Antwoorden op kamervragen over afschot van wilde zwijnen op Kroondomein Het Loo
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
28 maart 2007 2060710700
DN. 2007/877
24 april 2007
onderwerp bijlagen
Afschot van wilde zwijnen
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Thieme (PvdD) over het
beheer van de wilde zwijnenpopulatie op Kroondomein Het Loo.
1
Kent u het bericht1 waarin gemeld wordt dat er 6.000 zwijnen op de Veluwe geschoten
zouden moeten worden wegens een te groot voedselaanbod en de daaruit voortvloeiende
overpopulatie?
Ja.
2
Kunt u aangeven of u plannen heeft om verhoogd afschot van wilde zwijnen toe te staan,
in bijvoorbeeld het Kroondomein Het Loo? Zo ja, met welke aantallen?
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit De ontheffing is verleend voor zoveel wilde zwijnen als noodzakelijk is om het aantal
Directie Natuur dieren terug te brengen tot de na te streven mediane voorjaarsstand. De mediane
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401 voorjaarsstand is 240 dieren. Dat betekent dat jaarlijks zoveel dieren mogen worden
2500 EK 's-Gravenhage geschoten tot de mediane voorjaarsstand is bereikt. Over hoeveel dieren zijn geschoten,
Telefoon: 070 - 3786868 wordt jaarlijks achteraf verslag gedaan. Het afgelopen seizoen zijn dat er 121 geweest.
Fax: 070 - 3786100 Plannen om een verhoogd afschot toe te staan zijn er niet.
1 RTL Nieuws, 17 maart 2007, Wilde zwijnen hebben het te goed
(http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/)/components/actueel/rtlnieuws/2007/03_maart/17/bi
nnenland/0317_2000_teveel_zwijnen_op_veluwe.xml)
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
24 april 2007 DN. 2007/877 2
3
Kunt u aangeven op welke wijze gerapporteerd is over de effectiviteit van de 1-op-1
drukjacht, zoals tot nu toe is toegepast in het Kroondomein Het Loo? Kunt u de Kamer
inzage verschaffen in deze rapportering? Kunt u daarbij aangeven hoe vaak de 1-op-1
drukjacht op wilde zwijnen op Het Loo is toegepast, hoe effectief die was en of er sprake
was van niet in de vergunning voorziene neveneffecten op het gebied van diervriendelijk-
heid en populatiebeheer.
De zogenoemde één-op-één methode is op Kroondomein Het Loo niet toegepast. Er is
derhalve ook niet over gerapporteerd.
4
Kunt u aangeven of er een gebiedslimiet is gesteld aan de 1-op-1 drukjacht op wilde
zwijnen? Hoeveel jagers en drijvers kunnen met andere woorden wat u betreft tegelijk op
zwijnen jagen in het 10.000 ha grote kroondomein? Bent u bij het ontbreken van een
gebiedslimiet bereid die in te stellen? Zo neen, waarom niet?
Er is in de verleende ontheffing voor Kroondomein Het Loo geen gebiedslimiet voor de
één-op-één methode opgenomen. Er kan slechts door een beperkt aantal schutters van de
ontheffing gebruik worden gemaakt. Het is daarom niet mogelijk dat zich tegelijkertijd
ongewenst grote aantallen schutters en drijvers in het gebied ophouden. Als op
Kroondomein Het Loo wel gebruik zou zijn gemaakt van de één-op-één methode, zouden
slechts één geweerdrager en één drijver per circa 1000 ha tegelijkertijd in het terrein actief
zijn geweest. Ik acht het om die reden niet nodig om een gebiedslimiet te stellen.
5
Kent u het draagkrachtmodel voor wilde zwijnen van Alterra?2 Bent u bereid tot het
instellen van een grootschalige proef zonder afschot, zodat duidelijk wordt hoe volgens
een dergelijk draagkrachtmodel de populatie wilde zwijnen zich ontwikkelt over langere
tijd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Bedoeld draagkrachtmodel is zelfs nadrukkelijk meegewogen bij de afweging van de
ontheffingaanvraag. Op pagina 18 van het Alterra-rapport is een paragraaf (3.4)
opgenomen over op de consequenties van het niet voeren van een getalsmatig beheer.
De voortplantingsstrategie van wilde zwijnen is gebaseerd op het snel gebruikmaken van
kansen die zich in de natuur voordoen. Het gevolg is dat in een jaar met bovengemiddeld
veel natuurlijk voedsel de populatie zeer sterk toeneemt. Wanneer de normale voedsel-
situatie weer optreedt, kan zo'n grote populatie echter niet door het terrein gevoed
worden, waardoor massaal sterfte onder de wilde zwijnen zal optreden. Het draagkracht-
model van Alterra geeft dat ook aan en waarschuwt voor de ongewenste consequenties
van niet-getalsmatig beheer door middel van afschot. Ik ben daarom niet bereid tot het
instellen van een grootschalige proef zonder afschot.
2 Alterra-rapport 475, Ethische aspecten bij het beheer van wilde zwijnen
(http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport475.pdf)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
24 april 2007 DN. 2007/877 3
6
Bent u bereid tot het instellen van een totaalverbod op lok-, tel- en bijvoeren van wilde
zwijnen nu er aanhoudend berichten zijn over een groot natuurlijk voedselaanbod op de
Veluwe, en berichten over vermeende overpopulaties impliceren dat zwijnen heel wel
vindbaar zijn voor jagers en wildtellers?
Neen. Artikel 74a van de Flora- en faunawet verbiedt het bevorderen van de stand van
wilde zwijnen door middel van bijvoeren. De wet verbiedt niet het gebruik van lokvoer
teneinde tellingen te kunnen uitvoeren en afschot te kunnen realiseren, mits dat lokvoer
in zodanige hoeveelheden wordt aangewend dat het geen invloed heeft op de stand.
Ik ben niet bereid om een verbod op gebruik van lokvoer op te leggen, omdat een
dergelijk verbod verder gaat dan het verbod op bijvoeren, zoals dat in de wet is
opgenomen. Het ontbreekt mij bovendien aan de wettelijke middelen daartoe.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit