abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
20 april 2007 6
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGP/WV/U.07.00567 -
Onderwerp
Netwerkaanpak
Geachte voorzitter,
Hierbij wil ik u, mede namens de staatssecretaris, graag informeren over de voortgang
van de netwerkaanpak. Onderdeel hiervan zijn de landelijke analyses spoor, weg en
regionaal OV. Zoals toegezegd door de toenmalige staatssecretaris tijdens het
Algemeen Overleg op 17 januari jl. zend ik u hierbij de plannen van aanpak voor deze
analyses.
Mijn ambtsvoorganger heeft u met de brief van 16 oktober 2006 geïnformeerd over
de uitkomsten van de netwerkanalyses en het beoogde vervolg hierop, de
zogenoemde netwerkaanpak. De in die brief geschetste lijn wil ik graag doorzetten in
deze kabinetsperiode.
Met de netwerkanalyses is vorig jaar een werkwijze ingezet waarbij rijk en regio samen
de verkeer- en vervoerproblemen van nu en de toekomst te lijf gaan. Om deze
positieve ontwikkeling vast te houden en verder uit te kunnen bouwen, wordt
toegewerkt naar een meer continue samenwerking. Centraal staat daarbij de per
gebied op te stellen samenwerkingsagenda, gericht op maatregelen en studies voor de
korte en (middel-) lange termijn. Daarnaast voert het Ministerie in overleg met de
regio's landelijke analyses voor het spoor, de (vaar)wegen en het regionaal OV uit.
Het accent ligt in deze brief op het proces van de netwerkaanpak, mede in relatie tot
het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) en het
Urgentieprogramma Randstad. Mijn inzet is erop gericht u aan het eind van het jaar
inhoudelijke resultaten te melden, als de landelijke analyses zijn afgerond.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGP/WV/U.07.00567
Samenwerkingsagenda's
Uitgangspunt van de netwerkaanpak is de verwachte ruimtelijke ontwikkeling van het
gebied, waarbij de verschillende vervoersmodaliteiten in samenhang worden bekeken.
Het doel is een voor de burger zo naadloos mogelijk verlopende vervoersketen van
deur tot deur. Dit doel kan alleen worden bereikt als regio en rijk echt samenwerken
en gezamenlijk het beste bereikbaarheidspakket voor het gebied vaststellen.
In de bestuurlijk overleggen in oktober 2006 is tussen het rijk en de verschillende
regio's afgesproken dat er op basis van de netwerkanalyses samenwerkingagenda's
worden opgesteld. Hierin wordt nader geconcretiseerd hoe de samenwerking verder
wordt gewaarborgd na de netwerkanalyses. Dit door acties en thema's te benoemen
en aan te geven wie wat wanneer doet. De voortgang van deze agenda's zal volgende
maand tijdens de bestuurlijk overleggen worden besproken.
Landelijke analyses
Om vanuit VenW een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de
bereikbaarheidsproblemen is eind 2006 gestart met drie landelijke analyses: spoor,
weg en regionaal OV. Voor de vaarwegen is deze analyse al eerder gestart en
inmiddels bijna afgerond. De analyses hebben als doel om in hun samenhang een
beter en scherper zicht te krijgen op waar precies de problemen zitten en welke
kansrijke verbeteringen mogelijk zijn. De analyses worden naar de modaliteiten
uitgevoerd, maar conclusies op basis van de analyses zullen nadrukkelijk in hun
samenhang worden getrokken. Daarbij zal ook naar andere relevante
beleidsontwikkelingen worden gekeken (de gevolgen van invoering van prijsbeleid, de
samenwerkingsagenda's en andere beleidsthema's zoals verbetering van
ketenmobiliteit). Ik ben voornemens uw Kamer daarover eind dit jaar een beleidsbrief
te sturen.
De landelijke analyses vormen een aanvulling en verdieping van de regionale
netwerkanalyses en de Nota Mobiliteit. Door gebruik te maken van onder meer betere
regionale inzichten en de meest recente cijfers over de toekomstige groei, kunnen de
beelden en onderliggende feiten en cijfers van de Nota Mobiliteit worden verdiept.
Hieronder worden de analyses kort toegelicht. In de bijlagen 1 t/m 3 zijn de drie
plannen van aanpak kort samengevat en geduid. De volledige plannen van aanpak
treft u aan in de bijlagen 4 t/m 6.
Landelijke capaciteitsanalyse weg
De landelijke capaciteitsanalyse voor de hoofdinfrastructuur weg vloeit voort uit de
Uitvoeringsagenda van de Nota Mobiliteit. Daarin is een update van de
knelpuntanalyse aangekondigd. Deze wordt geplaatst in het kader van de
netwerkaanpak.
De landelijke analyse moet, mede in relatie tot de in de bestuurlijke overleggen
gemaakte afspraken, leiden tot een verscherpt inzicht in de knelpunten en
oplossingsrichtingen. De landelijke capaciteitsanalyse geeft de mogelijkheid de meest
recente ruimtelijke, verkeerskundige, economische en demografische ontwikkelingen
---
DGP/WV/U.07.00567
en nieuwe inzichten, zoals de nieuwe WLO-scenario's, te verwerken. Dit biedt zicht op
de vraag naar bereikbaarheid in 2020.
Wanneer genoemde ontwikkelingen daar aanleiding toe geven, wordt bezien of
aanscherping van de ambitie en/of nadere differentiatie van de bereikbaarheidsnorm
uit de Nota Mobiliteit mogelijk of wenselijk is. De streefwaarden die in de Nota
Mobiliteit zijn opgenomen zijn daarbij uitgangspunt.
Doel van de landelijke capaciteitsanalyse weg is om bouwstenen te leveren voor de
nadere invulling van het MIRT voor de periode 2014 2020. Het resultaat van de
capaciteitsanalyse is een set van scenario's van maatregelen die de gewenste
bereikbaarheid over de weg kunnen realiseren, bestaande uit benutten, bouwen en
beprijzen en gecombineerd met maatregelen voor spoor/OV. Deze scenario's worden
uitgewerkt in een investeringspakket benutten en bouwen. Daarmee wordt invulling
gegeven aan het Coalitieakkoord, waarin verbreding van belangrijke wegcorridors en
de aanleg van een beperkt aantal schakels is aangekondigd.
De landelijke capaciteitsanalyse weg richt zich op het hoofdwegennet. De
wisselwerking met het onderliggend wegennet wordt in de analyse betrokken. De
analyse heeft als horizon de jaren 2012 en 2020 en bevat tevens een doorkijk naar de
jaren 2020 en 2030. Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij de uitwerking van de
samenwerkingsagenda's als vervolg van de netwerkanalyses. Informatie uit de
regionale netwerkanalyses, zoals vastgestelde plannen van regionale overheden,
worden zoveel mogelijk verwerkt in de landelijke analyse.
Landelijke markt- en capaciteitsanalyse spoor
Het doel van de landelijke markt- en capaciteitsanalyse spoor is inzicht geven in de
kansen en mogelijkheden voor een kwaliteitssprong voor de treinreiziger in zijn
reisketen van deur tot deur. Tevens moet deze analyse zicht bieden op de kansen en
mogelijkheden om bij een kwaliteitssprong voor de treinreiziger de verwachte groei
van het goederenvervoer te kunnen blijven accommoderen in termen van kwantiteit
en kwaliteit.
Met een kwaliteitssprong wordt een significante kwaliteitsverbetering bedoeld, zoals
verwoord in de Nota Mobiliteit: hoge frequenties ofwel `spoorboekloos rijden' op de
drukste lijnen in de brede Randstad en maatwerk / optimale reistijd over de gehele
keten in de overige landsdelen.
De analyse neemt de bevindingen uit eerdere trajecten als vertrekpunt en is vooral
gericht op verschillen tussen eerdere marktprognoses, het beantwoorden van nog
openstaande vragen en het invullen van blinde vlekken. Eerdere trajecten zijn onder
andere de elf netwerkanalyses, de netwerkanalyse Spoor van de spoorsector en de
debatten van afgelopen jaar over de dienstregeling 2007.
In het Coalitieakkoord is voor het OV per spoor een ambitie opgenomen van 5% groei
per jaar. Daarnaast wordt gestreefd naar verhoging van treinfrequenties in en om de
---
DGP/WV/U.07.00567
grote steden. De landelijke markt- en capaciteitsanalyse spoor zal - met de Nota
Mobiliteit als leidraad - inzicht bieden in effectieve maatregelen op korte en op
langere termijn om invulling te kunnen geven aan deze ambities. De analyse zal tevens
ingaan op de marktontwikkelingen voor de langere termijn.
Landelijke markt- en capaciteitsanalyse regionaal OV
Om in het vervolg van de netwerkanalyses het regionaal OV beter mee te kunnen
nemen en tot een intermodale deur-tot-deur aanpak te komen, wil VenW samen met
de decentrale overheden optrekken. Inzet is op basis van een gedegen analyse te
komen tot een samenhangend pakket aan maatregelen voor een integraal OV-
systeem als serieus mobiliteitsalternatief. Daartoe wordt een landelijke markt- en
capaciteitsanalyse voor regionaal OV (in relatie tot de bovengenoemde analyses voor
spoor en weg) uitgevoerd. Het resultaat hiervan is een landelijk kwaliteitsbeeld voor
gebiedsgerichte opgaven en oplossingen (op basis van typologieën) waarmee het
inzicht in de mogelijkheden van het regionaal OV in termen van kwaliteit, snelheid en
betrouwbaarheid en gedifferentieerd naar tijd, plaats en doelgroep wordt verdiept.
Daarnaast worden - naar behoefte en in samenwerking tussen regio en rijk- regionale
OV-analyses uitgevoerd, waarbij onder andere tariefdifferentiatie aan de orde kan
komen, met al dan niet vormen van gratis OV. De regionale OV-analyses kunnen de
netwerkanalyses verder invullen. Op basis van de landelijke en regionale analyses
kunnen vanaf eind 2007 afspraken gemaakt worden over gewenste maatregelen.
Landelijke markt en capaciteitsanalyse vaarwegen
Voor de vaarwegen geldt dat de landelijke markt en capaciteitsanalyse zich in een
afrondende fase bevindt. Uit deze analyse is duidelijk geworden dat de
goederenvervoermarkt behoefte heeft aan het oplossen van knelpunten in de
goederenvervoerketen. Het is de uitdaging om hierbij de zwakste onderdelen in de
keten het eerst aan te pakken. Zwakke onderdelen zijn op dit moment de
toekomstbestendigheid van de binnenhavens en inefficiënties in de logistieke keten
van het containertransport (zoals de lange wachttijden in de zeehavens). Uiterlijk in
juni 2007 zal de staatssecretaris een nota naar de Tweede Kamer sturen met
beleidsvoorstellen om iets aan deze zwakke onderdelen te doen. In het
Coalitieakkoord is onderstreept dat dit kabinet de kansen voor goederenvervoer over
water en innovatie van de binnenvaart wil benutten.
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) en
Urgentieprogramma Randstad
In het Coalitieakkoord is aangegeven dat er in plaats van een MIT een MIRT komt.
Het kabinet heeft deze uitdaging voortvarend en enthousiast opgepakt. De
departementen van VROM, VenW, LNV en EZ werken gezamenlijk aan een
samenhangend ruimtelijk-economisch investeringsprogramma. Een programma dat
gaat over fysieke rijksprojecten in de domeinen infrastructuur, water, ruimte,
economie en ecologie. Dit programma wordt al dit jaar gepresenteerd in een eerste
MIRT Projectenboek. Dit vereist een forse ingreep op het al lopende proces voor wat
betreft de totstandkoming van de komende begrotingen en het "oude" MIT.
---
DGP/WV/U.07.00567
Bovenop deze forse inspanning voor de korte termijn wordt eind van dit jaar door
VROM, VenW, LNV en EZ gestart met het uitwerken van gezamenlijke spelregels voor
afweging en besluitvorming in het totale ruimtelijk-economische domein.
De relatie tussen de Netwerkaanpak en het op te stellen MIRT, en het eveneens in het
Coalitieakkoord aangekondigde Urgentieprogramma Randstad is logisch en essentieel.
Momenteel wordt hard gewerkt aan de invulling en organisatie van het
Urgentieprogramma. Ik verwacht u daarover in juni nader te kunnen informeren, in
relatie tot het `honderd-dagen beleidsprogramma' van dit kabinet.
Bestuurlijk overleg.
Het kabinet wil het beleid voorbereiden in goed overleg met andere bestuurlijke en
maatschappelijke partijen. Een belangrijke stap in dit proces is de bestuurlijke overleg-
ronde in mei. Deze zal door mij onder meer worden benut voor de opbouw van de
beleidsagenda van dit kabinet.
Tijdens de bestuurlijke overleggen in oktober 2006 is door mijn voorganger
afgesproken om met alle regio's in 2007 tenminste twee maal bestuurlijk overleg te
voeren over de netwerkaanpak. In de eerste helft van 2007 ligt de nadruk op de
voortgang van de samenwerkingsagenda's en de hoofdlijnen van de beleidsagenda
van dit kabinet. Tevens zal de stand van zaken van de landelijke thema's en de stand
van zaken van de provinciale en regionale verkeer- en vervoerplannen worden
besproken. In de tweede helft van 2007 ligt de nadruk op de dan beschikbare
resultaten van de landelijke thema's, de toevoegingen aan de samenwerkingsagenda,
het MIRT 2008 en de relatie met de beleidsagenda van dit kabinet.
Beleidsbrief
Na de bestuurlijke overlegronde in mei zal ik u informeren over de resultaten daarvan.
Op Prinsjesdag zal vervolgens het eerste MIRT verschijnen. Tevens ontvangt u dan
een voortgangsrapportage van de implementatie van de Nota Mobiliteit en de
Nationale Mobiliteitsmonitor.
Daarnaast ben ik voornemens u dit jaar een beleidsbrief te sturen. Deze brief zal de
voorgenomen beleidsmatige conclusies en besluiten bevatten, geformuleerd op basis
van de dan beschikbare uitkomsten van de landelijke analyses, de regionale
samenwerkingsagenda's en de bestuurlijke gesprekken daarover. Mijn voornemen is
daarmee een heldere en concrete beleidsagenda voor deze kabinetsperiode neer te
leggen. De concrete invulling van de extra middelen uit het coalitieakkoord is
eveneens onderdeel van de beleidsbrief.
---
DGP/WV/U.07.00567
Tot slot
De hiervoor geschetste aanpak gaat uit van een groeitraject. Het einddoel is te komen
tot een meer gebiedsgericht beleid en investeringsprogramma, dat tot nog betere
antwoorden leidt op de inhoudelijke uitdaging waar regio en rijk gezamenlijk voor
staan in het ruimtelijke en verkeer- en vervoerbeleid.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
DGP/WV/U.07.00567
Bijlage 1: Samenvatting Plan van aanpak Landelijke Capaciteitsanalyse Wegen
Doel
Doel van het project is om bouwstenen te leveren voor de nadere invulling van het
MIRT voor de periode 2015 2020, op basis van de meest recente ruimtelijke,
verkeerskundige, economische en demografische ontwikkelingen. Het resultaat van de
analyse is scenario's van maatregelen die de gewenste bereikbaarheid over de weg
kunnen realiseren.
Daarnaast wordt er een beleidskader ontwikkeld. In de Nota Mobiliteit is de
beleidsvisie en strategie vastgelegd voor bereikbaarheid over de weg voor de komende
jaren. In het kader van de landelijke capaciteitsanalyse wordt de beleidsvisie nog eens
geëxpliciteerd en gekeken op welke punten er behoefte is aan nadere onderbouwing
en uitwerking. Wanneer ruimtelijke, economische of verkeerskundige ontwikkelingen
daar aanleiding voor geven, wordt bezien of aanscherping van de ambitie en/of
nadere differentiatie van de bereikbaarheidsnorm mogelijk of wenselijk is. De
streefwaarden uit de Nota Mobiliteit zijn hierbij uitgangspunt.
In de afstemming met de andere thema's respectievelijk de gebiedsgerichte aanpak
binnen de netwerkaanpak zal vooral gekeken worden naar de mogelijkheden om de
reistijd van-deur-to-deur te optimaliseren door het verbeteren van de keten en de
overstap tussen modaliteiten.
Aanleiding
Directe aaneleiding voor de landelijke capaciteitsanalyse wegen is de actualisering van
de knelpuntenanalyse uit de Nota Mobiliteit. In de Uitvoeringsagenda van de Nota
Mobiliteit is toegezegd om deze analyse tweejaarlijks te herijken. De analyse wordt
echter breder opgepakt en gekoppeld aan de Netwerkaanpak. Nieuw is bovendien dat
de landelijke capaciteitsanalyse wegen tevens een analyse van de N-rijkswegen omvat.
Aanpak
Bijgaand Plan van Aanpak beschrijft de te volgen werkwijze om tot het eindresultaat
te komen. Gekozen is voor een compact Plan van Aanpak zodat er snel gestart kon
worden met de onderzoeksactiviteiten. In december 2006 is een start gemaakt met de
uitvoering van de onderzoeksactiviteiten. Belangrijkste activiteiten tot nu toe zijn
vooral methodologisch en onderzoekstechnisch van aard, zoals het ijken van de
sociaal-economische input van de WLO-scenario's, het voorbereiden van de
modelruns en het organiseren en uitvoeren van metingen op de N-rijkswegen.
Keuzes die aan de orde zijn worden in de vorm van dilemma's geinventariseerd. Te
denken valt aan dilemma's als:
- investeren in stedelijke netwerken versus investeren in corridors;
- wel/geen differentiatie in kwaliteitsnormen naar verkeersstromen of gebieden;
- wel/geen onderscheid tussen reismotieven en afstanden.
De geïnventariseerde dilemma's worden in april besproken met maatschappelijke
organisaties, belangenorganisaties, georganiseerd bedrijfsleven, kennisinstuten en
experts. Deze workshop is de eerste in een serie van vier. Met de decentrale
overheden zal nog voor de bestuurlijke overleggen in mei gesproken worden over de
---
DGP/WV/U.07.00567
analyse. Tevens kan dan de relatie met de netwerkanalyses en de
samenwerkingsagenda's vorm krijgen. Verder zijn workshops met relevante partijen
voorzien in juni (kort na de bestuurlijke overleggen) en september (ter voorbereiding
op de bestuurlijke overleggen in oktober/november).
Ter illustratie van de deur-tot-deur bereikbaarheid zal op een belangrijke corridor
geanalyseerd worden welke wisselwerking er is tussen de weg (hoofdwegennet en
onderliggend wegennet), het spoor en het regionaal openbaar vervoer is. In deze
deelanalyse zal de koppeling met de netwerkanalyses en samenwerkingsagenda's
nadrukkelijk worden gelegd.
Planning
- in mei 2007 is een tussenrapportage beschikbaar, gericht op de Bestuurlijke
Overleggen in het kader van de netwerkaanpak;
- in november 2007 is het eindrapport gereed, gericht op de beleidsbrief.
Het gehele plan van aanpak treft u aan in bijlage 4.
---
DGP/WV/U.07.00567
Bijlage 2: Samenvatting Plan van aanpak Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse
Spoor
Doel
Centrale doel van de LMCA Spoor: inzicht geven in kansen en mogelijkheden voor een
kwaliteitssprong voor de treinreiziger (deur tot deur). Eindbeeld is een zodanig hoge
frequentie van treinen op de drukste corridors (4 of 6 per uur), dat reizigers geen
spoorboekje meer nodig hebben. Tevens moet de analyse inzicht bieden in de
mogelijkheden om bij een kwaliteitssprong de verwachte groei van het
goederenvervoer te kunnen accommoderen.
De analyse zal met de Nota Mobiliteit als leidraad inzicht bieden in effectieve
maatregelen op korte en op langere termijn die invulling geven aan de ambities van
het coalitieakkoord voor 5% groei in het OV per spoor en hogere frequenties tussen
de grote steden.
De analyse betreft met name de drukste spoorcorridors van Nederland, de
focuscorridors:
- Den Haag-Leiden-Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere, voor een deel van deze
corridor (Schiphol Lelystad) wordt reeds de Planstudie OV SAAL uitgevoerd;
- Alkmaar-Amsterdam-Utrecht-Eindhoven;
- Utrecht-Arnhem/Nijmegen;
- Den Haag-Rotterdam-Dordrecht-Breda-Tilburg-Eindhoven;
- Den Haag/Rotterdam-Gouda-Utrecht.
De overige corridors naar de landsdelen Zuid, Noord en Oost worden eveneens
betrokken in de LMCA Spoor, waarbij de nadruk ligt op studie naar reistijdverkorting.
Dit is in lijn met het debat over de dienstregeling 2007-2008.
De analyse richt zich op het jaar 2020, de planningshorizon van de Nota Mobiliteit.
Ook een eventuele gefaseerde realisatie van een mogelijke kwaliteitssprong maakt
onderdeel uit van de analyse. Derhalve wordt ook ingegaan op de jaren 2010 en
2015.
Aanleiding
De LMCA is een vervolg op de regionale netwerkanalyses (2006) en de landelijke
netwerkanalyse van de spoorsector (2007). Uit deze analyses is onder andere gebleken
dat marktverwachtingen uiteen lopen, OV nog onvoldoende is uitgewerkt en
goederenvervoer beter moet worden bekeken.
Uit de analyse van de spoorsector blijkt dat er een groot aantal capaciteits- en
kwaliteitsknelpunten is indien wordt gekozen voor een kwaliteitssprong in het
treinproduct (elke 10 minuten een trein). In de LMCA worden naast
infrastructuuruitbreidingen ook andere mogelijkheden onderzocht om een
kwaliteitssprong mogelijk te maken, zoals: dienstregeling, logistiek, routering,
materieel, differentiëren van gebruiksvergoeding, regelgeving.
---
DGP/WV/U.07.00567
Aanpak
De LMCA Spoor wordt uitgevoerd door het ministerie van VenW in nauwe
samenwerking met de spoorsector en betrokken decentrale overheden. Het plan van
aanpak is uitgebreid met relevante partijen (overheden, sector, maatschappelijke
organisaties) besproken. De analyse richt zich enerzijds op het verkrijgen van een
gedeeld inzicht in de marktontwikkelingen van personen- en goederenvervoer.
Eerdere prognoses vormen de basis, aandacht zal uitgaan naar het analyseren van de
verschillen en het beantwoorden van openstaande vragen.
Anderzijds richt de analyse zich op het uitwerken van een mogelijk kwaliteitssprong:
`spoorboekloos rijden' op de drukste lijnen in de brede Randstad (hoge frequenties) en
optimale reistijden over de gehele keten (deur tot deur) in de landsdelen Zuid, Noord
en Oost.
Planning:
- in mei 2007 is een tussenrapportage beschikbaar, gericht op de Bestuurlijke
Overleggen in het kader van de netwerkaanpak;
- in november 2007 is het eindrapport gereed, gericht op de beleidsbrief.
Het gehele plan van aanpak treft u aan in bijlage 5.
10
DGP/WV/U.07.00567
Bijlage 3: Samenvatting Plan van aanpak Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse
Regionaal OV
Doel
Om het doel van een intermodale deur-tot-deur-aanpak te bereiken, wil het ministerie
in een nadere analyse de rol en mogelijkheden van het regionaal OV
(stad/streekvervoer, regionaal spoor en OV over water) nadrukkelijker onderzoeken.
Daarbij wordt gekeken naar de marktwensen en mogelijkheden voor het regionaal OV
in brede zin.
De verantwoordelijkheid van het regionaal openbaar vervoer ligt bij de decentrale
overheden, de uitvoering bij de OV-bedrijven. Via de Brede Doeluitkering en het MIRT
stelt het Rijk hiervoor middelen beschikbaar. In het kader van de integrale
mobiliteitsaanpak is het van belang te komen tot een actueel inzicht in de openbaar
vervoersmarkt, opdat een goede onderbouwing van oplossingsrichtingen en
verantwoorde afweging van investeringen mogelijk is.
Aanleiding
Uit de regionale Netwerkanalyses die in de eerste helft van 2006 zijn uitgevoerd, bleek
dat de component regionaal OV in de meeste analyses nog onvoldoende was
uitgewerkt. De analyses tonen bij de deur-tot-deur-bereikbaarheid een sterke focus op
de bereikbaarheid per auto en het is zaak om de verschillende wegennetten en
vervoerswijzen in samenhang te bekijken en mogelijke oplossingsrichtingen integraal
te analyseren.
Aanpak
De eerste stap is nu het uitvoeren van een landelijke markt- en capaciteitsanalyse voor
het regionaal OV, naast die voor het wegvervoer en het spoor. Dit gebeurt in nauwe
samenwerking met de regio's. Utrecht en Stedendriehoek fungeren hierbij als
startgebied voor de component marktanalyse. In de komende twee maanden zal het
ministerie de uitvoering van de analyse met alle regio's bespreken. Ook bij de verdere
uitvoering zullen regio en rijk gezamenlijk optrekken. Het resultaat van de analyse is
uiteindelijk een landelijk kwaliteitsbeeld van het regionaal OV, dat zicht geeft op de
gebiedsgerichte opgaven en oplossingen (op basis van typologieën, zoals stedelijk of
platteland). Het landelijk kwaliteitsbeeld moet daarmee de mogelijkheden van het
regionaal OV in termen van kwaliteit, snelheid en betrouwbaarheid en
gedifferentieerd naar tijd, plaats en doelgroep verder verdiepen.
Daarnaast worden - naar behoefte en in samenwerking tussen regio en Rijk - regionale
OV-analyses uitgevoerd, waarbij onder andere tariefdifferentiatie aan de orde kan
komen, met al dan niet vormen van gratis OV. Het ministerie wil de regio's hierbij
ondersteunen. Deze regionale analyses vormen een aanvulling op de landelijke markt-
en capaciteitsanalyse en brengen de wensen en mogelijkheden per regio verder in
kaart. Met de uitkomsten daarvan kunnen de netwerkanalyses verder worden
ingevuld. Koppeling van de aangevulde netwerkanalyses en het landelijk
---
DGP/WV/U.07.00567
kwaliteitsbeeld kunnen vanaf eind 2007 leiden tot afspraken over gewenste
maatregelen.
Planning
- in mei 2007 is een tussenrapportage beschikbaar, gericht op de Bestuurlijke
Overleggen in het kader van de netwerkaanpak;
- in november 2007 is het eindrapport gereed, gericht op de beleidsbrief.
Het gehele plan van aanpak treft u aan in bijlage 6.
12
DGP/WV/U.07.00567
Bijlage 4 Plan van Aanpak Landelijke Capaciteitsanalyse Wegen
Bijlage 5 Plan van Aanpak Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse Spoor
Bijlage 6 Plan van Aanpak Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse Regionaal OV
13
Zie het origineel
Ministerie van Verkeer en Waterstaat