Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

antwoorden op kamervragen

Bijvangst van bruinvissen

26 april 2007 - kamerstuk

Directie Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

5 april 2007
2060711490 Viss. 2007/1858 26 april 2007

onderwerp bijlagen

Bijvangst van bruinvissen

Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van mevrouw Ouwehand (PvdD) inzake bijvangst van bruinvissen.

Vraag 1:
Bent u bekend met de recente berichten over aan stukken gesneden bruinvissen die in toenemende getale worden aangetroffen op Nederlandse stranden?

Ik ben bekend met het feit dat er recent, evenals in voorgaande jaren, bruinvissen zijn gestrand aan de Nederlandse kustzone. Deze zijn vaker dan voorheen aan stukken gesneden.

Vraag 2:
Wat is uw mening over het feit dat wetenschappers aangeven dat deze mutilaties Ministerie van Landbouw, pogingen zijn om bewijslast van bijvangsten te verbergen? Bent u bereid om maatregelen Natuur en Voedselkwaliteit te treffen tegen deze praktijk van het stuksnijden van bruinvissen die als bijvangst worden Directie Visserij gevangen?
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage Het staat buiten kijf dat ik deze excessen zeer afkeur. Ook binnen de beroepsvisserij Telefoon: 070 - 3786868 worden deze excessen als zeer kwalijk gezien. Ik ben in gesprek met de beroepsvisserij en Fax: 070 - 3786100 onderzoekers om samen te bekijken welke type(n) visserij oorzaak van de bruinvis- strandingen van de afgelopen jaren zijn. Zodra de oorzaak is vastgesteld, kan gericht naar aanpassing van het visserijbeleid gekeken worden en naar mogelijkheden het individuele gedrag van vissers te veranderen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 26 april 2007 Viss. 2007/1858 2

Vraag 3:
Is het waar dat meer dan de helft van alle in Nederland aangespoelde bruinvissen door verdrinking in visnetten om het leven is gekomen?

Onderzoek dat in 2006 in opdracht van mij is uitgevoerd, heeft aangetoond dat van de representatieve steekproef meer dan 50% door verdrinking door bijvangst bij visserij is gestorven.

Vraag 4:
Kunt u aangeven hoeveel bruinvissen per jaar het slachtoffer worden van bijvangst door Nederlandse vissers?

In 2006 spoelden 520 dode bruinvissen aan op de Nederlandse stranden. Volgens het onderzoek zou dus meer dan de helft van deze dieren, visserij als doodsoorzaak hebben. Naast de oorzaakanalyse van het onderzoek in 2006 is er een keer eerder op mijn verzoek een dergelijk onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn vergelijkbaar maar daar moet bij worden aangetekend dat er sinds dat onderzoek a. een toename is van het aantal bruinvissen voor de Nederlandse kust, b. dat het aantal aangespoelde dieren per jaar met ongeveer 40% toeneemt en c. dat de aard en intensiteit van de (kust)visserij is veranderd. Of de oorzaak onder Nederlandse of buitenlandse vissers gezocht moet worden, is nog niet bekend.

Vraag 5:
Welke maatregelen heeft u tot nu toe genomen om bijvangst van bruinvissen door Nederlandse vissers te voorkomen? Bent u bereid om meer effectieve maatregelen te nemen?

LNV financiert drie onderzoeken naar optimalisatie van akoestische afschrikmiddelen (pingers) ten behoeve van het voorkomen van bijvangsten van zeezoogdieren in de `staandwantvisserij'. Aangezien de bruinvisstrandingen een Europees breed probleem zijn, ben ik voorstander van een Europees onderzoek naar bruinvisstrandingen en het voorkomen ervan in het kader van het Europese 7e kaderprogramma. Daar zijn zeer waarschijnlijk mogelijkheden voor.
Momenteel is er al een Europese plicht voor `staandwantvisserij' met vaartuigen boven de twaalf meter om gebruik te maken van pingers. Deze verplichting is in Nederlandse regelgeving geïmplementeerd.
Bovendien is er zoals gemeld een dialoog gaande tussen onderzoekers, beroepsvissers en LNV om de oorzaak van de strandingen scherper te krijgen en te spreken over mogelijke maatregelen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 26 april 2007 Viss. 2007/1858 3

Vraag 6:
Kunt u aangeven wat in het algemeen het percentage bijvangst is in verschillende visserijsectoren? Zo neen, bent u bereid opdracht te geven tot aanvullend onderzoek naar bijvangst in het algemeen door Nederlandse vissers?

In het kader van de Europese datacollectieverordening laat ik onderzoek naar discards en bijvangsten van bruinvissen uitvoeren. Ik zal daarnaast een "state of the art" rapportage laten maken over deze problematiek, waarin alle recente informatie bijeen wordt gebracht. Deze gaat dan in op de verschillende visserijen en meer specifiek op de Nederlandse visserij. Als dit onderzoek gereed is, zal ik het de Tweede Kamer aanbieden.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --