Vlaamse Overheid
Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 27 april 2007
Kinderopvang en vervoer kosteloos voor werkzoekenden in opleiding
Werkzoekenden die zich voor een opleiding moeten verplaatsen of die tijdens de opleiding kinderopvang nodig hebben, worden daar vanaf 1 januari 2008 volledig voor vergoed. Vandaag is er enkel een forfait voor de opvang van één kind. Voor het vervoer is er op dit moment een ingewikkelde regeling die niet voor iedereen kosteloosheid garandeert. De volledige vergoeding van kinderopvang en vervoer is voorgesteld door de raad van bestuur van de VDAB en is vandaag goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Ze maakt deel uit van een uitgebreid 'Actieplan Werkloosheidsvallen' dat minister van Werk Frank VANDENBROUCKE en minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke kansen Kathleen VAN BREMPT aan de regering voorgelegd hebben.
Uit een onderzoek van de VDAB bij 12.000 langdurig werkzoekenden bleek dat maar 53 % van hen nagenoeg direct aan het werk zou kunnen en enkel nood heeft aan een bemiddelingstraject of intensieve begeleiding. De overige 43 % kampt met één of meerdere werkloosheidsvallen. Het meest bekend zijn de zuiver financiële werkloosheidsvallen (bijvoorbeeld het verschil tussen de uitkering en het loon is te klein), maar er zijn ook heel wat andere vallen (bijvoorbeeld problemen met mobiliteit, zorgtaken, verleden van de werkzoekende...). Zoals afgesproken in het Vlaams regeerakkoord hhebben Vandenbroucke en Van Brempt nu een actieplan klaar met lopende en nieuwe acties om de verschillende werkloosheidsvallen aan te pakken.
In dat plan zitten twee opvallende maatregelen om het volgen van een opleiding kosteloos te maken. Ten eerste wordt de tussenkomst voor kinderopvang uitgebreid. Momenteel heeft een VDAB-cursist recht op een forfaitaire vergoeding van 4 euro per halve dag voor de opvang van één kind, op voorwaarde dat het nog niet naar de kleuterschool gaat. De werkzoekende die meer dan een kind heeft of een beroep moet doen op voor- of naschoolse opvang om een opleiding te kunnen volgen, wordt dus geconfronteerd met extra kosten.
Vanaf 1 januari 2008 krijgen cursisten de werkelijke uitgaven voor kinderopvang vergoed voor zover het gaat om een door Kind & Gezin erkende dienst voor kinderopvang of buitenschoolse kinderopvang en voor àlle kinderen tot en met twaalf jaar.
Ten tweede worden de tussenkomsten voor verplaatsingen van en naar de opleiding hervormd tot een uniform systeem. Een werkzoekende in trajectbegeleiding kan voor opleiding en sollicitaties momenteel aanspraak maken op een gunsttarief van de NMBS (een euro per rit) of een abonnement van TEC of MIVB, of een jobpas. Met de jobpas kan men gedurende twaalf maanden alle trams en bussen van De Lijn gebruiken in Vlaanderen, op voorwaarde dat de verplaatsingen dienen om een opleiding te volgen (of om te solliciteren). Het abonnement is gratis voor een werkzoekende met een contract voor een beroepsopleiding (als de werkzoekende in trajectbegeleiding geen opleiding volgt, is er een kost van 12,50 euro). Woont de cursist minder dan vijf km van het opleidingscentrum dan was er tot nu toe sowieso geen verplaatsingsvergoeding mogelijk. Maakt de cursist gebruik van eigen vervoer dan wordt de tussenkomst berekend op basis van de kost van een NMBS-weekabonnement en het aantal dagen gevolgde opleiding. Het huidige stelsel is dus behoorlijk complex en garandeert niet voor alle cursisten een volledige vergoeding van de verplaatsingskosten. De gemiddelde tussenkomst per kilometer bedraagt minder dan 0, 01 euro.
Vanaf 1 januari 2008 kan iedere werkzoekende die een opleiding volgt, kiezen tussen een jobpas van De Lijn en een forfaitaire verplaatsingsvergoeding van 0,15 euro per kilometer, ongeacht de afstand tot het opleidingscentrum of het gebruikte vervoermiddel. Bij verplaatsingen voor sollicitaties blijven de huidige regelingen behouden.
De maatregelen voor kinderopvang en mobiliteit worden doorgevoerd op voorstel van de Raad van Beheer van de VDAB, die tegelijk een aantal weinig effectieve premies schrapt, met name de IBO-begeleidingspremie, de knelpuntenopleidingspremie en de tussenkomst voor communicatiekosten bij webleren. Verder wordt de opleidingspremie van een euro per uur beperkt tot werkzoekenden uit eeninkomensgezinnen met personen ten laste. Maar er wordt geen minimale werkloosheidsduur meer vereist. De premie komt bovenop de kostendekkende tussenkomsten voor kinderopvang, vervoer en materiaal. Uit de statistieken blijkt immers dat werkzoekenden uit dit soort gezinnen minder vaak deelnemen aan opleidingen.
Het actieplan geeft verder een overzicht van een hele reeks lopende federale en Vlaamse acties om de werkloosheidsvallen aan te pakken:
- Inkomen: werkbonus; jobkorting; hervorming inkomensgarantieuitkering; doorbetaling verhoogde kinderbijslag; werkhervattingstoeslag; doorbetaling brugpensioencomplement bij werkhervatting; hervorming studietoelagen; forfaitaire vermindering personenbelasting.
- Zorgtaken: 1,5 miljoen extra ouderenzorg (centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra), jaarlijks groeipad 2,5 % voor uitbreiding professionele thuiszorg ouderen, 236 jobs extra in gezinszorg o.a. voor verzorging ouderen, 3000 extra plaatsen kinderopvang in 2006 en 2007, Actieplan flexibele en occasionele kinderopvang (200 extra personeelsleden), dienstencheques kinderopvang voor eenoudergezinnen, kinderopvangtoeslag voor eenoudergezinnen, verhoging belastingaftrek voor kinderopvangkosten.
- Mobiliteit: mobiliteitstoeslag en acties in het kader van woon-werkverkeer (Pendelfonds)
- Handicap en ziekte: activeringstrajecten, versterking arbeidszorg
- Opleidingsvallen: principe van kosteloosheid materialen voor cursisten bij publieke opleidingsverstekkers, werkzoekenden met interesse voor zelfstandig ondernemerschap kunnen kosteloos opleiding volgen bij Syntra, werkzoekenden in traject kunnen kosteloos volwassenonderwijs volgen, quickscan laaggeletterdheid.
- Andere: afschaffing bewijs goed gedrag en zeden, werkhervattingstoeslag, doorbetaling brugpensioencomplement bij werkhervatting, tewerkstellingspremie.
Verder wordt een aantal nieuwe denkpistes opgesomd, die nog verder uitgewerkt moeten worden op Vlaams of federaal niveau:
- de VDAB zou een rol kunnen spelen bij de lokale of regionale coördinatie van vraag en aanbod van flexibele en occasionele kinderopvang. De VDAB-consulenten weten immers perfect waar werkzoekenden de grootste problemen ervaren om een gepaste kinderopvang te vinden.
- voor mensen die zich in een collectieve schuldbemiddeling bevinden zou het openbaar vervoer gratis gemaakt kunnen worden.
- er zou een oplossing gezocht kunnen worden voor werkzoekenden die in een regime van beperkte detentie (en elektronisch toezicht) zitten. Aangezien zij niet in aanmerking komen voor een leefloon, vormen opleidingskosten vaak een onoverkomelijke drempel.
- inkomens tot 12.500 euro worden door de fiscus vrijgesteld als ze volledig afkomstig zijn van een uitkering. Dat is niet het geval als het deels om een inkomen uit arbeid gaat, en dus worden sommige mensen fiscaal ontmoedigd om een job te aanvaarden. Hier zou een billijker regeling gevonden moeten worden.
- kinderopvang vormt uiteraard niet alleen een drempel om een opleiding te starten, maar ook om werk te aanvaarden. Als eerste stap zal de VDAB de federale kinderopvangtoeslag van 743 euro voor uitkeringsgerechtigde alleenstaande ouders die een job aanvaarden, intensiever promoten. Verder wordt onderzocht welke aspecten in de bestaande kinderopvang eenoudergezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar ervan weerhouden aan het werk te gaan (zoals bijvoorbeeld spreiding aanbod erkende opvang, prijszetting, opvang bij atypische uren).
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Dhr. Ward Verhaeghe, woordvoerder van minister Vandenbroucke
Tel: 02 552 68 00
GSM: 0476 60 02 15
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be
Mevr. Sara Vercauteren, woordvoerster van minister Van Brempt
Tel: 02 552 63 00
GSM: 0495 21 56 69
Email: persdienst.vanbrempt@vlaanderen.be