Persbericht
Amsterdam, 25 april 2007
Nederlanders positief over toneel
Liefst 68% van de Nederlanders denkt positief over toneel. Ze vinden dat toneel meerwaarde heeft, sfeervol, betekenisvol en aantrekkelijk is. Opmerkelijk is dat dit positieve imago niet alleen de overhand heeft bij toneelbezoekers maar ook bij degenen die nooit gaan. 29% beoordeelt toneel neutraal, slechts 3% zegt bij toneel een negatief gevoel te hebben.
Bezoekers vinden de toegangsprijzen betaalbaar, maar zeggen dat ze vaker zouden gaan als het toegangskaartje goedkoper zou zijn. Mensen die niet gaan, noemen de hoogte van de toegangsprijs als belangrijkste drempel. Het opmerkelijke is dat deze niet-bezoeker ¤ 17,87 over zegt te hebben voor een voorstelling, een bedrag dat hoger ligt dan de gemiddelde toegangsprijs voor een toneelvoorstelling in Nederland.
Dit zijn de meest opvallende uitkomsten van een imago-onderzoek naar toneel in Nederland. Het onderzoek werd verricht door Elsbeth Meijjer Cultuuronderzoeken in opdracht van Bureau Promotie Podiumkunsten en de veertien grote Nederlandse toneelgezelschappen. Theaters en Uitburo's verspreid over Nederland verleenden hun medewerking. Het doel was meer inzicht te krijgen in de beweegredenen, de smaak en het gedrag van toneelbezoekers en na te gaan wat mensen juist weerhoudt om toneelvoorstellingen te bezoeken.
Het overgrote deel van het toneelpubliek (ruim 80%) ziet één tot vier keer per jaar toneel, een kleine 10% bezoekt 5 tot 12 voorstellingen per jaar en de overige 10% gaat 13 keer of meer. Dat doen ze het meest met vrienden, familie of kennissen, op de tweede plaats staat de eigen partner. De mensen die veel gaan zijn vooral te vinden in de kleine huishoudens zonder kinderen: onder de 25 jaar of 50-plus, woonachtig in de grote steden. De bezoekfrequentie neemt toe naarmate het opleidingsniveau hoger is: de 'veelvraten' zijn vooral de hoger opgeleiden. Deze groep bezoekt ook regelmatig andere podiumkunsten, filmhuizen en musea.
Toneelbezoekers halen hun informatie nog steeds voornamelijk uit gedrukte media: seizoensbrochures en dagbladen, zowel landelijk, regionaal als huis-aan-huis. Daarnaast is mondreclame een belangrijke factor bij de beslissing om te gaan.
De meest genoemde reden waarom men kiest om te gaan is 'inhoud van het stuk', gevolgd door 'acteurs' en 'locatie waar de voorstelling te zien is'. De naam van de regisseur is het minst van belang bij het maken van een keuze. De motieven om een toneelvoorstelling te bezoeken zijn vooral sociaal van aard: voor 84% van de ondervraagden is het 'voor de gezelligheid' en 'een avondje uit', gevolgd door 'de sfeer in het theater'. Als derde noemt men het feit dat men graag iets verrassends mee wil maken.
De meest genoemde reden om niet te gaan is 'te duur', gevolgd door 'ik vind mezelf geen type voor toneel' of 'doe liever iets anders'. Sommigen van hen bezoeken helemaal geen podiumkunsten, zij gaan naar bioscopen, filmhuizen, clubs en pretparken. Anderen gaan wel naar podiumkunsten, maar niet naar toneel, ook zij bezoeken films en clubs, maar gaan ook naar shows, musicals, popconcerten en cabaret. De niet-bezoekers denken bij toneel geen ontspanning, amusement of gezelligheid met anderen te vinden.
----------------------------------------------------------------------------------Noot aan de redactie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bureau Promotie Podiumkunsten, Yolande Melsert: 020-5789200. Kijk ook op
Bureau Promotie Podiumkunsten
Funenpark 1
1018 AK Amsterdam
telefoon: 020 578 92 00
fax: 020 578 92 01
e-mail: