Nieuws
Samenstelling en werking bekend van mogelijk medicijn bij stopcodonziekten
In 2004 en 2005 hebben we op deze plaats al melding gemaakt van de
ontwikkeling van het experimenteel medicijn PTC 124. Deze stof zal
mogelijk van belang worden voor de behandeling van Duchenne patiënten
met een zogenaamde 'nonsense mutatie' (stopcodon mutatie) op het gen
dat codeert voor het eiwit dystrofine. Ongeveer 15% van alle Duchenne
patiënten heeft zo'n stopdcodon mutatie.
De rest heeft andere soorten genmutaties, waarop PTC124 niet kan
ingrijpen. Toch is PTC124 van breder belang. Het kan ook aangrijpen
bij andere erfelijke ziektes die veroorzaakt worden door een nonsense
mutatie. In dit verband wordt PTC 124 getest bij patiënten met
taaislijmziekte (cystic fibrosis). Ook hier geldt dat maar een deel
van de patiënten een stopcodon draagt. Het is goed dat er ook andere
wegen bewandeld worden om behandelingen te zoeken, die kansrijk zijn
voor een groter deel van de Duchenne populatie, b.v. exon-skipping
waar o.a. het Leidse bedrijf Prosensa mee bezig is.
Het bedrijf dat PTC maakt heeft onlangs, samen met twee universitaire
onderzoeksafdelingen, hun bevindingen gepubliceerd in het
vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Nature (on-line
publicatie 22 april 2007). De ontdekking van PTC124, de chemische
structuur en het werkingsmechanisme zijn nu bekendgemaakt. Het artikel
beschrijft ook het effect van PTC124 op gekweekte spiercellen van
muizen met een Duchenne-achtige aandoening (mdx-muizen). Daarnaast
laat het onderzoek zien dat PTC124 ook een hoopvol effect heeft op
spierfunctie in levende mdx-muizen. De farmacologische kenmerken- b.v.
het feit dat PTC124 oraal kan worden toegediend- wordt beschreven aan
de hand van de proeven in muizen.
Voorzover nu bekend lijkt PTC alleen in te grijpen op 'premature'
(ongewenste) stopcodons. Dat is maar goed ook want stopcodons zijn op
zich een normaal verschijnsel, wanneer ze aan het eind van een gen
liggen. Gentamicine, een antibioticum dat ook zorgt voor het 'negeren'
van stopcodons, lijkt minder specifiek te werken dan PTC124. Daarbij
kan langdurig gebruik van gentamicine schadelijke bijwerkingen geven.
Eerdere proeven met gentamicine als mogelijk medicijn voor de ziekte
van Duchenne waren uiteindelijk teleurstellend.
Het artikel in Nature is een belangrijke uitdieping over de werking
van PTC124 in modelsystemen. Toch moet er nog veel onderzocht worden
voordat vaststaat dat dit een veilig en effectief medicijn is. Al
enkele jaren lopen en klinische trials met PTC124, momenteel de fase 2
trials bij patiënten met taaislijmziekte en Duchenne spierdystrofie.
Op de website van PTC Pharmaceuticals worden de eerste, voorlopige
resultaten van de Duchenne trial uit oktober 2006 samengevat in het
Engels (http://www.ptcbio.com/3.1.1_generic_disorders.aspx). De
resultaten zijn vooralsnog gunstig maar pas in een volgende fase van
het onderzoek kan wetenschappelijk aangetoond worden of PTC124
werkelijk stabilisatie of verbetering geeft van Duchenne-gerelateerde
klachten. NRC Handelsblad heeft op 24 april jl. ook een artikel gewijd
aan PTC124.
27 april 2007
VSN - Lt. gen. van Heutszlaan 6 - 3743 JN Baarn tel: 035-5480480
Spierziekten Infolijn: 0900-5480480 - E-mail: vsn@vsn.nl - Postbank
1422400
Vereniging Spierziekten Nederland