Datum 27 april 2007
Onderwerp Kamervragen van de leden Knops, Koopmans en
Omtzigt
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, de antwoorden op de
Kamervragen van de leden Knops, Koopmans en Omtzigt (allen CDA) over verkoop AZL.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. J.P.H. Donner)
Ons kenmerk AV/PB/2007/12613
2060710660
Vragen van de leden Knops, Koopmans en Omtzigt (alleen CDA) aan de ministers van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken over de verkoop van AZL (ingezonden
28 maart 2007).
1
Is het waar dat de stichting AZL haar deelneming "AZL NV" verkoopt en daarvoor 65
miljoen ontvangt?
Antwoord
Het klopt dat de stichting AZL haar deelneming in AZL NV voor 65 miljoen euro heeft
verkocht aan ING N.V.
2
Welke rol hebben de Nederlandse overheid, de werkgevers in de mijnbouwsector en de
vakbonden gehad bij de oprichting van AZL en de stichting AZL?
Antwoord
In 1966 hebben twee pensioenfondsen, het Algemeen Mijnwerkersfonds (AMF) en het
Beambtenfonds voor het mijnbedrijf (BMF), besloten tot nauwere samenwerking. Deze
fondsen werden bestuurd door werkgevers en werknemers. Ten behoeve van een
gemeenschappelijke uitvoering van alle administratieve taken hebben AMF en BMF in 1967
de Stichting Administratiekantoor Zuid Limburg (Stichting AZL) opgericht.
De beide mijnfondsen hebben bewust gekozen voor de stichtingsvorm omdat zij niet financieel
aansprakelijk gesteld wilden worden ingeval de stichting AZL in financiële problemen zou
geraken.
Uit het jaarverslag over 1967 blijkt ook dat de beide fondsen geen startkapitaal ter beschikking
hadden gesteld aan de Stichting AZL.
Bij de oprichting is overeengekomen dat de Stichting AZL (en later AZL NV) de
werkzaamheden voor de beide mijnfondsen tegen kostprijs zal uitvoeren. Dit is nu al 40 jaar
het geval en de afspraak wordt ook door ING voortgezet. Op basis van de huidige operationele
kosten berekening bespaart dit beide fondsen samen in 2006 een bedrag van circa 1 miljoen
euro per jaar. Dit betekent dat beide fondsen de afgelopen 40 jaar een besparing van miljoenen
gekend hebben. Er is nooit sprake geweest van overdracht van winst van de mijnfondsen naar
de Stichting AZL. Er heeft dus ook geen vorming van enig vermogen bij de Stichting uit dien
hoofde plaatsgevonden.
Het bestuur van de Stichting AZL besloot in 1993 voor andere pensioenfondsen te gaan
werken. Ten behoeve daarvan heeft de Stichting AZL een NV opgericht; AZL NV. De
Stichting AZL was tot de verkoop aan ING NV aandeelhouder van AZL NV. Pas vanaf dat
moment is er winst gemaakt. In totaal is AZL NV thans dienstverlenend aan 60
---
Ons kenmerk AV/PB/2007/12613
pensioenfondsen waarbij ongeveer 450.000 personen zijn betrokken, waarvan minder dan 10%
behoort tot de mijnfondsen.
Kort samengevat is de Stichting AZL opgericht door de besturen van AMF en BMF. Er was
geen eigendomsrelatie tussen de mijnfondsen en de Stichting AZL. Er was wel een
opdrachtgever-opdrachtnemer relatie, waarbij de diensten tegen kostprijs geleverd werden. De
Stichting AZL heeft vervolgens AZL NV opgericht. De overheid heeft hierbij geen enkele
bemoeienis gehad.
3.
Wie heeft het oorspronkelijk kapitaal verschaft aan de stichting AZL en AZL NV?
Antwoord
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven is er bij de oprichting van de Stichting
AZL geen startkapitaal verschaft door AMF en BMF. De Stichting AZL heeft geen vermogen
gevormd met de dienstverlenging voor AMF en BMF.
4.
Vindt u het redelijk en billijk dat de opbrengsten uit de verkoop van AZL NV op geen
enkele wijze ten goede lijken te komen aan de voormalig mijnwerkers, hun weduwen of
een herinnering aan het mijnverleden in Limburg?
Antwoord
Gelet op het bovenstaande ben ik van mening dat er geen directe relatie bestaat tussen de
opbrengst van de verkoop van AZL NV en beide mijnfondsen.
---