ChristenUnie
Vragen over de ondersteuning van het juridisch proces in Rwanda
Vragen over de ondersteuning van het juridisch proces in Rwanda
dinsdag 24 april 2007 12:48 Vragen van de leden Van Baalen en
Boekestijn (beiden VVD), Ferrier (CDA), Van Bommel en Irrgang (SP),
Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66) en Thieme (PvdD) aan de
ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking
over de ondersteuning van het juridisch proces in Rwanda.
1) Heeft u kennis genomen van het bericht "Rwandan Government asks
IJSD to Assess and Enhance Justice Sector" ?
2) Bent u van mening dat het voor het verzoeningsproces in Rwanda
essentieel is om na de sluiting van het International Criminal
Tribunal for Rwanda (ICTR) te Arusha, de resterende strafzaken tegen
daders van de Rwandese genocide van 1994 in Rwanda zelf voort te
zetten? Bent u voorts van mening dat een nauwkeurige overdracht van de
strafzaken van het ICTR naar het nationale Rwandese justitiële
apparaat een capaciteitsversterking van dit apparaat behoeft?
3) Welke criteria worden toegepast op de aan de ambassades
gedelegeerde fondsen ten aanzien van niet-gouvermentele organisaties
die landen ondersteuning bieden bij de hervorming van hun justitiële
apparaat?
4) Kunt u de Kamer inzicht geven in de wijze waarop door Nederland het
juridisch systeem in Rwanda (en in het Grote Merengebied meer in het
algemeen) versterkt wordt?
5) Hoe beoordeelt u de rol daarbij van het in Den Haag gevestigde IJSD
(Institute for Justice Sector Development), een organisatie die
uitgebreide ervaring heeft met het hervormen van de justitiële sector
van Bosnië-Hercegovina?
6) Is IJSD het type organisatie, waarop de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking in het programma Buitenhof van 22 april j.l.
doelde toen hij zei dat Nederland moest durven investeren in projecten
in postconflict-landen in Afrika?
7) Bent u bereid te onderzoeken hoe het werk van IJSD kan worden
voortgezet? Hoe wordt het verzoek van IJSD om financiële ondersteuning
ter zake door u beoordeeld?