abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
26 april 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGP/SPO/U.07.01072 2060711550
Onderwerp
kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Roemer (SP) over het
gebruik van oude treinen.
1. Wat is uw mening over het bericht dat een vervoerder niet alle treinen 's nachts
durft uit te schakelen in verband met de angst dat deze dan in de ochtend niet
meer willen starten?1
1. In het krantenartikel is sprake van tijdelijk materieel van Veolia. Dit materieel dat
ingezet wordt op de gedecentraliseerde Maaslijn (Nijmegen Roermond) rijdt naar
verwachting nog tot eind dit jaar. De exploitatie van het openbaar Vervoer tussen
Nijmegen en Roermond is een verantwoordelijkheid van de provincie Limburg. Ik
wil niet in de verantwoordelijkheid van de provincie en haar vervoerder treden.
2. Kunt u aangeven wat de gevolgen voor het milieu zijn van het stationair laten
draaien van deze motoren? Wat is uw mening hierover?
2. Nee, ik kan voor deze specifieke situatie niet aangeven wat de exacte gevolgen
zijn voor het milieu door stationair laten draaien van deze motoren. Voor het
gebruik van emplacementen worden door het bevoegd gezag afspraken over
milieu met de beheerder ProRail gemaakt. Deze afspraken resulteren uiteindelijk in
het afgeven van een milieuvergunning (Wm-vergunning) door bevoegd gezag aan
1 De Limburger, 3 april 2007
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGP/SPO/U.07.01072
ProRail. Aan deze afspraken is ProRail gehouden. ProRail toetst processen van
vervoerders aan de Wm-vergunning. Kortom: De Wm-vergunning is het kader,
daarbinnen kunnen vervoerders eigen keuzes maken.
3. Kunt u aangeven wat de gevolgen voor het milieu zijn van het aanlaten van de
kachel in de trein gedurende de nacht? Wat is uw mening hierover?
3. Nee, ik kan voor deze specifieke situatie niet exact aangeven wat de gevolgen zijn
voor het milieu door het aanlaten van de kachel in de trein gedurende de nacht.
Zoals bij antwoord 2 is aangegeven worden voor het gebruik van de
emplacementen door het bevoegd gezag afspraken over milieu met de beheerder
ProRail gemaakt.
4. Deelt u de mening dat het wenselijk zou zijn als steeds meer dieseltreinen
vervangen worden door elektrische treinen? Kunt u aangeven welke
mogelijkheden er zijn om de huidige spoorlijnen zonder bovenleiding te voorzien
van een bovenleiding en hoeveel de kosten hiervan bedragen?
4. Moderne dieselelektrische en -hydraulische treinen zijn niet (veel) minder
milieuvriendelijk dan elektrische treinen. De nog niet geëlektrificeerde baanvakken
worden bovendien minder intensief gebruikt, zodat het voordeel van het vervangen
van dieseltreinen door elektrische treinen ook maar heel erg beperkt is. Het voorzien
van een bovenleiding op baanvakken die nu nog niet voorzien zijn van een
bovenleiding is een miljoeneninvestering, die onverantwoord is.
5. Bent u bereid maatregelen te nemen om het spoorvervoer milieuvriendelijker te
maken? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?
5. Het spoor is al relatief milieuvriendelijk en er zijn diverse initiatieven ontplooid om
het nog milieuvriendelijker te maken. Op dit moment bestaat er reeds een
afspraak met een deel van de spoorsector over het efficiënter omgaan met
energie. In deze zogenaamde meerjarenafspraak zijn in 1999 door de toenmalige
minister ven Economische Zaken doelen gesteld met betrekking tot energie-
efficiency en het duurzaam inkopen van energie. De eerder geformuleerde doelen
ten aanzien van energie-efficiency zijn in 2005 zelfs naar boven bijgesteld.
NS heeft daarnaast, als grootverbruiker van energie in Nederland, op het NS-
symposium "het klimaatprobleem en de spoorsector: van goed naar beter" van
3 april 2007 de ambitie uitgesproken om ondanks de verwachte groei van het
spoorvervoer in 2020 20% minder C02 uit te stoten dan in 1990.
---
DGP/SPO/U.07.01072
Op het gebied van geluid is in 2002 gestart met het Innovatieprogramma geluid
(IPG), waarin onder andere het doel is om te komen tot meer oplossingen voor
geluidhinder. Tot op heden zijn bijvoorbeeld raildempers en akoestisch slijpen als
bronmaatregel door het IPG opgeleverd.
Op dit moment vind ik het derhalve niet noodzakelijk om aanvullende
maatregelen te nemen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat