Rapport van de Raad van Advies over Bureau Onafhankelijke Risico-beoordeling van de VWA
27 april 2007 - kamerstuk
Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
VD. 2007/746 26 april 2007
onderwerp bijlagen
apport van de Raad van Advies over
R 1
Bureau Onafhankelijke Risico-
beoordeling van de VWA
Geachte Voorzitter,
Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling
Voedsel en Waren Autoriteit, doe ik u bijgaand toekomen de rapportage van de Raad van
Advies over 2006.
De Raad van Advies is op 12 september 2006 op grond van de Wet onafhankelijke
risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit ingesteld door de toenmalige minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De Raad van Advies heeft tot taak erop toe
te zien dat risicobeoordelingen, onderzoeken en daarmee verbonden adviezen van Bureau
Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) op onafhankelijke wijze tot
stand komen. Tevens bewaakt de Raad de wetenschappelijke kwaliteit van deze risico-
beoordelingen.
De Raad bestaat uit vijf prominente wetenschappers en is ingesteld voor een periode van
vier jaar.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit Ik ben verheugd te constateren dat de Raad van Advies tot de conclusie komt dat de in
Directie Voedselkwaliteit 2006 uitgebrachte onderzoeken, beoordelingen en adviezen van het Bureau Risico-
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73 beoordeling van de VWA voldoen aan de eisen van onafhankelijkheid en wetenschappe-
Postadres: Postbus 20401 lijke kwaliteit. Slechts bij één onderzoek is gebleken dat de wetenschappelijke kwaliteit
2500 EK 's-Gravenhage onvoldoende aanwezig was. Voor meer informatie verwijs ik u naar de bijgevoegde
Telefoon: 070 - 3786868 rapportage.
Fax: 070 - 3786100
Ik vertrouw erop dat het onafhankelijke Bureau Risicobeoordeling uitvoering zal geven
aan de aanbevelingen van de Raad van Advies. De Raad zal hier eveneens op toezien.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 april 2007 VD. 2007/746 2
Met de toezending van deze rapportage voldoe ik aan de aan mij door de wet opgelegde
verplichting om jaarlijks een rapportage van de Raad over het afgelopen kalenderjaar aan
de beide Kamers der Staten-Generaal te zenden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Rapportage van de Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling VWA
over 2006
---
Aan: de minister van LNV,
I.a.a. de minister van VWS
Geachte minister,
Hierbij bied ik u de rapportage aan van de Raad van Advies voor de onafhankelijke
risicobeoordeling VWA. De Raad heeft conform de artikelen 6 t/m 8 van de Wet
onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit (Staatsblad 2006 247)
onderzocht of de risicobeoordelingen, onderzoeken en daarmee verbonden adviezen van het
Bureau Risicobeoordeling van de VWA over het jaar 2006 voldoen aan de in artikel 6 van de
Wet genoemde criteria : onafhankelijkheid en de wetenschappelijke kwaliteit.
De Raad is tot de conclusie gekomen dat het onderzoek, de beoordeling en de advisering
voldoen aan de criteria van onafhankelijkheid en wetenschappelijke kwaliteit, op één
uitzondering na. Wel maakt de Raad van de gelegenheid gebruik om een aantal opmerkingen
te maken en adviezen te geven. Deze staan genoemd in het verslag.
De Raad is per 1 augustus 2006 ingesteld en heeft derhalve het genoegen u voor de eerste
maal haar rapportage aan te bieden. Wij vragen u deze rapportage conform artikel 9 lid 2 van
de Wet te doen toekomen aan de Staten-Generaal. De Raad wil u danken voor het in haar
gestelde vertrouwen en ziet zich zonder bericht uwerzijds van haar taak voor wat betreft 2006
ontheven.
Hoogachtend
Prof. dr. J.G.A.J. Hautvast.
voorzitter van de Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling VWA
Rapportage van de Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel
en Waren Autoriteit over 2006
De Raad van Advies voor de onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit
heeft conform de artikelen 6 t/m 8 van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en
Waren Autoriteit (Staatsblad 2006 247) onderzocht of de risicobeoordelingen, onderzoeken en
daarmee verbonden adviezen van het Bureau Risicobeoordeling van de VWA over het jaar
2006 voldoen aan de in artikel 6 van de Wet genoemde criteria : onafhankelijkheid en de
wetenschappelijke kwaliteit.
De Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling VWA is van oordeel dat
de in 2006 uitgebrachte onderzoeken, beoordelingen en adviezen van het Bureau
Risicobeoordeling van de VWA voldoen aan de eisen van onafhankelijkheid en
wetenschappelijke kwaliteit, op één uitzondering na. Dit betreft het onderzoek naar de
veiligheid van biologische producten, uit november 2006. De wetenschappelijke kwaliteit
was hierbij onvoldoende aanwezig.
De Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling VWA wil bij haar conclusie
nog de volgende opmerkingen maken en aanbevelingen geven.
Opmerkingen:
1. De kwaliteit van de adviezen is over het algemeen van een hoog niveau. In korte tijd is
hiermee een gestage productie met een hoge kwaliteit bereikt. Wel zijn er enkele
adviezen van mindere kwaliteit, zij het nog steeds voldoende, en is er één advies dat
niet aan de criteria van onafhankelijkheid en wetenschappelijke kwaliteit blijkt te
voldoen, namelijk het reeds genoemde onderzoek naar de veiligheid van biologische
producten.
2. De kwaliteit van de adviezen worden nog te weinig mede-beoordeeld door
onafhankelijke vakgenoten. Wel schakelt het Bureau Risicobeoordeling altijd
collega's in uit de eigen organisatie, maar deze kunnen niet worden aangemerkt als
onafhankelijke peer-reviewers.
3. Een aantal malen is een volledig onderzoek uitgevoerd waar had kunnen volstaan met
een weergave van de stand van zaken, aangevuld met het gevraagde specifieke
onderzoek.
4. De Raad heeft geconstateerd dat er geen criteria bestaan over de vraag wanneer een
advies wordt uitgebracht aan de minister(s) dan wel wanneer hiervan wordt afgezien.
Aanbevelingen
1. Nog te weinig maakt het Bureau Risicobeoordeling gebruik van internationale
onderzoeken en onderzoeksprogramma's. De Raad adviseert het Bureau om hierover
meer afstemming te zoeken.
2. De Raad constateert dat sommige adviezen van het Bureau Risicobeoordeling worden
aangemerkt als wetenschappelijke ondersteuning en niet worden gestuurd aan de
minister(s), maar aan de toezichtafdeling van de VWA of aan de departementen ten
behoeve van de beleidsvoorbereiding. Dit is alleen dan gerechtvaardigd indien
duidelijk is wat de criteria zijn waarop het Bureau Risicobeoordeling deze keuze
baseert. Deze criteria ontbreken vooralsnog. De Raad doet het Bureau de aanbeveling
deze criteria op te stellen
3. Voor het Bureau is voorzien in een vrij besteedbaar bedrag om met name ongevraagde
adviezen te kunnen geven. De Raad constateert dat dit bedrag in 2006 nog niet
volledig beschikbaar was en merkt hierbij op dat dit de onafhankelijke beoordeling en
advisering over risico's kan belemmeren.
Over de Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling VWA
De Raad is per 1 augustus 2006 opgericht. Ze is op 12 september 2006 officieel geïnstalleerd
door de minister van LNV en heeft sindsdien 3 maal vergaderd. In deze vergaderingen is
kennisgemaakt met de VWA en met het Bureau Risicobeoordeling en zijn de adviezen en
risicobeoordelingen over 2006 onderzocht. De Raad is ingesteld voor een periode van 4 jaar,
met de optie tot eenmalige verlenging. De Raad bestaat uit de volgende leden:
- prof. dr. J.G.A.J. Hautvast (voorzitter), emeritus hoogleraar te Wageningen
- prof. dr. ir. J. Dul, hoogleraar te Rotterdam
- prof. dr. F. van Knapen, hoogleraar te Utrecht
- prof. dr. I.M.C.M.Rietjens, hoogleraar te Wageningen
- prof. dr. C.A.J.Vlek, emeritus hoogleraar te Groningen
Een opgave van nevenfuncties in verband met mogelijke strijdige belangen is gepubliceerd in
de Staatscourant 31 van 13 februari 2007.
Over het Bureau Risicobeoordeling VWA
Het Bureau Risicobeoordeling van de VWA heeft in 2006 42 adviezen uitgebracht, waarvan 2
op het terrein van productveiligheid. 26 adviezen waren gericht aan de minister(s) van LNV
en/of VWS en 16 aan de toezichtafdeling van de VWA, dan wel aan de beleidsafdelingen van
beide ministeries. Beide soorten van adviezen zijn voor het publiek toegankelijk via de
website van de VWA. De Raad van Advies heeft beide soorten van adviezen beoordeeld.
Eerder is reeds opgemerkt dat de Raad heeft geconstateerd dat er geen criteria bestaan over de
vraag wanneer een advies wordt uitgebracht aan de minister(s) dan wel wanneer hiervan
wordt afgezien.
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit