Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 24 april 2007 2 Ons kenmerk Uw kenmerk DGW 2007-229 - Onderwerp
Negende Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier en Eindrapportage PKB-fase Ruimte voor de Rivier

Geachte voorzitter,

Het programma `Ruimte voor de Rivier' is op 15 mei 2001 door u aangewezen als groot project. Conform de procedureregeling Grote Projecten stuur ik u hierbij, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de negende voortgangsrapportage van het programma Ruimte voor de Rivier over de tweede helft van 2006.

Op 26 januari 2007 is de PKB Ruimte voor de Rivier officieel in werking getreden. Daarmee is een belangrijke fase, de PKB-fase, van het programma Ruimte voor de Rivier afgerond. Daarom is ook de opzet van de voortgangsrapportage aangepast. De nadruk in de nieuwe opzet ligt op de voortgang op riviertakniveau in plaats van op programmaniveau.

In het half jaar waarover in de negende voortgangsrapportage wordt gerapporteerd stond de besluitvorming over de PKB in de Tweede Kamer en de behandeling van en besluitvorming over de PKB in de Eerste Kamer centraal. Daarnaast is vooruitlopend op de officiële aanvang van de planstudiefase het nodige werk verzet bij de opbouw van de programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) en de zogenaamde koploperprojecten.

Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

DGW 2007-229

Om de afsluiting van de PKB-fase te markeren, stuur ik u ook een eindrapportage van de PKB-fase. Deze rapportage is in feite een korte samenvatting van de eerder toegezonden voortgangsrapportages.

Het schetst in kort bestek de belangrijkste activiteiten die zijn verricht om te komen tot de PKB Ruimte voor de Rivier. Belangrijkste constateringen in de Eindrapportage PKB- fase zijn:

· De doelstellingen en scope zijn gedurende de PKB-fase niet gewijzigd.
· Bij de start van het project was op de begroting van V&W 1,9 miljard euro gereserveerd (prijspeil 2001). De kosten voor de vastgestelde PKB bedragen 2,2 miljard euro (prijspeil 2005, met een onzekerheidsmarge van 37%).Via een motie van de Tweede Kamer (Van Lith/Boelhouwer) is een bedrag van 200 miljoen (prijspeil 2005) toegevoegd aan het begrotingsartikel voor Ruimte voor de Rivier. Door het kabinet is in 2005 verder besloten een verschil te laten bestaan van circa 100 miljoen tussen de raming en het beschikbare budget op de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Door het kabinet wordt ervan uitgegaan dat dit verschil kan worden weggenomen door middel van benutting van Europese subsidies en projectgebonden opbrengsten.

· De kosten voor het opstellen van de PKB zijn in 2001 op 37,5 miljoen euro geraamd. Deze kosten maken onderdeel uit van de totale kosten voor het programma Ruimte voor de Rivier. Rekeninghoudend met indexering is de projectorganisatie binnen de raming gebleven.

· Over de inschatting van de risico's kan worden gesteld dat deze gedurende de looptijd van het project zijn gewijzigd. In eerste instantie werden vooral risico's ingeschat die samenhangen met het opstellen van de PKB. In de eindfase van de PKB heeft de risico-inschatting vooral betrekking op risico's die kunnen optreden in de planstudie- en uitvoeringsfase.

· Het opstellen en vaststellen van de PKB Ruimte voor de Rivier heeft ruim een jaar langer geduurd dan gepland. Dit is veroorzaakt door extra tijd die nodig was: o om de benodigde basisinformatie te verzamelen om te komen van 600 maatregelen tot 5 alternatieven, noodzakelijk voor de Milieu Effect Rapportage (MER);.
o om financiële dekking te vinden voor het voorkeursalternatief (Basispakket);
o voor de parlementaire behandeling.
Het gevolg van een langere doorlooptijd van de PKB is dat dit de planning, die gericht is op afronding van de uitvoering in 2015 aanzienlijk onder druk zet. Toch wil ik vooralsnog vasthouden aan de einddatum, omdat het gewenst is om uiterlijk in 2015 te voldoen aan de wettelijke norm voor waterveiligheid in het rivierengebied.


---

DGW 2007-229

Ik hoop dat ik u met beide producten een goed beeld schets van de voortgang die is geboekt om een grote impuls te geven richting een vitaler en veiliger rivierengebied.

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

mw. J.C. Huizinga-Heringa


---