Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: 151 JA
Datum: 24 april 2007

Friese werkgelegenheid in de lift

In de periode 2003-2005 daalde in Fryslân de vraag naar personeel, maar tussen 1 april 2005 en 1 april 2006 is het aantal banen van minimaal 15 uur met ruim 2500 toegenomen . Dit is een stijging van 1,2%. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het Werkgelegenheidsregister Fryslân, een samenwerkingsverband van de provincie Fryslân en de Kamer van Koophandel. Doel van het register is het genereren van betrouwbare werkgelegenheidscijfers op gedetailleerd niveau. Nederland als geheel kent in dezelfde periode ook een herstel van de werkgelegenheid met een toename van 0,7%.

In het Noorden kent Fryslân de sterkste groei in het aantal banen van minimaal 15 uur. In Drenthe nam het aantal banen toe met 0,7% en in Groningen is sprake van een daling van 1% in de periode 2005-2006.

Landbouw stabiel, bouwsector trekt weer aan
In 9 van de 13 sectoren is sprake van een groeiende werkgelegenheid. De grootste groei heeft zich voorgedaan in de gezondheidszorg waar het aantal banen van minimaal 15 uur met ruim 700 is gestegen. Ook de sectoren zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid vertonen een sterke groei van de werkgelegenheid. Het aantal banen is hier met respectievelijk 535 en 490 toegenomen. Binnen de bouwsector is sprake van een trendbreuk: sinds 2002 kende de bouwsector een dalende werkgelegenheid. Cijfers van het CBS laten zien dat het aantal nieuw gebouwde woningen is toegenomen, wat van invloed zal zijn op de personeelsbestanden. Het aantal arbeidsplaatsen in de handel (+280), binnen het onderwijs (+325) en bij financiële instellingen (+235) is eveneens gegroeid. Net als in 2005 is het aantal banen bij de nutsbedrijven procentueel het sterkst gestegen met 12,4% (+170). Ook de horeca laat na jaren van daling weer een stijging zien in het aantal arbeidsplaatsen (+115).

Een daling van de werkgelegenheid heeft zich voorgedaan binnen de industrie (-380), vervoer/opslag/communicatie (-135) en bij het openbaar bestuur en overheid (-65). Het inkrimpen van de industrie gaat dus nog verder, zij het in mindere mate dan in de voorgaande jaren. Na jaren van een afnemende werkgelegenheid in de landbouw is het aantal banen van minimaal 15 uur in deze sector tussen 2005 en 2006 vrijwel gelijk gebleven.

Kleine banen (minder dan 15 uur)
Het aantal banen van minder dan 15 uur bedraagt op 1 april 2006 bijna 58.000. Ten opzichte van 2005 is het aantal kleine banen met ruim 700 toegenomen, een stijging van 1,3%. Landelijk nam het aantal kleine banen toe met 1,8%. De groei van het aantal kleine banen heeft zich vooral voorgedaan in de handel/reparatie (+315) en de landbouw/visserij (+355). Net als bij de fulltime en grotere deeltijdbanen is er binnen de sectoren industrie (-100), vervoer/opslag/communicatie (-90) en openbaarbestuur/overheid (-115) sprake van een daling van het aantal kleine banen.

Aantal banen bezet door mannen toegenomen na jaren van daling Sinds 2003 was er sprake van een dalend aantal arbeidsplaatsen. Het aantal banen bezet door vrouwen groeide echter wel, doordat de werkgelegenheid in met name de zorg en het onderwijs wel bleef stijgen. In 2006 is er voor het eerst sinds 2001 ook weer sprake van een groei van het aantal banen voor mannen. De toename van het aantal banen binnen de bouwnijverheid speelt hierin een niet onbelangrijke rol.

Van het totaal aantal banen van minimaal 15 uur in Fryslân wordt in 2006 62% door mannen bezet en 38% door vrouwen. Bij banen van minder dan 15 uur is deze verhouding omgekeerd, 69% van deze banen wordt vervuld door vrouwen.

Het aantal banen van minimaal 15 uur dat door vrouwen wordt bezet is met 2,1% (1675) gegroeid. Bij de mannen is sprake van een groei van 0,6% (850). Het aandeel van vrouwen in de Friese werkgelegenheid is in 2006 dan ook weer iets toegenomen.

In absolute aantallen is de toename van het aantal banen van minder dan 15 uur bij mannen en vrouwen nagenoeg even groot, beide kennen een toename van ruim 350. Relatief betekent dit een sterkere groei in het aantal kleine banen bezet door mannen (2%) dan door vrouwen (1%).

Groei in bijna iedere gemeente
In de periode 2004-2005 was er bij 20 gemeenten sprake van een daling van de werkgelegenheid. De periode 2005-2006 laat bij nog maar 6 gemeenten een daling zien- en is er bij 25 gemeenten sprake van een groei van het aantal arbeidsplaatsen. Relatief gezien was de groei het grootst in de gemeente Dantumadeel (+5,3%). De gemeenten Bolsward, Ferwerderadiel, Heerenveen, Het Bildt, Leeuwarderadeel en Vlieland kennen een groei tussen de 3 en 4%. Enkel in de gemeente Dongeradeel (-2,5%) is sprake van een daling van meer dan 2%. De vijf andere gemeenten met een daling, kennen een daling van rond de één procent: Gaasterlân-Sleat (-1,3%), Leeuwarden (-0,8%), Ooststellingwerf (-0,4%), Terschelling (-1,2%) en Wûnseradiel (-0,4%).

Kernzones: A7-zone groeit, Westergo-zone loopt achter Het aantal arbeidsplaatsen van minimaal 15 uur in de A7-zone is ten opzichte van 2005 met 1630 toegenomen. Relatief betekent dit een toename van 2,3%. Deze toename is voor een groot deel toe te schrijven aan de groeiende werkgelegenheid in de gemeenten Heerenveen (+550) en Smallingerland (+600). Maar ook de A7-zone gemeenten Sneek (+290), Skasterlân (+120) en Opsterland (+75) hadden een groei in het aantal arbeidsplaatsen. Evenals in 2005 is in de A7-zone sprake van een forse toename in de zakelijke dienstverlening (+480). De sectoren gezondheids- en welzijnszorg (+305), de bouwnijverheid (+200) en het onderwijs (+195) kennen eveneens een groei van het aantal arbeidsplaatsen.

Werkgelegenheidsgroei (banen >=15 uur) naar kernzone in %

|               |2002      |2003      |2004      |2005      |2006      |
|A7-zone        |1,6       |0,3       |0,8       |-0,2      |2,3       |
|Westergo zone  |1,5       |-0,9      |1,2       |-0,9      |-0,3      |
|Overig Fryslân |1,1       |-0,7      |-2.1      |-1,0      |1,3       |
|Fryslân totaal |1,4       |-0,4      |-0,2      |-0,7      |1,2       |
De Westergo-zone loopt in vergelijking met de rest van Fryslân achter met een klein verlies van 0,3% (170 banen). De gemeenten Franekeradeel, Harlingen en Menaldumadeel kennen ieder een kleine groei van minder dan 100 banen. Leeuwarden kent echter een verlies van ruim 400 banen. De sectoren met banenverlies zijn de industrie (-425), de zakelijke dienstverlening (-160) en vervoer/opslag/communicatie (-115). Het verlies van banen in de industrie komt voor rekening van een vijftal bedrijven. Net als vorig jaar kent de Westergo-zone een klein verlies binnen de zakelijke dienstverlening, terwijl deze sector provinciaal groeit. De sectoren financiële instellingen (+110) en gezondheids- en welzijnszorg (+140) en energie/waterleiding (+115) laten een groei zien van arbeidsplaatsen.

Aandeel kernzones in Friese werkgelegenheid (banen >=15 uur)
|             |2000   |2001   |2002   |2003   |2004   |2005   |2006   |
|A7-zone      |31,1   |31,6   |31,7   |31,9   |32,2   |32,4   |32,8   |
|Westergo zone|30,4   |30,7   |30,7   |30,6   |31,0   |30,9   |30,5   |
|Overig       |38,4   |37,7   |37,6   |37,5   |36,8   |36,7   |36,8   |
|Fryslân      |       |       |       |       |       |       |       |
|             |100    |100    |100    |100    |100    |100    |100    |
De A7-zone heeft zijn aandeel in de totale Friese werkgelegenheid in 2006 ten opzichte van 2005 weer iets vergroot van 32,4 naar 32,8%. De Westergo-zone zag zijn aandeel dalen van 30,9 naar 30,5%. Het belang van de Westergo-zone binnen de Friese werkgelegenheid is in 2006 nagenoeg gelijk als in 2000. De A7-zone pakt sinds 2000 ieder jaar een iets groter deel van de Friese werkgelegenheid. Per saldo is de concentratie van de werkgelegenheid in de kernzones in 2006 niet toegenomen.

Werkloosheid en prognose
In de periode 2005-2006 is naast een groeiende werkgelegenheid tevens sprake van een afnemende werkloosheid. Cijfers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) laten zien dat het percentage niet-werkende werkzoekenden (nww) in 2005 11% bedroeg en dat deze in 2006 gedaald was naar 9,8%. Ook landelijk is er sprake van een dalende werkloosheid. Volgens de Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning is de verwachting dat de werkloosheid nog verder zal dalen en dat de werkgelegenheid in de periode 2006-2007 verder zal groeien. Met de ontgroening en vergrijzing wordt er voor bepaalde sectoren personeelstekorten verwacht. Voor Fryslân gaat het vooral om tekorten aan technisch en agrarisch personeel.


-----------------------
In 2006 heeft er een opschoning van het vestigingenbestand plaatsgevonden. In navolging van de landelijke richtlijn zijn zogenaamd 'verdachte inschrijvingen' uit het bestand verwijderd. Het gaat hierbij om inschrijvingen, vaak gekoppeld aan een andere inschrijving, die enkel een financiële of juridische reden hebben. De werkgelegenheid die gekoppeld is aan deze inschrijvingen wordt in de regel al geteld bij een andere inschrijving van het bedrijf, waardoor er een dubbeltelling ontstaat. Deze inschrijvingen zijn uit het register verwijderd en de werkzame personen naar inzicht op de juiste vestigingen gezet dan wel verwijderd. Om een betrouwbare vergelijking met het voorgaande jaar te kunnen maken is dit met terugwerkende kracht ook voor het jaar 2005 gedaan. In de vergelijking van absolute aantallen zit dan ook een trendbreuk tussen 2004 en 2005. Op de ontwikkeling van de werkgelegenheid van jaar tot jaar heeft deze opschoning geen invloed.

Het werkgelegenheidsregister van Drenthe hanteert een leeftijdsgrens van minimaal 12 uur. Rijksuniversiteit Groningen


---- --