INLIA
COA past uitvoering kinderbijstand aan 27/04/2007
De staatssecretaris van Justitie heeft het COA opgedragen niet langer
een identiteitsdocument te vragen aan (ouders van) rechtmatig
verblijvende minderjarigen die een aanvraag voor kinderbijstand doen.
Het COA kan zich beperken tot het vergelijken van de op het
aanvraagformulier ingevulde gegevens met de gegevens die de IND al
kent uit het dossier. Ook om documenten die de ouder-kind relatie
aantonen zal het COA niet meer vragen.
Alle ontvangen aanvragen, ook die over januari, februari en maart,
worden volgens de nieuwe richtlijn behandeld. Het aangepaste
aanvraagformulier is te downloaden van www.coa.nl en op te vragen bij
de helpdesk van het COA. Deze is op werkdagen van 9 tot 17 uur te
bereiken op het gratis telefoonnummer 0800-0201051.
Op 1 januari 2007 is de Rvb (Regeling verstrekkingen bepaalde
categorieën vreemdelingen) gewijzigd. Minderjarige vreemdelingen die
in 2006 recht op bijstand hadden gekregen op grond van de uitspraak
van de Centrale Raad van Beroep (d.d. 24/01/2006) kunnen nu ook een
beroep doen op de Rvb. Voor 1 januari werden deze uitkeringen op grond
van de Wet Werk en Bijstand (WWB) door de gemeentelijke sociale
diensten betaald. Sinds het COA deze taak overnam zijn er veel
problemen gemeld, o.a. door de rigide toepassing van de Wet op de
identificatieplicht door het COA. Wij hopen dat door de nieuwe
richtlijn van de staatssecretaris dit obstakel uit de weg is geruimd.
Hiermee zijn de problemen echter nog niet uit de lucht. Zo worden alle
aanvragen per kind separaat behandeld, dus ook van meerdere kinderen
uit één gezin. Dit leidt tot onnodige extra handelingen en
correspondentie of zelfs verschillende beslissingen in dezelfde
gezinssituatie. Verder vinden betalingen door het COA achteraf plaats,
waardoor nog steeds een gat bestaat ten opzichte van de gemeentelijke
uitkeringen. Bovendien moet voor iedere maand alles opnieuw worden
aangevraagd, wat een zware administratieve last oplevert voor de
rechthebbenden, maar ook voor hun hulpverleners en begeleiders.
Ten slotte: de rijksoverheid laat kinderen van niet-rechtmatig
verblijvende vreemdelingen ook nu nog met lege handen staan, ondanks
het feit dat het Verdrag voor de Rechten van het Kind geen enkel
onderscheid maakt tussen ouders met een legale of illegale
verblijfsstatus voor wat betreft de rechten die aan kinderen worden
toegekend. Gelukkig zijn steeds meer gemeenten in Nederland bereid
noodmaatregelen te treffen door bijv. speciale fondsen voor
kinderbijstand in te stellen. Ook de komende pardonregeling voor
oudewetters is voor steeds meer gemeenten aanleiding tijdelijke
voorzieningen te creëren.
(zie ook de eerdere berichten van 18/01/07, 28/12/06 en 16/06/06)