Nieuw-Vlaamse Alliantie
Toerisme en recreatie hebben dringend meer ruimte nodig
(23/04/07)
Toerisme en recreatie zitten in Vlaanderen in een al te strak
ruimtelijk keurslijf. De erg beperkte oppervlakte die in het huidige
Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen was toegewezen aan toerisme en
recreatie, is zo goed als op. Vlaams minister van Toerisme Geert
Bourgeois trekt dan ook aan de alarmbel en vraagt in de herziening van
het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen veel meer ruimte voor
Toerisme en Recreactie. Wat hem betreft minstens 3000 ha, driemaal
zoveel als in het huidige structuurplan. Voor het recreatief
medegebruik vraagt de minister zon 18.000 ha.
Toerisme en recreatie zijn groeiende economische sectoren, met een
omzetcijfer van om en bij de 10 miljard euro. De sector
vertegenwoordigt 4% van de totale investeringen en zorgt voor 110 000
jobs of meer dan 5 procent van de totale tewerkstelling in Vlaanderen.
Bij de opmaak van het huidige Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen
werd deze sector stiefmoederlijk behandeld, met als gevolg dat we
vandaag in de problemen zitten. De voorziene oppervlakte is bijna
opgebruikt. Dat wil zeggen: geen uitbreidingen, geen regularisaties,
geen nieuwe toeristische initiatieven die bijkomende ruimte vragen. En
als overheid is het onze verantwoordelijkheid om deze groeisector de
kans te geven zich verder te ontwikkelen, vindt Bourgeois.
Om een gefundeerd voorstel voor een aangepaste ruimtebalans op tafel
te leggen, liet de minister een uitgebreide studie opmaken door het
onderzoeksbureau WES. Dat bracht in kaart hoeveel ruimte de sector
toerisme en recreatie vandaag inneemt, hoeveel hiervan in de juiste
zone ligt en wat de uitbreidingsbehoefte is. Op basis hiervan
formuleert de minister vandaag concrete vragen voor een nieuw
Ruimtelijk Structuurplan.
Wat betreft exclusief gereserveerde ruimte, ingekleurd als zone voor
toerisme en recreatie, is meer dan 3000 hectaren nodig. Dat is ruim
driemaal zoveel als waarin vandaag in het huidige ruimtelijke
structuurplan is voorzien. 2000 ha daarvan is nodig om de huidige
planologische bestemming maximaal af te stemmen op het feitelijke
gebruik, of met andere woorden, historisch gegroeide zonevreemde
situaties recht te zetten. Daar bovenop is volgens de berekeningen van
het WES 1.146 ha nodig om de sector te laten groeien. In totaal dus
3146 ha exclusief voor toerisme en recreatie. Dit is nog zonder de
ruimte die wordt gevraagd voor sportactiviteiten, wat op
bestemmingsplannen met dezelfde kleur wordt aangeduid.
Daarnaast heeft de sector nood aan mogelijkheden van medegebruik van
anders bestemde gebieden, zoals wandelbossen of plattelandslogies in
natuur- en agrarisch gebied. Het WES berekende deze benodigde ruimte
op zon 18.000 ha. Voorwaarde is dat het medegebruik ook effectief
mogelijk is: bijvoorbeeld vlot toegankelijke bos- en natuurgebieden
voor wandelaars en fietsers.
Op initiatief van Bourgeois werd de regelgeving met betrekking tot het
recreatieve medegebruik op het platteland al versoepeld. Zo kunnen
plattelandslogies nu dubbel zoveel kamers uitbaten, namelijk 8 in
plaats van 4. Daarnaast is er een oplossing in de maak voor
zonevreemde jeugdverblijfcentra op het platteland, waardoor deze
eindelijk de nodige vergunningen en dus ook verbouwingssubsidies
kunnen aanvragen. Ook financiert de toerismeminister een proefproject
voor het afbakenen van specifieke zones voor campings. Hiermee wil hij
weerwerk bieden tegen de bedreiging die de zogenaamde witte
vissershuisjes vormen voor de kustcampings.
Bourgeois bepleit ook dat in de toekomst de ruimtelijke plannen vanuit
concrete projecten en minder vanuit afgelijnde hokjes worden
opgesteld. Geen bestemmingsplanologie meer, maar wel
ontwikkelingsplanologie. Daarbij gaat de sector zelf met concrete
planvoorstellen samenzitten met ruimtelijke planologen en andere
sectoren, voor een geïntegreerde benadering.
Een goed voorbeeld daarvan is het project Waterdunen in Sluis dat de
minister vandaag bezocht. Daar wordt 300 hectare natuurgebied
ingericht met oog voor zowel natuur als recreatie. Een kampeerterrein
van 14 hectare verdwijnt er, maar tegelijk wordt er landinwaarts een
volledig nieuw toeristisch concept gerealiseerd, vier maal zo groot.
Bezoekers en recreanten kunnen genieten van wel 200 hectaren
natuurgebied. Een voorbeeld voor heel wat situaties in Vlaanderen,
aldus Bourgeois.
Auteur:
Vlaams Minister van Toerisme
Geert Bourgeois
Meer informatie:
Contactpersoon: Marijke Verboven
Telefoon: 02/552.70.89
E-post: persdienst.bourgeois@vlaanderen.be
Url: www.ministergeertbourgeois.be