KPMG


Publieke sector neemt toenemende vergrijzing nog nauwelijks serieus

24 april 2007

24|04|07 - Dit blijkt uit de Vergrijzingsmonitor, een jaarlijks terugkerend onderzoek van Kluwer, KPMG en Randstad naar de vergrijzing in Nederland.

De publieke sector neemt de toenemende vergrijzing en de problemen die hiermee gepaard gaan noch nauwelijks serieus. Hoewel een meerderheid van de organisaties erkent dat de vergrijzing problemen met zich mee brengt die niet vanzelf overgaan, hebben de dreigende problemen als gevolg van vergrijzing nog nauwelijks een plek gekregen in de strategische beleidsplannen.

Maatregelen gericht op de toekomst worden op dit moment dan ook onvoldoende genomen. De problemen als gevolg van de vergrijzing spitsen zich met name toe op kennisverlies, het hebben en houden van voldoende medewerkers en de verstarring van organisaties als gevolg van beperkte doorstroommogelijkheden. Het probleem heeft bovendien nog geen duidelijke eigenaar. Het hoger management ziet de toenemende vergrijzing in het algemeen als een probleem van de personeelsafdeling, die op haar beurt naar het management verwijst.

Dit blijkt uit de Vergrijzingsmonitor, een jaarlijks terugkerend onderzoek van Kluwer, KPMG en Randstad naar de vergrijzing in Nederland. Toch wordt de vergrijzing niet alleen als probleem ervaren. De positieve kanten worden vooral gezien door de overheidsorganisaties die dienen af te slanken of een cultuurverandering willen realiseren. Zij zien in de vergrijzing vooral mogelijkheden om oudere medewerkers in te zetten als mentor/coach en om vers bloed te laten instromen.

Veel overheidsorganisaties hebben op dit moment nog geen probleem met het hebben en houden van voldoende personeel, maar verwachten dat wel te krijgen. Bijna 40% had in het afgelopen jaar al problemen met het vinden van voldoende personeel, maar 60% verwacht dat het in de komende periode steeds moeilijker wordt om voldoende geschikt personeel te krijgen. Bijna tweederde van de overheidorganisaties verwacht problemen te krijgen als gevolg van de vergrijzing van het personeelsbestand.

De grootste problemen die deze groep verwacht als gevolg van de vergrijzing zijn verlies van kennis (53%), de motivatie van oudere medewerkers (37%), de doorstroom van medewerkers (34%), de uitstroom van jongere medewerkers door het ontbreken van doorstroming in de organisatie (32%) en de veranderbereidheid van oudere medewerkers (31%). Veel overheidsorganisaties (41%) blijken te maken te hebben met oudere medewerkers die minder openstaan voor veranderingen. Dit komt vooral doordat de oudere medewerkers het geloof in het management hebben verloren. Ze hebben al veel veranderingen meegemaakt er zijn murw (68%) en veelal zijn ze moeilijk te overtuigen dat de veranderingen verbeteringen zijn (57%). Daarnaast tasten veranderingen opgebouwde verworvenheden aan (44%).

Hoewel door de vergrijzing strategische personeelsplanning onvermijdelijk zou moeten, legt 70% geen relatie met de strategie en de ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Bovendien voert slechts 13% een actief leeftijdsbewust personeelsbeleid. Verlies van kennis wordt door een merendeel als het grootste potentiële probleem gezien.

Desondanks is er nauwelijks sprake van kennismanagement. Slechts 20% van de organisaties heeft een goed werkend kennismanagementsysteem en ook kennisuitwisseling wordt niet gestimuleerd. Het ontsluiten van kennis voor anderen binnen de organisatie is volgens 40% van de organisaties niet eenvoudig. De kennis wordt te specifiek en gedetailleerd geacht om te ontsluiten. Bovendien vindt 45% het niet altijd duidelijk welke kennis op welke locatie is ondergebracht. Er wordt daarom veel op de oudere medewerkers gesteund zolang ze er nog zijn. Toch worden al veel maatregelen genomen om kennisoverdracht plaats te laten vinden.

De uitvoerende centrale overheid en het onderwijs zijn relatief verder in kennismanagement. De lokale overheid is het minst ver. Een meerderheid van de organisaties vindt dan ook dat meer gedaan moet worden om de inzetbaarheid van oudere medewerkers te verhogen. De meest genoemde oplossingsrichtingen op dit vlak zijn het tijdig zoeken naar alternatieve functies (62%), deeltijdpensioen (61%), loopbaangesprekken (45%) en het aanpassen van arbeidsomstandigheden (41%).

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039.

© 2007 KPMG Holding N.V., registered with the trade register in the Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability company and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.