Nieuwe verklaring voor toename hart- en vaatziekten na menopauze
Stijging van het lichaamseigen afbraakproduct van eiwiten ADMA
(Asymmetrisch Dimethylarginine) is verantwoordelijk voor de toename
van hart- en vaatziekten bij vrouwen na de overgang. Een hogere ADMA
concentratie in het bloed zorgt ervoor dat bloedvaten minder goed
werken en daardoor neemt de kans op hart- en vaatziekten toe.
Oestrogenen verlagen de ADMA concentratie in het lichaam. In de
overgang daalt echter de oestrogeenproductie, waardoor een hogere
concentratie ADMA ontstaat en dus de kans op hart- en vaatziekten
toeneemt. Dit blijkt uit onderzoek van gynaecoloog in opleiding
Marieke Verhoeven, zij promoveerde op 19 april aan VU medisch centrum.
Met dit onderzoek is een nieuwe risicofactor gevonden van hart -en
vaatziekten bij vrouwen in de overgang.
Hart- en vaatziekten vormen de belangrijkste doodsoorzaak in de
Westerse wereld. Vrouwen voor de overgang hebben een lager risico op
hart- en vaatziekten dan mannen van dezelfde leeftijd, maar na de
menopauze neemt de kans op hart- en vaatziekten bij vrouwen snel toe.
Door de eierstokken geproduceerde hormonen (oestrogenen en
progesteron) spelen een rol bij de bescherming van jongere vrouwen
tegen hart- en vaatziekten. Toediening van oestrogenen aan vrouwen in
de overgangsjaren zou de kans op hart- en vaatziekten kunnen verlagen
door het verlagend effect op ADMA. Uit het onderzoek van Verhoeven
blijkt dat oestrogeen toediening in de vorm van een tablet beter werkt
op ADMA verlaging dan in spray- of pleistervorm.
Vrije Universiteit Amsterdam