24.04.2007 / 12:39 / R
ubriek: Binnenland / Organisatie: Bureau a tot z
Bureau a tot z
Bureau A tot Z
Watertorenplein 2-B
1051 PA Amsterdam
+31 (0)20-684.77.81
Persbericht
10)24 april 2007
13)Slachtoffers 'Februaristaking' Curaçao herdacht
15)Willemstad, Curaçao. Op zondag 22 april heeft Mgr. Dr. Amado Römer,
Bisschop van Curaçao, de begraafplaats Kolebra Bèrdè te Willemstad
in ere hersteld en gezegend. Tijdens de ceremonie werd tevens een plaquette onthuld van
de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao. Daarmee werden vijftien
geëxecuteerde Chinezen van Nederlandse afkomst herdacht die 65 jaar geleden tijdens
de Tweede Wereldoorlog werden begraven op een ongewijde begraafplaats.
De Chinese stokers uit Rotterdam werden tijdens een staking begin 1942 vastgezet in
gevangenkamp Suffisant op Curaçao. Deze arbeiders van de Curaçaose
Scheepvaart Maatschappij (CSM), een dochteronderneming van de latere Shell
Curaçao, waren afkomstig van een aantal olietankers die ruwe olie uit Venezuela
vervoerden naar het Caribisch gebied. De olieraffinaderijen draaiden op topcapaciteit en
brachten grote economische bloei. Met behulp van de brandstof kon de geallieerde
oorlogsmachine mede in stand gehouden worden.
Ten gevolge van de olietransporten was de Caribische Zee tot oorlogsgebied verklaard.
Duitse duikboten torpedeerden regelmatig de tankers. De CSM-vloot telde meer dan duizend
bemanningsleden, waaronder circa vierhonderd Chinezen. Ten opzichte van de Nederlandse
bemanning werden de Chinese arbeiders minder goed behandeld. Er waren verscheidene malen
loonconflicten en ook voor hun veiligheid werd minder goed gezorgd. Zij gingen in
staking, evenals een aantal Nederlandse officieren.
Op 13 maart 1942 werden de stakende Chinezen opgeroepen voor het hoofdbureau van de
politie aan het Wilhelminaplein. Hun leiders werden gesommeerd om te gaan varen. Toen zij
dit weigerden, werd de groep overgeplaatst naar Suffisant. Ze stonden onder bewaking van
gewapende politieagenten en gewapende bewakers van de Curaçaose Petroleum
Industrie Maatschappij. Toen dezen door intimidatie trachten het verzet te breken,
ontstond oproer onder de stakenden. De bewakers openden vervolgens het vuur en twaalf
Chinezen werden direct doodgeschoten, drie overleden kort daarna en 44 raakten gewond.
De Curaçaose autoriteiten, onder leiding van gouverneur Wouters, werden door dit
voorval sterk in verlegenheid gebracht. Op 21 april 1942 werden de twaalf Chinese
slachtoffers snel en anoniem begraven op Kolebra Bèrdè, een ongewijde
begraafplaats voor misdadigers en criminelen. Het dossier over de exacte toedracht van de
Curaçaose 'Februaristaking' is nooit vrijgegeven en tijdens de parlementaire
enquête in 1948 over het Nederlands regeringsbeleid ten tijde van de WO II, is de
geschiedenis bewust niet nader onderzocht.
In april 2003 werd de begraafplaats voor de eerste maal gewijd door Mgr. Luis Secco,
bisschop van de Nederlandse Antillen en Aruba. Die ceremonie volgde op een
schoonmaakactie van de verwaarloosde en overwoekerde begraafplaats door de Stichting
Eerherstel Oorlogslachtoffers Curaçao (SEOC). Twee dagen geleden werd dan de
plaquette onthuld en Kolebra Bèrdè in ere hersteld. Bij deze plechtigheid
waren enkele prominenten aanwezig. Naast Mgr. Römer werd de ceremonie bijgewoond
door Wim van Lamoen, vakbondsleider, Charles Dorego, oud-ambtenaar van de Burgerlijke
Stand, Nizaar Makdoembaks, voorzitter SEOC en Junnes E. Sint Jago, die eerder een boek
schreef over het bloedbad in 1942. Aan de herdenking werd uitgebreid aandacht besteed
tijdens het achtuurjournaal van TeleCuraçao en door Aileen Looman van het
populaire ochtendprogramma Moru Bon Dia.