terecht is gekomen.

De hulp die via het TIM wordt gegeven gaat rechtstreeks naar de begunstigden, zonder tussenkomst van de Palestijnse regering. Dit gebeurt op uiterst transparante wijze, waardoor volledig duidelijk is waar het geld terecht komt. Met het TIM worden geen salarissen betaald. Wel worden toelagen betaald aan werknemers en gepensioneerden in de publieke sector met een laag inkomen, aan economisch kwetsbare groepen (gehandicapten, ouderen enz.) en aan werknemers in de gezondheidszorg. Deze toelagen hebben onder meer een belangrijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van belangrijke voorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs.

Volgens een Wereldbankrapport van februari jl. is er inderdaad sprake van een toename van het aantal Palestijnse ambtenaren. Voor het overgrote deel gaat het om werknemers in de veiligheidssector. Deze categorie komt niet in aanmerking voor de toelagen die met het TIM worden betaald.

Vraag 3

Kunt u de Kamer informeren over de inhoud van het nieuwe Wereldbankrapport waaraan in het artikel gerefereerd wordt? Wat zegt het rapport over het functioneren van het TIM en de transparantie en effectiviteit van de uitgaven die via dit mechanisme gedaan worden?

Antwoord

In het rapport analyseert de Wereldbank de fiscale crisis in de Palestijnse Gebieden. Daarbij wordt gekeken naar de effecten van de politieke ontwikkelingen in 2006, maar ook naar de meer structurele oorzaken van de crisis. De Wereldbank doet ook aanbevelingen over mogelijke maatregelen die zouden moeten leiden tot verbetering van de situatie. In het rapport wordt niet specifiek ingegaan op de transparantie en effectiviteit van het TIM.

Vraag 4

In hoeverre is er in het achterliggende jaar sprake geweest van een verschuiving van doelstellingen van het TIM, van `needs based assistance directly to the Palestinian people, including essential equipment, supplies, support for health services, support for the uninterrupted supply of fuel and utilities, and basic needs allowances to poor Palestinians' 2) naar een `focus on preserving and building the capacity of institutions of Palestinian governance, as well as the development of the Palestinian economy'? 3) Is de conclusie gerechtvaardigd dat, in weerwil van de boycot van de Hamas-regering waarop officieel nog niet teruggekomen is, de aandacht geleidelijk verschoven is van noodhulp en het verstrekken van basisvoorzieningen naar gewone ontwikkelingshulp? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot criteria van goed bestuur die doorgaans gehanteerd worden om landen of instellingen te kwalificeren voor financiële donaties?

Antwoord

De doelstellingen van het TIM zijn in het afgelopen jaar niet verschoven. TIM is en blijft een instrument dat primair dient om de humanitaire noden van de Palestijnse bevolking te lenigen. Wel wordt in Kwartet- en EU-verband nagedacht over de vraag hoe de Palestijnse instituties en economie ondersteund kunnen worden. Vooralsnog is hierover geen beslissing genomen, in afwachting van verdere politieke ontwikkelingen.

De regering blijft zich er in EU-verband voor inzetten dat er geen hervatting van directe hulp plaatsvindt zolang de huidige Palestijnse regering niet uitdrukkelijk en zonder reserves de Kwartetvoorwaarden onderschrijft, conform de motie Van der Staaij c.s. (21 501-02, nr. 739, vergaderjaar 2006-2007).

Vraag 5

Kunt u een integraal overzicht geven van de tranches die via het kantoor van premier Abbas sinds de instelling van het TIM aan de Palestijnen gegeven zijn? Welke bedragen heeft de Europese Unie respectievelijk Nederland aan de achtereenvolgende tranches bijgedragen? Zijn er buiten Europa ook andere landen die aan het TIM bijgedragen hebben? Onder welke voorwaarden zijn de tranches verstrekt? Kan aangegeven worden welke bedragen aan welke doelen uitgegeven zijn? In hoeverre beschikt de EU over deugdelijke financiële rapportages van Palestijnse zijde over de besteding van de verleende gelden?

Antwoord

Rekeningen en toelagen die met het TIM zijn betaald, zijn direct naar de begunstigden gegaan, dus zonder tussenkomst van de Palestijnse Autoriteit of het kantoor van president Abbas.

Uitgaven van het TIM worden nauwlettend gecontroleerd om te verifiëren dat donorgelden correct besteed worden. De door de Europese Commissie geleide TIM management unit in de Palestijnse Gebieden volgt de afhandeling van betalingen en rapporteert hierover aan de donoren en overige betrokken partijen. De maandelijkse rapportages die door de management unit worden opgesteld kunnen desgewenst aan de Kamer worden gestuurd.

Tot en met februari van dit jaar is door het TIM EUR 49,4 miljoen uitgegeven aan lopende kosten en voorzieningen voor gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten (loket I). Voor de levering van nutsvoorzieningen (vooral elektriciteit) is in die periode EUR 75 miljoen uitgegeven (loket II). Met de betaling van toelagen aan Palestijnse ambtenaren is tot en met februari jl. een totaalbedrag van bijna EUR 188 miljoen gemoeid geweest (loket III).

De Europese Commissie heeft in 2006 EUR 107,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de drie loketten van het TIM. Voor 2007 heeft de Commissie EUR 100 miljoen voor het mechanisme gereserveerd. Daarnaast heeft de Commissie, in het kader van het TIM, een bedrag van EUR 12 miljoen gereserveerd voor technische assistentie en capaciteitsopbouw ten behoeve van het kantoor van president Abbas.

Nederland heeft in 2006 EUR 10 miljoen bijgedragen, bestemd voor het betalen van toelagen aan in het antwoord op vraag 2 genoemde begunstigden (loket III). Voor 2007 wordt een bijdrage van EUR 5 miljoen overwogen, eveneens bestemd voor de betaling van toelagen aan deze groep.

Naast de Europese Commissie en Nederland dragen veertien EU-lidstaten, Noorwegen en Zwitserland bij aan het TIM.

Vraag 6

Deelt u, gelet op de uitspraken van Fayyad en afhankelijk van uw antwoord op de vorige vragen, de mening dat het hulpbeleid aan de Palestijnen op dezelfde voet voortgezet kan worden?

Antwoord

Ja.


1) Daily Telegraph, www.telegraph.co.uk, 11 maart 2007


2) Quartet Statement, Washington, 17 juni 2006


3) Quartet Statement, Washington, 2 februari 2007

vib, 6 februari 2007.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl