Verslag Informele Ecofin 20 en 21 april 2007
Ecofin
Financiering van de toekomst
Bij dit onderwerp staat de vraag centraal hoe de uitdagingen veroorzaakt door globalisering en
demografische veranderingen en de invloed daarvan op het belastingstelsel kunnen worden aangegaan.
Specifiek discussiëren de ministers over de volgende drie onderwerpen:
· Het 'bouwen' van `sociale bruggen' ter verbetering van de werkgelegenheid en
sociale insluiting
Op grond van een paper van het voorzitterschap wordt over `sociale bruggen' gesproken.
Hiermee wordt gedoeld op beleid dat helpt om `bruggen' te bouwen naar verhoogde
arbeidsparticipatie en deelname in de maatschappij.
De ministers onderstrepen dat demografische ontwikkelingen en globalisering noodzaken
tot beleid gericht op werkgelegenheid, hogere arbeidsmarktparticipatie en sociale
insluiting. Voortdurend investeren in menselijk kapitaal is hiervoor essentieel. Dergelijke
investeringen zijn mede noodzakelijk in het licht van de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën. Arbeidsmarktparticipatie leidt immers zowel tot een verbetering van
de inkomenspositie en sociale insluiting van betrokkenen als tot verbetering van de
overheidsfinanciën. Aan de uitgavenkant loopt dit via een vermindering van de uitgaven
aan sociale zekerheid, en aan de inkomstenkant door verbreding van groep die belasting
afdraagt. De ministers spreken hun interesse uit in het uitwisselen van ervaringen.
· Efficiëntie en effectiviteit van de overheidsuitgaven
Gezien de, in internationaal verband aanzienlijke omvang van de publieke sector in de EU
zijn efficiënte en effectieve overheidsuitgaven van groot belang om er in de wereldwijde
concurrentie geen nadeel van te ondervinden. Optimalisatie van overheidsuitgaven draagt
bijvoorbeeld bij aan het bereiken van de verplichtingen onder het Stabiliteit- en Groeipact
en helpt effecten van globalisering en demografische ontwikkelingen op te vangen. Weten
welk beleid werkt in welk land is een belang voor alle EU landen. Besproken wordt dat het
transparanter en inzichtelijker maken van succesvol beleid niet mogelijk is puur op basis
van een kwantitatieve onderbouwing. De ministers discussiëren derhalve over het nut van
prestatie indicatoren ten behoeve van een verbetering in de overheidsuitgaven. Zij geven
aan dat landen van elkaar kunnen leren, maar er is aanzienlijke terughoudendheid ten
aanzien van meer rapportageverplichtingen richting de EU. Ook decentralisatie en
privatisering komen aan bod als middelen om de efficiëntie en effectiviteit van
overheidsuitgaven te bevorderen.
Minister Bos geeft aan dat Nederland relatief lang ervaring heeft met VBTB (performance
based budgeting). De ervaringen zijn niet louter positief. Performance based budgeting
heeft een stijging van de administratieve lasten als gevolg, door een toename aan regels,
doelstellingen, verplichtingen en details. De relatie tussen inspanningen en resultaat blijft
echter vaak moeilijk te leggen of onduidelijk. Minister Bos geeft daarom aan dat minder in
dit geval meer kan blijken te zijn (`less is more'). Om toezicht te houden op effectiviteit en
efficiëntie is ex post evaluatie van belang. De ministers komen overeen om de
uitwisseling van ervaring op dit gebied te intensiveren en zullen dit onderwerp tijdens de
Ecofin van juni opnieuw bespreken.
· Stabiele en groeibevorderende overheidsinkomsten
In het licht van globalisering, vergrijzing en de toenemende mobiliteit van
productiefactoren is het van belang om duurzame en stabiele overheidsinkomsten veilig
te stellen ten behoeve van financiering van publieke goederen en om het niveau van
sociale protectie te kunnen handhaven.
Professor Rick van der Ploeg (European University Institute in Florence) leidt het
discussieonderwerp over stabiele en groeibevorderende overheidsinkomsten in met een
exposé over herverdeling en financiering van publieke overheidsuitgaven. Hij noemt drie
uitdagingen:
- Herverdeling tegen zo laag mogelijke kosten;
- Het behouden van de sociale welvaartsstaat terwijl het aantal gepensioneerden
de komende decennia verdubbelt;
- Vergroening van het belastingstelsel zonder werkgelegenheidsverlies of daling
van de inkomsten.
In de hierop volgende discussie komt onder andere aan bod dat landen nu nog vaak erg
weinig van elkaars belastingmaatregelen weten. De ministers komen overeen dat zij
informatie uit zullen wisselen betreffende huidige en toekomstige belastinghervormingen.
BTW fraude
De informele Ecofin spreekt over een optionele algemene verleggingregeling in de BTW. Een dergelijke
regeling heeft als doel het bestrijden van BTW fraude. BTW fraude is een door de lidstaten algemeen
erkend probleem. De discussie richt zich vooral op de potentiële invloed van de verleggingsregeling op de
interne markt, de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de verschuiving van de fraude naar
andere lidstaten. De Commissie zegt toe eind 2007 met een analyse hieromtrent te komen. Tevens zal zij
de mogelijkheden bekijken voor een algemene verleggingsregeling voor geïnteresseerde lidstaten op
experimentele basis. Twee lidstaten geven aan voorstander te zijn van de optionele algemene
verleggingsregeling. Een groot aantal lidstaten geeft aan geen voorstander te zijn van een dergelijke
regeling. Nederland acht op dit moment de invoering van een algemene verleggingsregeling niet
opportuun. De risico's van een dergelijke systeemwijziging zijn moeilijk in te schatten afgezet tegenover
de huidige stabiele belastingopbrengst in Nederland. Nederland zal zich echter niet verzetten tegen de
invoering van een optionele algemene verleggingsregeling in andere lidstaten, mits bij wijze
van tijdelijk experiment met een duidelijke monitoring en evaluatie.
De Ecofin zal in juni verder spreken over dit onderwerp.
Financiële marktstabiliteit en hedgefondsen
De ministers en bankpresidenten discussiëren over de huidige situatie van de financiële markten. Die is
positief doordat de gunstige economische ontwikkelingen bijdragen aan versterking van bankbalansen die
ook afzonderlijk de afgelopen jaren meer aandacht heeft gekregen. Alertheid blijft evenwel wenselijk,
mede in het licht van risico's gerelateerd aan mondiale onevenwichtigheden.
Vervolgens spreekt de Informele Ecofin over de rol van hedgefondsen in financiële markten. De ministers
zijn het eens dat hedgefondsen over het algemeen een positieve invloed hebben op efficiëntie en
stabiliteit van financiële markten en derhalve van belang zijn voor het functioneren van deze markten.
Niettemin zijn een beter begrip van de sector en waakzaamheid bij beleggers en autoriteiten bij het
inschatten van risico's aanbevelenswaardig, onder andere door te bezien of de huidige mate van
transparantie afdoende is. De ministers benadrukken de wenselijkheid van de zogenaamde `indirecte
toezicht aanpak', waarbij waarborging van prudent risicobeheer bij kredietverleners aan en deelnemers in
hedgefondsen marktdiscipline voor deze fondsen kan bevorderen. Een vrijwillige inspanning van
hedgefondsen met betrekking tot goed risicomanagement, voldoende transparantie en goede governance
wordt tevens wenselijk geacht.
Minister Bos geeft aan dat de discussie in Nederland breder is dan de invloed van hedgefondsen op de
financiële stabiliteit. De discussie in Nederland richt zich vooral op de enkele hedgefondsen die zich
profileren als activistische aandeelhouder bij beursgenoteerde ondernemingen en overnames door private
equity partijen van gevestigde ondernemingen. In de discussie leeft zorg over of het lange termijnbelang
van een ondermening voldoende wordt gewogen. Minister Bos bevestigt dat hedgefondsen en private
equity partijen over het algemeen een positief effect kunnen hebben op de werking van financiële
markten. Bij de discussie inzake deze investeerders in Nederland staan echter ook enkele zorgpunten
centraal.
De minister geeft aan dat de huidige discussie mede in het licht moet worden gezien van een groot aantal
inefficiënte overnames in de jaren tachtig en negentig. Ook speelt de in historisch perspectief lage rente
een belangrijke rol in de groei van de hedgefondsen en private equity sector. Het is derhalve de vraag of
de aan deze investeerders gerelateerde zorgpunten die momenteel in de aandacht staan een tijdelijk of
permanent fenomeen zullen blijken te zijn. Tevens zijn de hedgefondsen en private equity partijen die in
de aandacht staan niet per definitie representatief voor de gehele sector. Derhalve is een terughoudende
houding ten aanzien van regelgeving wenselijk.
Minister Bos geeft verder aan dat een goede balans wenselijk is tussen de belangen van aandeelhouders
en de (lange termijn) belangen van werknemers, het bedrijf zelf, de klanten, etcetera.
De minister geeft tot slot vier aandachtspunten aan:
1. Transparantie: het is nu vaak onduidelijk waar hedgefondsen hun geld vandaan halen en wat hun
intenties zijn;
2. `Empty voting': fondsen met een klein economisch belang kunnen soms grote invloed uitoefenen
door het stemrecht uit te oefenen op geleende aandelen;
3. Perverse beloningsprikkels: onder andere hoge beloningen die in het vooruitzicht worden gesteld
bij snelle verbetering van het rendement;
4. Notificatie: aandeelhouders moeten zichzelf bekend maken bij een aandelenbezit van vijf procent.
Er heerst momenteel een discussie of dit percentage wellicht zou moeten worden verlaagd. De
Commissie Frijns zal hierover advies uitbrengen.
Het adresseren van deze aandachtspunten zal de ene keer op nationaal de andere keer op Europees
niveau dienen te gebeuren. In Nederland kijkt momenteel de Commissie Frijns naar het onderwerp
aandeelhoudersactivisme en zal hierover eind mei advies uitbrengen aan het kabinet.
De Ecofin van mei zal verder spreken over dit onderwerp.
Financiële stabiliteitarrangementen
Naar aanleiding van de Ecofin in september 2006, spreekt de Informele Ecofin over het verder
ontwikkelen van EU-brede regelingen en afspraken voor financiële stabiliteit- en crisismanagement. De
ministers zijn het eens dat integratie van de financiële markten nieuwe uitdagingen ten gevolge heeft. Zij
spreken af dat onder het Portugees Voorzitterschap dit onderwerp verder behandeld zal worden.
---- --
Ministerie van Financiën