Al 40 jaar kinderveiligheid bij Volvo
(4/25/2007)
Al in de jaren zestig besteedde Volvo aandacht aan de veiligheid van
kinderen in autoâs. Dit resulteerde in 1967 in baanbrekende
veiligheidsvoorzieningen. Die vormen nu nog steeds de basis voor de
filosofie die Volvo hanteert ten aanzien van veiligheid in het
algemeen en kindveiligheid in het bijzonder.
Veiligheidsdeskundigen van Volvo en verkeersorganisaties zijn ervan
overtuigd dat kleine kinderen omgekeerd in een auto behoren te zitten.
De uiterst realistische crashtests die aan deze bewering ten grondslag
liggen, wijzen telkens opnieuw uit dat een kind een betere kans heeft
een verkeersongeval zonder ernstig letsel te doorstaan als het
achterstevoren zit. Professor Bertil Aldman van de Zweedse
verkeersveiligheidsraad ontwierp in de jaren zestig het eerste
kinderzitje dat, met de rugleuning tegen het dashboard, op de
voorstoel was aan te brengen. Zijn ontwerp was universeel en paste dan
ook in vrijwel elke auto van die tijd. Op basis van dit stoeltje
ontwikkelde Volvo in nauwe samenwerking met professor Aldman een
compleet nieuw kinderzitje dat in veertig jaar geleden zijn opwachting
maakte in de showrooms van de Volvo-dealers.
Het omgekeerde kinderzitje
Het inventief ontworpen nieuwe kinderzitje was op de passagiersstoel
van de auto te bevestigen. Door de zitting los te schroeven en om te
draaien, ontstond de basis van het zitje. De rest bestond uit een
speciaal ontworpen en zacht gevoerde rugleuning met stevige riemen
voor de bevestiging en veiligheidsgordels voor het kind. De
belangrijkste functie van de rugleuning was dezelfde als van alle
andere kinderzitjes die later nog zouden volgen: het kind stevig op
zijn plaats houden en de krachten van een eventuele aanrijding zo
gelijkmatig mogelijk te verdelen. Bovendien bood dit kinderzitje al
bescherming bij een zijdelingse aanrijding. Rekening houdend met het
feit dat dit ontwerp dateert uit 1967, is hier dus echt sprake van
baanbrekend design- en denkwerk.
Voor jong en oud
Het stoeltje was in de eerste plaats bedoeld voor kinderen in de
leeftijd van een tot zeven jaar oud, en was, voor die tijd, bijzonder
praktisch in het gebruik. Zo was het zitje met enkele eenvoudige
handelingen in te klappen, zodat ook oudere kinderen en zelfs
volwassenen op de passagiersstoel konden zitten zonder eerst het
kinderzitje te verwijderen. Vanzelfsprekend bleef de functie van de
veiligheidsgordel daarbij intact. Wel deed Volvo de aanbeveling om de
passagiersstoel uit te rusten met een hoofdsteun, omdat de passagier
iets dichter bij de voorruit zat. Dit systeem was bedoeld voor de
destijds compleet nieuwe Volvo 144 en voor de Volvo Amazon vanaf
modeljaar â64/â65. Omdraaien van de zitting van de voorstoel was
bijzonder eenvoudig: vier bouten losdraaien en opnieuw vastdraaien was
voor de meeste mensen een klusje van enkele minuten. De uit robuust
aluminium vervaardigde rugleuning werd in 1967 opgenomen in de Volvo
Accessoires-catalogus en had destijds een kostprijs van 115 Zweedse
kronen (ongeveer 12,50 euro).
Vastberaden pioniers
Het is duidelijk dat de ontwikkelingen de afgelopen jaren snel zijn
gegaan, maar dezelfde principes zijn ook nu nog steeds van toepassing.
Een kinderzitje dat kleine kinderen tijdens het rijden goed beschermt,
is inmiddels wettelijk verplicht. Dat was in de jaren zestig zeker
niet het geval. Zelfs veiligheidsgordels waren in die tijd nog geen
gemeengoed. De achterbank werd ook zonder veiligheidsgordels beschouwd
als veilige zitplaats voorkinderen. Door de jarenlange inspanningen en
vastberadenheid van pioniers als Bertil Aldman en Volvo zijn sindsdien
ontelbare levens gered en zijn consumenten over de hele wereld zich
meer bewust geworden van het belang van veiligheid in het verkeer,
voor jong en oud.
AutoRai