Uitspraak vastgesteld d.d. 23 april 2007
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. C.J.E.M. Joosten, mw. mr. H.M.A.
van Meurs, prof. drs. E. van Thijn, drs. L.W. Verhagen, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L.F.
Egmond, plaatsvervangend secretaris.
K. Driehuis en J. van Dongen (`Zembla') / S. Berkeljon en H. Wansink
Uitspraak: gegrond
Door uitgeverij Augustus is een boek van de hand van Berkeljon en
Wansink uitgebracht, getiteld "De orkaan Ayaan - verslag van een
politieke carrière". In het hoofdstuk `Zembla' zijn is over Van Dongen
onder meer de volgende passage opgenomen: "Aan het eind van de
bijeenkomst is de sfeer gespannen. Van Dongen richt het woord tot de
Engelse journaliste. `I know something you don't know,' zegt hij
dreigend. Wat hij bedoelt, wil hij niet zeggen. (...) Ook zegt hij
tegen Hirsi Ali: `Het is eigenlijk jammer dat je mee wilde werken.'
Als zij had geweigerd op de beelden te reageren, was dat hem beter
uitgekomen."
Verder bevat het boek onder meer de volgende passage over Driehuis:
"Eindredacteur Kees Driehuis kwam na de uitzending binnen. `En, is het
hier nog gezellig?' vroeg hij. De persvoorlichter en de persoonlijk
assistent reageerden laconiek, waarop Driehuis `ontplofte'. `Dit kan
toch niet!' hoorden ze. `Ze heeft gelogen! Dit zal politieke
consequenties hebben! En die Neelie, die heeft banden met de maffia.
Wist zij dit? Wist zij dit?' Driehuis schreeuwde, verklaart zowel de
assistent van Hirsi Ali als de persvoorlichter."
Verweerders presenteren zich in hun boek als journalisten, werkzaam
bij de Volkskrant. Gezien de inhoud van het boek moet worden
geconcludeerd dat dit zodanig verband houdt met de beroepsuitoefening
van verweerders, dat sprake is van een journalistieke gedraging,
waarover de Raad bevoegd is te oordelen.
Aan de orde is de vraag of de citaten dermate ernstige beschuldigingen
inhouden, dat wederhoor plaats had dienen te vinden. Verweerders
hebben gesteld dat zij aan de citaten geen waardeoordelen hebben
verbonden. De Raad volgt dit standpunt niet. Door de wijze waarop de
citaten zijn gepresenteerd en bezien in hun context, wordt de lezer
weinig ruimte gelaten voor een andere conclusie dan dat de handelwijze
van klagers niet deugt. Deze suggestie tast de integriteit van klagers
als programmamakers van `Zembla' aan en is uitermate diffamerend.
Verweerders hadden derhalve niet tot publicatie behoren over te gaan
alvorens klagers in de gelegenheid te stellen daarop te reageren.
Niet is in het geding dat verweerders voorafgaand aan de publicatie
ten aanzien van de drie citaten geen wederhoor bij klagers hebben
toegepast. Van een bijzondere omstandigheid die dat zou kunnen
rechtvaardigen, is niet gebleken.
De Raad laat overigens in het midden of de citaten door klagers
daadwerkelijk zijn uitgesproken. Wat er ook zij van het feit dat Hirsi
Ali en drie bronnen verklaren dat zij deze opmerkingen door klagers
hebben horen maken, deze bronnen kunnen niet als onafhankelijke
bronnen worden gezien, nu zij allen min of meer aan elkaar gelieerd
zijn. Datzelfde geldt voor klagers, de cameraman en de geluidsman.
Relevant is dat de gewraakte citaten in het boek als feiten zijn
gepresenteerd, zonder dat de visie van verweerders op de
gebeurtenissen daartegenover is gezet en de lezer aldus geen
mogelijkheid is geboden zich daar een eigen genuanceerd oordeel over
te geven.
Verweerders hebben grenzen overschreden door de gewraakte citaten te
publiceren zoals zij hebben gedaan zonder wederhoor toe te passen.
(vgl. RvdJ 2007/6)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Aard van de publicatie: citaat
· Aard van het medium: boek
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/21
---
Uitspraken vastgesteld d.d. 16 april 2007
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. C.J.E.M. Joosten, mw. mr. H.M.A.
van Meurs, prof. drs. E. van Thijn, drs. L.W. Verhagen, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L.F.
Egmond, plaatsvervangend secretaris.
R.A. Verlinden en Platform Belangen van Consument (BeVaCo) / R. Didde
en de Volkskrant
Uitspraak: niet-ontvankelijk
Klagers maken bezwaar tegen het artikel "Voor pieren in de vinex is er
geen doorkomen aan". Kern van de klacht is dat het gewraakte artikel
alleen spreekt over het uitsijpelen van giftige stoffen als koper of
chroom en dat klagers hiermee bewust in het ongewisse worden gelaten
over gevaren en de massale toepassing en uitsijpelen van deze en
andere giftige kankerverwekkende stoffen, zoals arseen. Een dergelijke
klacht is van een dermate algemeen karakter dat niet kan worden gezegd
dat deze betrekking heeft op een bij het gewraakte artikel direct
betrokken belang van Verlinden.
Soms komt het voor dat bij een publicatie niet zo zeer een individueel
belang maar eerder een collectief belang in geding is. In dat geval
kan een klacht worden ingediend door een rechtspersoon die, blijkens
haar statuten, tot doel heeft de belangen van het desbetreffende
collectief te behartigen. Desgevraagd heeft Verlinden meegedeeld dat
het Platform niet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en
geen statuten heeft. Het Platform bestaat volgens Verlinden uit
privépersonen en personen die onder meer maatschappelijke organisaties
vertegenwoordigen. Kennelijk is geen sprake van een rechtspersoon met
een statutaire doelstelling als hiervoor bedoeld. Wat daar ook van
zij, niet is gebleken van omstandigheden die kunnen leiden tot het
oordeel dat een belang van het Platform direct betrokken is bij de
gewraakte publicatie en hij door de publicatie in zijn belang is
geraakt.
Klagers zijn derhalve niet-ontvankelijk in hun klacht. (vgl. RvdJ
2006/29)
Trefwoorden:
· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/19
Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten / Nieuwe Revu
Uitspraak: ongegrond
Op de omslag van Nieuwe Revu is een foto afgedrukt van Marianne
Thieme, met daaronder de tekst "Het verborgen leven van Marianne
Thieme - Ze is de baas van de Partij voor de Dieren, heeft contacten
met radicale activisten en is lid van een kerk die homo's haat. Een
onthullend portret". Het aangekondigde artikel is gepubliceerd onder
de kop "Uit naam van het dier" met het chapeau "Portret van Marianne
Thieme, boegbeeld van de Partij voor de Dieren." Het kerkgenootschap
is de op de omslag bedoelde kerk.
Het is begrijpelijk dat de tekst op de omslag klager onwelgevallig is,
maar dat is onvoldoende voor de conclusie dat verweerder daarmee
journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld. Het is immers
journalistiek gebruikelijk dat een artikel in de kop scherp wordt
aangezet. Daarmee worden alleen de grenzen van journalistieke
zorgvuldigheid overschreden als de kop geen enkele grond vindt in het
artikel.
Volgens de Raad gaat het om een grensgeval. De zinsnede 'een kerk die
homo's haat' is ontegenzeglijk een uitermate negatief geladen
parafrase van het standpunt van de Adventkerk ten aanzien van
homoseksualiteit, als geciteerd in het artikel. Het zou beter zijn
geweest als op de omslag een terughoudender omschrijving voor dat
standpunt zou zijn gebruikt. Bezien in samenhang met het artikel, is
die omissie niet van zodanige ernst dat verweerder daarmee grenzen
heeft overschreden. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de naam
van het kerkgenootschap niet op de omslag is vermeld en dat wederhoor
is toegepast bij de voorzitter van het kerkgenootschap, die zelf heeft
meegedeeld dat het kerkgenootschap de voorkeur geeft aan
heteroseksuele relaties. (vgl. RvdJ 2006/82 en RvdJ 2006/66)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, grievende, tendentieuze
berichtgeving
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/20
---
Raad voor de Journalistiek