European Union



IP/07/538

Brussel, 23 april 2007

Europese Commissie, EIB en negen lidstaten lanceren het Infrastructuurtrustfonds voor Afrika

Louis Michel, Europees commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp, de vertegenwoordigers van Oostenrijk, België, Spanje, Italië, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Griekenland en Philippe Maystadt, de voorzitter van de Europese Investeringsbank, ondertekenen vandaag een memorandum van overeenstemming inzake de oprichting van een trustfonds ter ondersteuning van de infrastructuur in Afrika. Het trustfonds is een financieel instrument in het kader van het Europees-Afrikaans infrastructuurpartnerschap, een van de pijlers van de nieuwe EU-strategie voor Afrika, die in december 2005 door de Europese Raad werd goedgekeurd. Tijdens de eerste fase (2006-2007) werd
87 miljoen euro vrijgemaakt uit de middelen van de Gemeenschap en de lidstaten. De EIB stelde 260 miljoen euro ter beschikking in de vorm van leningen.

Infrastructuur is cruciaal voor duurzame ontwikkeling, economische groei en armoedebestrijding in Afrika. Duurzame groei is niet mogelijk zonder een krachtig infrastructuurnetwerk op het gebied van vervoer, energie, water en informatie- en communicatietechnologie.

De huidige investeringen in infrastructuur in Afrika moeten naar schatting worden verdubbeld, met een eerste stijging van 8 miljard euro per jaar tussen nu en 2010, die oploopt naar 16 miljard euro gedurende de vijf jaar daarna. Daarvoor moeten niet alleen de subsidies voor ontwikkelingshulp worden verhoogd, maar moeten er ook doeltreffende leningstrategieën worden opgezet door de instellingen voor ontwikkelingsfinanciering en moet er particulier kapitaal worden gemobiliseerd.

De beperkte toegang tot vervoer, communicatie, water, riolering en energie vormt een grote belemmering voor de economische groei in Afrika. Om deze situatie te verbeteren, stelde de Commissie een Europees-Afrikaans infrastructuurpartnerschap voor waarmee de interconnectiviteit wordt verbeterd en de regionale integratie en de zuid-zuidhandel worden bevorderd.

De maatregelen in het kader van dit partnerschap zullen met verschillende instrumenten worden gefinancierd: (i) het Infrastructuurtrustfonds, (ii) de regionale en nationale portefeuilles van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en (iii) de intra-ACS-middelen.

De maatregelen omvatten investeringen in fysieke infrastructuur en de ontwikkeling en versterking van de institutionele capaciteit; daarbij komt steun voor de exploitatie van de infrastructuur en de ontwikkeling van diensten. Het trustfonds richt zich op grensoverschrijdende infrastructuur in Afrika, waarmee de regionale dimensie wordt versterkt.

Aan de ene kant zullen de Commissie en de EU-lidstaten subsidies verstrekken, aan de andere kant zullen de Europese Investeringsbank en de instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van de EU-lidstaten leningen verstrekken. Samen zullen zij een hefboomeffect creëren waarmee de omvang van de financiële middelen voor infrastructuur zal toenemen.

"Het trustfonds is een innovatief instrument waarmee de financiering voor infrastructuur aanzienlijk moet kunnen toenemen. De reactie van de lidstaten van de Europese Unie op dit initiatief was zeer positief", aldus Michel. Negen lidstaten hebben zich in de opstartfase aangesloten bij het trustfonds: Oostenrijk, België, Spanje, Italië, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Griekenland. In totaal wordt voor een bedrag van 87 miljoen euro aan subsidies aan het fonds bijgedragen, waarvan 60 miljoen euro door de Commissie.

Bij de selectie van de projecten zal rekening worden gehouden met de prioriteiten van de Afrikaanse Unie en het nieuwe partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika (NEPAD). Het trustfonds zal onder meer steun verlenen aan NEPAD-projecten zoals de waterkrachtcentrale FELOU (Senegal, Mali, Mauritanië), het onderzeese-kabelproject EASSY (Oost-Afrika).

Het trustfonds moet ook de zichtbaarheid van de Europese Unie in een belangrijke sector voor de ontwikkeling van Afrika vergroten. Het zal gebruik kunnen maken van de middelen die de lidstaten ter beschikking stellen in het kader van hun belofte in 2005 om de officiële ontwikkelingshulp (ODA) te verhogen. Het fonds zal worden beheerd volgens de beginselen van coördinatie, coherentie en complementariteit met andere donoracties in de sector.